Hoe we kunnen werken aan een sterker cultuureducatiesysteem voor leerlingen in het speciaal onderwijs

Welke kansen krijgen de leerlingen en tegen welke belemmeringen lopen zij op?
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Hoe maken we de culturele leeromgeving van leerlingen in het speciaal onderwijs toegankelijker? Melissa Bremmer en Marian van Miert onderzochten het.

Niemand zal ontkennen dat álle kinderen zich kunstzinnig en cultureel moeten kunnen ontwikkelen. Maar dat gaat niet vanzelf. Net zoals een plant water, zon en een rijke bodem nodig heeft om te bloeien, zo hebben kinderen en jongeren een rijke culturele omgeving nodig om te kunnen floreren.

Cultuureducatief systeem

Die culturele omgeving kun je ook een cultuureducatief systeem noemen. Het wordt vormgegeven door bijvoorbeeld ouders, vrienden, scholen, culturele instellingen, de digitale wereld, buurthuizen en verenigingen, kerken en moskeeën. Samen maken zij een culturele ontwikkeling mogelijk, die voor ieder kind uniek is.  

Hoe ziet zo’n systeem eruit voor kinderen en jongeren in het speciaal onderwijs? Welke kansen krijgen zij en tegen welke belemmeringen lopen zij op? Dit verkenden we in ons onderzoek Kunst en cultuur voor jou en mij? Hieraan deden deelnemers uit de verschillende domeinen mee: thuissituatie, school, vrije tijd, culturele instelling, zorg en welzijn, en beleid.  

Hindernissen 

Twintig deelnemers maakten tijdens gesprekken een analyse van het cultuureducatieve systeem rond kinderen en jongeren in het speciaal onderwijs. Zij noteerden de kansen en belemmeringen die zij per afzonderlijk domein zagen, bijvoorbeeld: Welke kans biedt een school voor de culturele ontwikkeling van leerlingen?

Daarna noemden zij kansen en belemmeringen tussen domeinen, bijvoorbeeld: Welke kansen biedt de samenwerking tussen school en ouders en verzorgers voor de culturele ontwikkeling van leerlingen? Vervolgens analyseerden we alle uitspraken op belemmeringen of kansen binnen én tussen domeinen. 

Wat zijn de belemmeringen?

Meerdere factoren blijken belemmerend te werken. Zo kan gender bepalen of je als leerling met een beperking gestimuleerd wordt om voor kunst te kiezen, waarbij meisjes mogelijk meer worden gestimuleerd dan jongens (Dalen, 2003).

Het soort beperking kan een factor zijn, bijvoorbeeld als een kind door een fysieke beperking niet het instrument kan bespelen dat het zelf zou willen. Ook de woonplaats en daarmee de afstand die dagelijks door sommige leerlingen overbrugd moet worden tussen thuis en school kan werken als hindernis. Hierdoor kunnen leerlingen te laat thuis zijn voor kunst en cultuur in de vrije tijd of daar geen energie meer voor hebben.

Of neem het gezinsinkomen. Dan kan zijn gedaald doordat ouders of verzorgers minder zijn gaan werken vanwege extra zorgtaken voor hun kind (Okma et al., 2014). Hierdoor kan er minder geld zijn voor culturele of andere activiteiten.  

Het is juist de optelsom van deze kenmerken die de culturele ontwikkeling van leerlingen in het (v)so in de weg kan zitten en kansenongelijkheid kan vergroten.  

Kansen  

Gelukkig komen er uit het onderzoek ook kansen naar voren om het cultuureducatieve systeem van leerlingen in het (v)so te versterken en inclusiever te maken.  

  • Ouders kunnen werken met een kunst- en cultuurmaatje. Zij kunnen door onder meer de zorgdruk niet altijd inspelen op de wensen van hun kinderen op cultureel gebied. Via bijvoorbeeld maatjesgezocht.nl kunnen zij een begeleider voor hun kind vinden die culturele activiteiten organiseert. 
  • Scholen kunnen kunst en cultuur dichter bij de leerling brengen door onderdeel te worden van een Integraal Kind Centrum (IKC), waar onderwijs, opvang en welzijnsactiviteiten zijn samengevoegd. Een leerling beleeft kunst en cultuur dan op het centrum en reist er niet speciaal voor. Of, bij het initiatief Samen naar school, waarbij het kind met een beperking in de eigen omgeving naar school kan, is apart leerlingenvervoer ook niet nodig. Hierdoor kan het kind meer tijd en energie overhouden voor kunst- of andere activiteiten. Deze kans is juist nu relevant vanwege de ingezette route van passend naar inclusief onderwijs 2035, waarbij kinderen straks samen naar dezelfde school gaan, met of zonder beperking of ziekte. Als kunst- en cultuursector kunnen wij alvast een voorzet doen richting 2035, en starten met het stimuleren van kunstzinnige en culturele samenwerkingsprojecten tussen reguliere en speciaal onderwijsscholen. 
  • Culturele instellingen kunnen inzetten op langdurige co-creatie met scholen. Zij kunnen voor een specifieke onderwijscluster kiezen en gebruikmaken van de kennis van de school bij het ontwikkelen van aanbod.  
  • Gemeenten kunnen samenwerken om kunsteducatie toegankelijker te maken. Zij kunnen met andere gemeenten uit de regio werken om gespecialiseerd cultureel aanbod te ontwikkelen en een regionale cultuurcoach aanstellen die deze taak op zich neemt. 

Wil jij ook de belemmeringen en kansen van het cultuureducatieve systeem van jouw doelgroep versterken? Ga zelf aan de slag met de in het onderzoek ontwikkelde systeemanalysetool. Volg het stappenplan en krijg inzicht in hoe het cultuureducatieve systeem van jouw doelgroep eruitziet, maar ook hoe het versterkt kan worden en welke acties daarvoor nodig zijn.  

Dit is een artikel uit de Cultuurkrant, maart 2024. Wil je de Cultuurkrant ook lezen?

Verder lezen

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 0 / 5. totaal 0

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel