Kennisdossier ‘Cultuur en nieuwkomers’

Een plek vinden in een nieuw land is een intensief proces. Je moet niet alleen de taal leren, maar ook wennen aan een nieuwe omgeving, gewoontes en gebruiken. Je zoekt een baan en nieuwe vrienden of volgt een opleiding in een nieuwe taal. Meedoen aan culturele activiteiten kan positief bijdragen aan dit proces en vergroot het wederzijds begrip.
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel

Op deze pagina vind je de volgende tips:

Algemene tips

  • Bereid je voor. Zorg dat je iets weet over de landen van herkomst, welke taal ze daar spreken, en wat de actuele stand van zaken is.
  • Werk samen met sterke partners. Gemeenten, taalbureaus, arbeidsbemiddelaars of woningcorporaties, vluchtelingenorganisaties. Verken de mogelijkheden met elkaar.
  • Vraag om deskundig advies. Vluchtelingen hebben vaak een lange reis en traumatische ervaringen achter de rug. Dat vraagt iets van de cultureel professional die met hen gaat werken.
  • Betrek ervaringsdeskundigen. Het werkt goed om nieuwkomers die al eens meegedaan hebben, te betrekken bij een volgend project. Dat geeft vertrouwen en kan geruststellend werken.
  • Laat iedereen meedoen. Zorg voor afwisseling in de achtergrond van deelnemers. Dan kan iedereen elkaar leren kennen, samen dingen doen en een netwerk vormen.

    Tips van Cultuurprofessionals

    Hedzerd de Boer, projectcoördinator bij Cultura Ede:

  • Zorg dat je docenten geloofwaardig zijn. Dus met een vergelijkbare achtergrond, van dezelfde leeftijd of met ervaring in werken met de doelgroep.
  • Bereid je voor. Verwacht heftige verhalen als je met vluchtelingen werkt. Emoties kunnen hoog oplopen en dat kan het creatieve proces in de weg zitten. Geef mensen dan even de ruimte of laat de groep even op adem komen.
  • Vraag extra ondersteuning. Het kan handig zijn om een link te hebben met maatschappelijk werk of een migranten- of vluchtelingenorganisatie voor ondersteuning of deskundig advies.
  • Wees je bewust van culturele sensitiviteiten. Voor jongeren met een migratieachtergrond is het belangrijk dat hun gemeenschap ze steunt. Zeker als jongens en meisjes samen aan een project werken, kan dat soms gevoelig liggen. Maak hiervoor gebruik van intermediairs die het vertrouwen hebben van de doelgroep en de gemeenschap.
  • Cultuur mag. Voor de jongeren die niet eerder aan kunst en cultuur hebben gedaan, is het soms moeilijk voor te stellen dat ze dit ‘mogen’ doen. Een opmerking die we hoorden ‘mag ik dan dit gewoon bij jullie komen doen?’
    Hemmo Bruinenberg, directeur en projectcoördinator van Common Frames:
  • Denk om taal I. Jongeren zijn de taal aan het leren. Praat rustig en houd instructies kort en helder. Wees je bewust van de verschillende taalniveaus die je kunt tegen komen en pas jouw taalgebruik daarop aan.Een methode die overal goed werkt: Controleer of ze het begrijpen door iemand te vragen de instructie te herhalen.
  • Denk om taal II. Naast jouw eigen taalgebruik, moet ook het lesmateriaal passen bij het taalniveau van de jongeren:
    1. Gebruik of ontwikkel werkbladen. Neem deze in de les stap voor stap met ze door, zodat je weet dat de stof begrepen wordt.
    2. Als ze iets moeten opschrijven, kijk wat haalbaar is voor jouw groep en hoeveel je van ze vraagt.
    3. Zorg dat je rolmodellen laat terugkomen in je lesmateriaal, daarmee creëer je herkenning.
    4. Als je voorbeeldvideo’s kiest, beoordeel dan of mensen niet te snel of onduidelijk praten.
    5. Ga er niet vanuit dat een jongere kan lezen of Engels verstaat.
    6. Bespreek een video altijd na en eventueel nog een keer met pauzes om duiding te geven.
    7. Twijfel je? Ontwikkel en controleer je lesmateriaal samen met NT2 (Nederlands Tweede Taal) docenten én de jongeren.
  • Rolmodellen zijn belangrijk. Diversiteit in je team van docenten, coaches en assistenten zorgt voor een sterkere connectie met de jongeren en daagt ze uit om actiever aan cultuur te doen. Zet naast docenten ook oud-leerlingen in bij workshops als assistenten. Zo ontstaat peer-learning.
  • Creëer een podium. Naast het creatieve proces is ook een podium voor het eindproduct belangrijk. Het terugkijken van een eigen film op een bioscoopscherm is voor de jongeren een enorm waardevolle ervaring. Jongeren leren trots te zijn op het eigengemaakte product en krijgen zelfvertrouwen. Dat kan aanvullend ook gelden voor een film die op YouTube wordt gepubliceerd of een jongere die zichzelf terugziet in de media, zoals een krant.
  • Doen, doen, doen. Vertel geen theoretische verhalen, maar ga direct aan de slag. Leer vanuit dit startpunt de jongeren reflecteren, zodat ze zelf zien wat er beter kan of waar ze in kunnen groeien. Mede door het taalverschil zijn veel dingen al snel abstract, dus hoe sneller je praktisch en concreet aan de slag bent, hoe beter de informatie binnenkomt en je samen kunt gaan bouwen aan een project.
  • Leer luisteren en aanvoelen wat er nodig is. Accepteer dat het proces soms gaat over andere dingen dan kunst, muziek of een film maken. Soms is er minimaal resultaat. Het is dan belangrijk om je verwachtingen bij te stellen.
  • Geef jongeren eigenaarschap over hun project. Elke groep maakt een ander proces door. Dit kan betekenen dat ze misschien andere middelen nodig hebben om een artistiek product te maken.

