Kennissynthese: Cultuurbeoefening op school en in de vrije tijd

Een verzameling van tien jaar Nederlands onderzoek
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel

Overheden en beleid

Overheden zijn organen die met hun beleid (wetgeving, beleidsprogramma’s en financiering) beoefenaars, aanbieders en ondersteuners aansturen en ondersturen. Zij maken hiermee cultuurbeoefening mede mogelijk. We bespreken vier niveaus: het Rijk, provincies, gemeenten en stedelijke cultuurregio’s.

In de kennissynthese kom je meer te weten over de overheidslagen. Hieronder vind je een beknopte beschrijving van enkele onderwerpen. We willen benadrukken dat het hier om een zeer beknopte samenvatting gaat van de inhoud uit het onderzoeksrapport. Voor een uitgebreidere beschrijving van de onderzoeken over de overheden verwijzen we je naar de kennissynthese.

Inhoudsopgave

Gemeentelijk beleid

Uit onderzoek uit 2022 blijkt dat bijna alle gemeenten (95%) een beleid hebben voor cultuureducatie. Ook werkt een groot deel (89%) actief aan cultuurparticipatie en de ondersteuning van amateurkunst. Gemeenten ondersteunen cultuur op verschillende manieren, bijvoorbeeld met subsidies en door de inzet van cultuurcoaches. Ook zoeken ze naar manieren om cultuur te verbinden met andere domeinen, zoals zorg en welzijn. Er zijn grote verschillen tussen stedelijke en minder stedelijke gebieden in de hoeveelheid tijd en geld die gemeenten aan cultuur kunnen besteden (Hageman et al., 2022).

Evaluaties van de regelingen CmK en Impuls Muziekonderwijs tonen aan dat landelijke sturing de aandacht voor cultuureducatie op gemeentelijk niveau verhoogt, al is dit niet direct zichtbaar in de financiering. Cultuurcoaches worden gezien als essentieel om cultuureducatie te stimuleren. Ze worden gefinancierd via de regeling Brede SPUK, waar inmiddels alle gemeenten aan meedoen. Gemeenten zijn positief over de inzet van cultuurcoaches en de behaalde doelstellingen. Wel is er behoefte aan structurele financiering, meer fte en een integrale visie. Ook Rijks- en fondsgesubsidieerde instellingen zijn goed op de hoogte van gemeentelijk en provinciaal beleid (Van Miert et al., 2017).
Er is nog geen landelijk onderzoek gedaan naar het cultuurparticipatiebeleid van Nederlandse gemeenten. Wel zijn specifieke domeinen onderzocht. Zo blijkt uit onderzoek naar muziekeducatie dat 35% van de muziekscholen steun ontvangt van gemeenten (Kruis & Bisschop Boele, 2023). Gemeenten zijn belangrijk voor de ondersteuning van amateurkunsten; lokale overheden zijn effectiever in hun beleid dan het Rijk (Vulpen et al., 2021. Er zijn aanwijzingen dat teruglopende ondersteuning het gevolg is geweest van bezuinigingen op amateurkunst, maar hier is onvoldoende onderzoek naar (Goossens & Neele, 2023).
Niet alle Nederlandse gemeenten hebben een specifiek erfgoedbeleid geformuleerd. Wel besteden ze aandacht aan hun wettelijke taken van monumentenzorg en archeologie, als onderdeel van het ruimtelijk- of omgevingsbeleid. Uit onderzoek blijkt dat 81% van de gemeenten burgers betrekt bij erfgoed. Bijvoorbeeld door burgers mee te laten denken met nieuwe beleidsontwikkelingen en de inzet van social media. Met 42% is de burgerparticipatie bij ruimtelijke planvorming aanzienlijk lager. Een belangrijke reden hiervoor is een gebrek aan capaciteit. Ook ontbreekt het gemeenten vaak aan de kennis en middelen om participatieprojecten rond erfgoed effectief te faciliteren (Van der Horst et al., 2021).

Provinciaal beleid

Per provincie zijn er grote verschillen in rollen en instrumentarium (Goossens & Neele, 2023; Wijn et al., 2022; Schouwenburg & Van den Brink, 2022). Daarnaast hebben provincies minder subsidierelaties met de culturele sector dan gemeenten of het Rijk. Er is ook minder budget beschikbaar. In provincies waarin cultuur veel eigen inkomsten genereert – zoals Noord-Holland en Zuid-Holland – geeft de provincie relatief weinig per inwoner uit aan cultuur (Veenstra et al., 2021).

