Veelgestelde vragen over Werkveld

Interactief cultuurbeleid

  • Door interactieve beleidsvorming geef je inwoners meer directe invloed. Een mogelijk effect daarvan is het creëren van draagvlak en betrokkenheid.
  • De kennis, informatie, deskundigheid en ervaring van burgers zet je in en kan leiden tot een vergroting van het probleemoplossend vermogen.
Lees meer: ‘Is interactief beleid nu een instrument of is het democratisch?’, Laurens de Graaf, in Bestuurswetenschappen, 2009
De betrokkenheid kan variëren:
  • standpunten en inzichten ophalen bij verschillende doelgroepen uit de samenleving
  • co-creatie
  • inspraakavonden
  • volledige beslissingsbevoegdheid, waarbij de gemeenteraad gebonden is aan de uitkomsten van het interactieve beleidsproces.
Meer info in het onderzoek Lokaal cultuurbeleid: een zaak van de overheid, de cultuursector en burgers van J. Tabak en K. Vuyk

Community arts

De term ‘community arts’ staat voor kunstzinnige projecten in de wijk of gemeenschap, waarin burgers actief participeren, met als doel meestal de leefbaarheid of sociale cohesie. De projecten kunnen ontstaan op initiatief van de betrokken kunstenaar(s), van de burgers en/of van externe opdrachtgevers zoals gemeenten. Vorm en inhoud kunnen sterk uiteenlopen. Vlaanderen gebruikt meestal de term sociaal-artistieke projecten. Tegenwoordig wordt vaak ‘participatieve kunstpraktijken’ gebruikt. Community arts ontstond in de jaren ’60 in Engeland en is in de jaren ’70 in Nederland geïntroduceerd door een aantal geëngageerde kunstenaars. Met de oprichting van CAL-XL in 2010 kreeg de netwerkvorming en uitwisseling van ervaring tussen Nederlandse organisaties en projecten een flinke stimulans.

Meer lezen

Website CAL-XL Website Demos (Vlaanderen) Kunst in transitie. Manifest voor participatieve kunstpraktijken (Sandra Trienekens & Wouter Hillaert, 2015)
Community arts kan een bijdrage leveren aan sociale integratie op buurtniveau, aan de leefbaarheid in de wijk of buurt, maar bijvoorbeeld ook aan de bestrijding van eenzaamheid onder ouderen. Sommige gemeenten hebben een subsidieregeling met als doel sociale verrijking, waarbij kunst ingezet kan worden als middel.
Een voorbeeld is de Transvaalbuurt in Amsterdam-Oost, die wordt gezien als een multiprobleemwijk. Via tweejaarlijkse grote participatieve kunstproducties, onder de naam HEIM, werkt Moving Arts Project (MAP) in de wijk aan samenlevingsopbouw. De HEIM-locatietheaterproducties refereren aan literatuur- of theaterklassiekers en worden midden in de wijk uitgevoerd, waarbij de brede gemeenschap bij alle lagen van de productie betrokken is. Beroepsacteurs vormen samen met bewoners, die vaak voor het eerst op het podium staan, een bijzondere mix op het toneel. Er wordt langdurig in de openbare ruimte gewerkt en de gemeenschap is betrokken via workshops en buurtevenementen. Het gaat niet alleen over de aantrekkelijkheid van de evenementen en het plezier van de deelnemers. HEIM gaat over het bespreekbaar maken van maatschappelijke thema’s met bewoners in een kunstproject. Zo zijn er nog onnoembaar veel andere mooie projecten. Dat bij deze projecten de kwaliteit en betekenis worden ontleend én teruggegeven aan de lokale gemeenschap waarin ze worden gemaakt, maakt het lastig om ‘algemeen geldende’ inspirerende voorbeelden te geven.