    In 2021 organiseerde LKCA het LKCAtelier ‘Nieuwkomers betrekken bij je organisatie’. Lees hier de opbrengsten.

    Tips uit intervisie

    Onderstaande tips zijn afkomstig uit intervisiebijeenkomsten van de Landelijke kennisdelingsdagen programma Cultuurparticipatie 2021-2024. In deze intervisiesessies delen professionals uit cultuur, zorg en welzijn hun vraagstukken én inzichten over een maatschappelijk thema met elkaar.  

    “Hoe bereik je met een project asielzoekers en statushouders ?” 

    Tips:  

  • Splits de huidige doelgroep: asielzoekers en statushouders hebben andere behoeften. 
  • Als splitsen (dubbel aanbieden van de activiteiten) financieel niet haalbaar is, richt je dan op één van beide. Beter één specifieke(re) activiteit die echt aansluit op een kleine doelgroep; dan een brede activiteit ‘voor iedereen’ waar eigenlijk niemand zich in herkent. 
  • Haal bij de activiteit voor asielzoekers de druk van het Nederlands leren ervan af. Leg de nadruk op ontmoeting/ontspanning. 
  • Ga in overleg met de trekkers/uitvoerende van het project in een buurgemeente. Onderzoek de verschillen en overeenkomsten met jullie project/aanpak. 
  • Ga naar de doelgroepen toe, bied activiteiten aan op locatie(s) dichtbij. Reizen naar een locatie in een ander dorp/stad is voor deze groep misschien niet haalbaar. 
  • Ga op zoek naar partners die in goed contact staan met de doelgroepen en laat hen helpen de doelgroepen te enthousiasmeren. 
  • Laat alle aannames los. Denk meer in termen van ‘de vraag van de doelgroep’ dan ‘het aanbod voor’. Kijk, vraag, wees echt zo onbevangen mogelijk. Onderzoek waar deze doelgroepen te vinden zijn en haal de vraag op bij de doelgroep zelf.  
  • Pasklare antwoorden zijn er niet voor deze groepen. Leg de lat voor jezelf daarom ook niet te hoog.  
  • Neem genoegen met een klein clubje deelnemers. 
  • Organiseer activiteiten voor ouder en kind (‘kinderen zijn welkom’). Het vinden van oppas kan voor deze doelgroep een uitdaging zijn.
  • Bied de activiteit hybride aan, zowel offline als online. 
  • Breng (de behoefte van) je doelgroep goed in kaart en stel je op basis daarvan een doel. Wanneer is het project geslaagd? 
  • Wees in subsidieaanvragen eerlijk over de eventuele ongewisheid die het werken met deze doelgroepen met zich meebrengt (bijvoorbeeld i.v.m. verplaatsing). Ontwerp een ‘kapstok’ waarin je je activiteiten kunt vormgeven en bespreek met de subsidiënt dat het ook anders zou kunnen lopen en hoe je daar in dat geval mee om wilt gaan. 
  • Wees je bewust van de lange adem die nodig is om je sociale partners en de doelgroep(en) te leren kennen en begrijpen. 
    • Vond je dit artikel interessant?

      Gemiddelde 2.4 / 5. totaal 7

      Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

      Reacties (0)
      Praat verder over dit onderwerp met deze expert(s):
      Marie-José Kommers
      Marie-José Kommers
      Functie: Specialist Cultuurparticipatie
      Expertise: onderzoek,zorg en welzijn
      marie-josekommers@lkca.nl
      030 711 51 80
      Bekijk alle experts
      Bijgewerkt op:
      Gepubliceerd:
      Deel dit artikel