Er is bij provincies en de andere overheden behoefte aan het optreden als één overheid en wettelijke verankering van beleid voor cultuurbeoefening. Ook ligt er een rol voor de provincies om op te treden als aanjager van innovatie en talentontwikkeling (Wijn et al., 2022; Goossens & Neele, 2023).

Cultuureducatie is een gedeelde verantwoordelijkheid voor alle overheidslagen. Provincies focussen vooral op tweedelijns ondersteuning, kwaliteitsverbetering en regionale spreiding van cultuureducatie. In elke provincie is er een provinciale steunfunctie-instelling, die mede door de provincie wordt gefinancierd. De regelingen van het Rijk, zoals Cultuureducatie met Kwaliteit, zijn sterk richtinggevend en zorgen voor meer aandacht op provinciaal niveau. De provinciale rol in cultuureducatie hangt sterk af van deze nationale regelingen, maar varieert ook per provincie. Dit komt deels door het ontbreken van een specifieke wettelijke taak voor provincies op dit gebied (Goossens & Neele, 2023).
Er zijn indicaties dat de afgelopen decennia meerdere provincies hebben bezuinigd op de ondersteuning voor amateurkunst. In sommige gevallen hebben de steunfunctie-instellingen een nieuwe taak gekregen, gericht op cultuureducatie. Regelingen als Cultuureducatie met Kwaliteit (CmK) zorgen namelijk voor een stimulans om provincies meer te laten investeren in educatie, wat leidt tot een verschuiving van budgetten. In sommige provincies, zoals Noord-Holland, was er zelfs tijdelijk geen beleid voor actieve cultuurparticipatie en amateurkunst. Recente beleidsontwikkelingen en stimuleringsregelingen vanuit het Rijk zorgen echter voor een hernieuwde provinciale aandacht voor amateurkunst, waardoor steunfunctie-instellingen zich (weer) meer op dit gebied gaan richten (Goossens & Neele, 2023; Vulpen et al., 2021).
Het erfgoedbeleid van provincies omvat twee onderdelen: de relatie van erfgoed met ruimtelijke planning (monumenten, archeologie en cultuurlandschap) en de verbinding met cultuurbeleid (geschiedenis, identiteit en culturele collecties). Provincies voeren verschillende subsidieregelingen voor erfgoedprojecten, ondersteunen erfgoedorganisaties en zijn actief in restauratie en opleidingen. Provincies betrekken burgers bij het erfgoedbeleid, vaak via vrijwilligerswerk voor het behoud van lokale monumenten. Ze promoten ook de vorming van erfgoedgemeenschappen. Er is een toenemende behoefte aan meer burgerparticipatie en initiatief in het erfgoedbeleid. Het Verdrag van Faro speelt een rol om deze aspecten in het beleid te integreren (Van der Horst et al., 2021).

Rijksbeleid

In de afgelopen jaren heeft cultuurbeoefening in de landelijke politiek en het beleid meer aandacht gekregen. Met de toenemende beleidsaandacht is , net als de behoefte aan wetgeving, de financiering voor kwalitatief cultuuronderwijs toegenomen. Zo is er meer aandacht voor kunstzinnige oriëntatie in het onderwijs en hebben (grote) culturele instellingen hier een steeds grotere rol in (Hagenaars, 2020).

Recentelijk is er meer nadruk op bijvoorbeeld diversiteit en fair pay in het rijkscultuurbeleid. Onderzoek toont echter aan dat er in de cultuursector nog steeds uitdagingen zijn met betrekking tot diversiteit en inclusie (Driebergen et al., 2022; Rana & De Koning, 2023; Van Haeren & Nadimi, 2023).