Meer voorbeelden

Inspiratiegids voor Lokaal Beleid (LKCA, 2016) Projecten Community Art Brabant Projectenweb CAL-XL
Community arts projecten worden regelmatig gefinancierd door private fondsen zoals Stichting DOEN of het Oranjefonds. Of door landelijke programma’s waarin verschillende fondsen de krachten bundelen. Gemeenten cofinancieren regelmatig in publiek/private samenwerkingen en vinden dikwijls geld uit de WMO-budgetten, als het cultuurbudget niet voldoende blijkt te zijn.

Voorbeelden

Platform Community Art Brabant Buurtcultuurfonds Zwolle
De cultuurcoach legt de verbinding tussen binnen- en buitenschoolse activiteiten en kan kinderen in de eigen wijk laten kennismaken met verschillende cultuurprojecten en kunstdisciplines. Verschillende steden hebben buurtcultuurfondsen (soms in samenwerking met een woningcorporatie), om de sociale cohesie te vergroten. Vanuit de wijken (een bewoner, een straat, een wijk of anders) wordt dan een verzoek gedaan om in de eigen wijk een project te realiseren. Docenten en/of externe kunstenaars kunnen worden ingezet om hun expertise te leveren bij deze projecten.

Voorbeeld

Cultuurfonds Noord-Brabant
Veelvoorkomende laagdrempelige ontmoetingsplekken zijn de bibliotheek, het kulturhus en buurtcultuurhuizen. Bibliotheken lenen zich bij uitstek als culturele ontmoetingsplek, als podium voor lokale maatschappelijke en culturele organisaties. Ook kan de bibliotheek mensen uitnodigen en stimuleren om zich te mengen in het lokale debat over lokale besluitvorming en gemeenschapskwesties. Een kulturhus of cultuurhuis is een combinatie van verschillende voorzieningen in één of meerdere gebouwen, waarin samenwerking de sleutel is. Vaak worden zowel niet-commerciële als commerciële voorzieningen onder één dak geplaatst, zoals een peuterspeelzaal, kinderopvang, fysiotherapeut, bibliotheek en ontmoetingsplekken. De bibliotheek is hierbij in veel gevallen de vertegenwoordiger van de brede dienstverlening op het terrein van cultuur en educatie. Het kulturhusconcept is in Scandinavië ontstaan en is in uiteenlopende vormen en omvang ingevoerd in Nederland. Bijvoorbeeld in de provincie Utrecht: De kracht van cultuurhuizen (Provincie Utrecht, 2018)
Op allerlei plekken in Nederland worden doorgaande leerlijnen erfgoededucatie ontwikkeld – mede dankzij de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit. Het LKCA ging op zoek naar deze leerlijnen en vond inspirerende voorbeelden! Ontbreekt een leerlijn? Meld het ons. Bekijk de lokale en regionale leerlijnen hier.
Het middelbaar beroepsonderwijs werkt met kwalificatiedossiers. Hierin staan de eisen waaraan een student moet voldoen om het diploma te behalen. Alle kwalificatiedossiers samen vormen de kwalificatiestructuur die bestaat uit beroepsgerichte vakken en keuzedelen. De beroepsgerichte vakken zijn verplichte onderdelen van de opleiding, de keuzedelen kiezen de studenten zelf op basis van hun interesse en gekozen richting. Een keuzedeel maakt volwaardig deel uit van het curriculum van een bepaalde opleiding. Scholen mogen de keuzedelen zelf invullen. Hier liggen kansen voor mbo-opleidingen om samen met lokale culturele instellingen een keuzedeel te ontwikkelen waar kunst en cultuur als basis dient of onderdeel van is. De keuzedelen die scholen ontwikkelen komen in een register, zodat andere scholen er ook gebruik van kunnen maken. Ga naar het register van keuzedelen
Leerlingen van de theoretische en gemengde leerweg kunnen examen doen in dans, drama, muziek of beeldende vakken. Het examen bestaat uit een centraal schriftelijk examen en een praktijkexamen. In de kader- en beroepsgerichte leerweg kunnen leerlingen wel een kunstvak volgen, maar zij kunnen hier geen examen in doen.

Eindtermen kunstvakken

Eindtermen kunstvakken Eindtermen beeldende vorming Eindtermen drama Eindtermen dans Eindtermen muziek

Handreiking schoolexamens

Beeldende vakken Dans Drama Muziek
De onderbouw in het vmbo omvat de eerste twee jaren. Leerlingen verdiepen en verbreden in het leergebied Kunst & Cultuur hun kennismaking met kunstzinnige en culturele uitingen. Zij verkennen en ontdekken daarbij hun eigen productieve mogelijkheden. Bovendien leren ze oog te krijgen voor kunstzinnige en culturele diversiteit in de Nederlandse samenleving en de diverse culturen in de wereld.

Kerndoelen leergebied Kunst & Cultuur

Alle kunstdisciplines en erfgoededucatie komen terug in de vijf kerndoelen van het leergebied Kunst & Cultuur. Erfgoededucatie komt ook terug in het leergebied Mens & Maatschappij.

Kerndoel 48: Produceren van kunst

De leerling leert door het gebruik van elementaire vaardigheden de zeggingskracht van verschillende kunstzinnige disciplines te onderzoeken. Ook leert de leerling dit toe te passen om eigen gevoelens uit te drukken, ervaringen vast te leggen, verbeelding vorm te geven en communicatie te bewerkstelligen.

Kerndoel 49: Eigen kunstzinnig werk presenteren

De leerling leert eigen kunstzinnig werk, alleen of als deelnemer in een groep, aan derden te presenteren.

Kerndoel 50: Leren kijken en luisteren naar kunst

De leerling leert op basis van enige achtergrondkennis te kijken en/of te luisteren naar beeldende kunst, muziek, theater-, dans- of filmvoorstellingen.

Kerndoel 51: Verslag doen van ervaringen

De leerling leert, met behulp van visuele of auditieve middelen, verslag te doen van deelname aan kunstzinnige activiteiten (als toeschouwer en als deelnemer).

Kerndoel 52: Reflecteren op kunstzinnig werk

De leerling leert mondeling of schriftelijk te reflecteren op eigen werk en werk van anderen, waaronder kunstenaars.

Invulling leergebied Kunst & Cultuur

Scholen mogen zelf bepalen hoe ze het onderwijs inrichten en aanbieden. Dit kan zijn in een samenhangend leergebied of in afzonderlijke vakken. Maar ook als onderdeel van een project of een mengvorm van de genoemde opties.

Uren

Het aantal uren dat scholen aan de kunstvakken moeten besteden, is niet vastgelegd. Wel moet een school voldoende tijd inplannen om de algemene doelstelling en de kerndoelen te realiseren.

Meer informatie

Kunst & cultuur in het vmbo
Kunstvakken inclusief CKV is een verplicht vak voor alle leerlingen in de bovenbouw van het vmbo. Leerlingen van de theoretische en gemengde leerweg kunnen ervoor kiezen examen te doen in een van de kunstvakken: dans, drama, muziek of beeldende vakken. Leerlingen in de kader- en beroepsgerichte leerweg kunnen wel een kunstvak volgen, maar hier geen examen in doen. Handreiking SE kunstvakken inclusief CKV
De essentie van het vak is dat leerlingen culturele en kunstzinnige activiteiten meemaken en eigen werk produceren en presenteren. De leerlingen reflecteren op deze activiteiten met een vormvrij kunstdossier.
Het examenprogramma bestaat uit vier domeinen:

Oriëntatie op leren en werken

De leerling kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van kunst en cultuur in de maatschappij.

Basisvaardigheden

De leerling kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerking en informatie verwerven en verwerken.

Culturele en kunstzinnige vorming en verdieping

De leerling kan zich een beeld vormen van het culturele en kunstzinnige veld door te kiezen voor en actief deel te nemen aan ten minste vier culturele en kunstzinnige activiteiten die gerelateerd zijn aan verschillende kunstvakken (zoals bijvoorbeeld beeldende vorming, muziek, dans en drama). Ten minste één kunstzinnige activiteit resulteert in de productie en presentatie van eigen werk.

Reflectie en kunstdossier

De leerling kan zijn culturele en kunstzinnige ontwikkeling inzichtelijk maken in een kunstdossier, waarvan de vorm door de school en de leerling tezamen bepaald wordt. Hij kan daarmee verslag doen van alle activiteiten die zijn ondernomen en hierop reflecteren.
Leerlingen sluiten het vak af met een schoolexamen, dat naar behoren moet worden afgerond. De school kan zelf beslissen of het in leerjaar drie of leerjaar vier wordt afgesloten, of verspreid over deze twee jaren.
Scholen krijgen het advies om minimaal 40 uur te besteden aan het vak.

Verkennen

De leerling verkent welke ervaringen hij heeft, welke kunst hij kent, wat hem aanspreekt en welke opvattingen hij heeft over kunst. Hij beziet hoe zijn opvattingen zijn gevormd en vergelijkt deze met die van klasgenoten, leeftijdsgenoten en anderen zoals experts en kunstenaars.

Verbreden

De leerling begeeft zich buiten de eigen vertrouwde kunstwereld en stelt zich open voor uiteenlopen kunstuitingen in ‘levensechte professionele contexten’, zoals theater, bioscoop, atelier. De leerling beschouwt deze uitingen vanuit verschillende dimensies. Voorbeelden van dimensies zijn: ambachtelijk en industrieel, traditie en innovatie, lokaal en globaal.

Verdiepen

De leerling verdiept zich in het creatief artistiek proces, door een of meer aspecten te onderzoeken. Zoals: de productie van een kunstwerk. De leerling past daarbij onderzoeksvaardigheden toe.

Verbinden

De leerling legt verbanden tussen de drie domeinen, reflecteert hierop en licht deze toe in een gesprek, presentatie of dossier.
‘Kunst actief meemaken’ is het doel van het vak. Kunst ervaren en beschouwen vraagt van leerlingen betrokkenheid, inzet, kennis en vaardigheden. En omdat de betekenis van kunst nooit vastligt, is een open en onderzoekende houding vereist. Het nieuwe examenprogramma van CKV (Culturele en Kunstzinnige Vorming) is sinds schooljaar 2017-2018 van kracht. SLO maakte een handreiking CKV om docenten meer houvast te geven bij de vormgeving van het vak.  
Er bestaat geen wettelijk verplicht aantal lesuren voor vakken in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs, dus ook niet voor CKV.
De studielast is 120 uur voor havo en 160 uur voor vwo. CKV wordt afgesloten met een schoolexamen. De leerling sluit het vak met een cijfer af. Dit cijfer telt mee in het combinatiecijfer. Andere verplichte onderdelen van het combinatiecijfer zijn maatschappijleer en het profielwerkstuk.
CKV is een schoolexamen, en daarom moet elke school een Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) opstellen. Het PTA is een formeel en wettelijk schooldocument waaraan door docenten en leerlingen rechten en plichten kunnen worden ontleend. Verplichte onderdelen zijn:
  • alle onderdelen van het examenprogramma;
  • de wijze van examinering (mondeling, schriftelijk, praktisch) van de verschillende onderdelen;
  • de mogelijkheden tot herkansing van de verschillende onderdelen;
  • de weging van de verschillende onderdelen.
Docenten en schoolleiders kunnen terecht bij het Examenloket met vragen over wet- en regelgeving voor examens in het voortgezet onderwijs. Het Examenloket is op werkdagen telefonisch bereikbaar van 9.00 uur tot 17.00 uur via 070 757 51 77 of per mail examenloket@duo.nl. Het Examenloket is een samenwerking van het ministerie van OCW, het College voor Toetsen en Examens (CvTE), de Inspectie van het Onderwijs en DUO.
Ouders en leerlingen kunnen terecht bij Ouders & Onderwijs, de landelijke organisatie voor alle ouders van schoolgaande kinderen. Telefoonnummer 0800 50 10 of vraag@oudersonderwijs.nl.