Sinds de integratie van cultuur in het Ministerie van OCW in 1994 is er veel aandacht voor cultuureducatie in het beleid. Die aandacht omvat wettelijke instrumenten, zoals kerndoelen en het CKV-examenvak, maar scholen hebben veel ruimte om zelf invulling te geven aan cultuuronderwijs. Om scholen te motiveren zijn er stimuleringsprogramma’s zoals Cultuureducatie met Kwaliteit (CmK), en eerder Cultuur en School. Die zijn onder andere gericht op het verbeteren van de kwaliteit en samenwerking tussen culturele instellingen en onderwijs. Deze inspanningen worden ondersteund door organisaties zoals het Fonds voor Cultuurparticipatie en LKCA en richten zich op het uitbreiden van cultuureducatie naar alle onderwijsniveaus. Onderzoek wijst op een toename van de complexiteit in beleidsmaatregelen en op minder vrijblijvendheid in cultuureducatiebeleid. Aanbevelingen voor toekomstig cultuureducatiebeleid benadrukken het belang van een integrale visie, meer sturing en het versterken van de positie van kunstvakdocenten en het cultureel bewustzijn van leraren (Van den Berg et al., 2023).
Recent is er (weer) meer landelijke aandacht voor cultuurparticipatie. Onderzoek toont aan dat cultuurparticipatie een positieve invloed heeft op diverse maatschappelijke vraagstukken, zoals eenzaamheid en sociale cohesie (Onderzoeksteam Kunst in de Zorg, 2021). Er zijn diverse programma’s en regelingen opgezet, waaronder het Programma Cultuurparticipatie en de Brede SPUK. Naast deze programma’s heeft het rijk een groot instrumentarium rondom de bevordering van cultuurparticipatie, die afwisselend succesvol zijn. Om het succes te vergroten zouden adviescommissies een betere afspiegeling van de samenleving moeten zijn en moet cultuurbeleid zich meer richten op het toevoegen van de waarde voor burgers (Van der Laan, 2022; Van Plaggenhoef & Van der Laan, 2023).
Sinds de integratie van cultuur met onderwijs in 1994 is erfgoed een belangrijk aandachtspunt van het Rijk. De focus ligt op behoud en toegankelijkheid, zoals in wetten en internationale verdragen is vastgelegd. Er is onder meer aandacht voor publieksparticipatie binnen archeologie, immaterieel erfgoed en digitalisering. Er liggen kansen in aandacht voor de maatschappelijke betekenis van erfgoed en in de verbinding met andere domeinen. Het UNESCO-verdrag voor immaterieel erfgoed versterkt het beleidsdomein en legt de nadruk op het waarderen en beschermen van tradities. Het immaterieel erfgoedbeleid van het Rijk streeft naar het veiligstellen van dit erfgoed op verschillende niveaus, met een centrale rol voor de erfgoedgemeenschap. Het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN) speelt een cruciale rol in de coördinatie en borging van immaterieel erfgoed, ondersteund door substantiële subsidies van het Ministerie van OCW en fondsen gericht op projecten die het erfgoed levend houden (Van der Horst et al., 2021; 2022).

Bestuurlijke kaders en regelingen

Gemeente, provincie en Rijk hebben elk hun eigen taken voor cultuurbeoefening, die gedeeltelijk in bestuurlijke kaders zijn vastgelegd. In de kennissynthese geven we een beknopt overzicht van een aantal wetten, bestuurlijke kaders en bovenwettelijke regelingen.

Stedelijke cultuurregio’s

Op advies van de Raad voor Cultuur heeft het ministerie van OCW, in samenwerking met gemeenten en provincies, 15 culturele regio’s ingesteld [inmiddels is Noord-Holland Noord ook officieel erkend als stedelijke cultuurregio]. Sindsdien wordt er binnen deze regio’s meer samengewerkt om de culturele infrastructuur te versterken. Toch zijn er nog steeds onderlinge verschillen in doelstellingen, omvang en intensiteit. Ook zijn er gemeenten die niet onder een regio vallen voelen; de zogenoemde ‘witte vlekken’ (Nijboer & Van der Horst, 2022).

Om de positie van cultuurregio’s te verbeteren, moeten ze, aldus het onderzoek van DSP uit 2022, een belangrijkere rol krijgen in het cultuurbestel. Hierdoor kunnen ze helpen bij het verbeteren van de culturele samenwerking en afstemming van beleid en instrumenten tussen regio’s en het Rijk. Ook moeten de ‘witte vlekken’ worden aangepakt, zodat gemeenten die buiten regio’s vallen alsnog mee kunnen doen. Daarnaast is het belangrijk om te letten op de verschillen tussen regio’s en moeten provincies een actieve en verbindende rol spelen. Er ligt een rol voor het Ministerie van OCW om sturing te geven en verantwoordelijkheid te nemen (Nijboer & Van der Horst, 2022).

  • Overheden en beleid

    Vond je dit artikel interessant?

    Gemiddelde 5 / 5. totaal 1

    Praat verder over dit onderwerp met deze expert(s):
    Arno Neele
    Arno Neele
    Functie: Specialist Onderzoek
    Expertise: onderzoek,overheidsbeleid
    arnoneele@lkca.nl
    030 711 51 07
    Luud Goossens
    Luud Goossens
    Functie: Specialist Onderzoek
    Expertise: onderzoek,overheidsbeleid
    luudgoossens@lkca.nl
    030 711 51 27
    Bekijk alle experts
    Bijgewerkt op:
    Gepubliceerd:
    Deel dit artikel