Kunst algemeen en kunst beeldende vormgeving/dans/drama of muziek

Kunst algemeen behandelt de algemene theorie (cultuurgeschiedenis) van beeldende kunst en vormgeving, muziek, dans en theater. Aan de hand van zes invalshoeken bestudeert de leerling  zes onderwerpen. Deze invalshoeken en onderwerpen staan in het examenprogramma. Leerlingen kunnen ook examen doen in één discipline. Dit onderdeel bestaat uit twee vakonderdelen: praktijk en vaktheorie. De praktische en vaktheoretische delen worden afgesloten met een schoolexamen.

Kunstvakken oude stijl

Een aantal scholen biedt kunstvakken ‘oude stijl’ aan als examenvak: handvaardigheid, tekenen, textiele vormgeving (tehatex) en muziek. Deze vakken worden afgesloten met een schoolexamen en een centraal examen.

Lees verder

Examenprogramma’s kunstvakken havo Examenprogramma’s kunstvakken vwo
Leerlingen verdiepen en verbreden hun kennismaking met kunstzinnige en andere culturele uitingen in het leergebied Kunst & Cultuur. Zij verkennen en onderzoeken daarbij hun eigen productieve mogelijkheden. Bovendien leren ze oog te krijgen voor kunstzinnige en culturele diversiteit in de Nederlandse samenleving en de diverse culturen in de wereld.

Kerndoelen leergebied Kunst & Cultuur

Het leergebied Kunst & Cultuur heeft vijf kerndoelen. Daarin is aandacht voor alle kunstdisciplines. Erfgoededucatie is verweven in de kerndoelen voor het leergebied Kunst & Cultuur, en valt verder onder het leergebied Mens & Maatschappij.

Kerndoel 48: Produceren van kunst

De leerling leert door het gebruik van elementaire vaardigheden de ontzeggingskracht van verschillende kunstdisciplines te onderzoeken. En om die toe te passen om eigen gevoelens uit te drukken, ervaringen vast te leggen, verbeelding vorm te geven en communicatie te bewerkstelligen.

Kerndoel 49: Eigen kunstzinnig werk presenteren

De leerling leert eigen kunstzinnig werk, alleen of in groepsverband, aan derden te presenteren.

Kerndoel 50: Leren kijken en luisteren naar kunst

Op basis van enige achtergrondkennis leert de leerling te kijken en/of te luisteren naar beeldende kunst, muziek, film en theatervoorstellingen.

Kerndoel 51: Verslag doen van ervaringen

Met behulp van visuele of auditieve middelen leert de leerling verslag te doen van deelname aan kunstzinnige activiteiten (als toeschouwer en als deelnemer).

Kerndoel 52: Reflecteren op kunstzinnig werk

De leerling leert mondeling of schriftelijk te reflecteren op eigen werk en werk van anderen, waaronder kunstenaars.

Invulling leergebied Kunst en Cultuur

Scholen mogen zelf bepalen hoe ze het onderwijs inrichten en aanbieden. Dit kan in een samenhangend leergebied, in afzonderlijke vakken, als onderdeel van projecten of een combinatie van de genoemde opties. Het aantal uren dat scholen aan de kunstvakken moeten besteden, is niet vastgelegd. Wel moet voldoende tijd ingepland worden om de algemene doelstelling en de kerndoelen te realiseren.

Lees verder

Leergebied Kunst en cultuur
De beroepsgerichte examenprogramma’s voor de bovenbouw van het vmbo hebben bijbehorende profielen. Hiermee krijgen leerlingen inzicht in mbo-opleidingen en beroepen die bij hen passen. Bij de profielen hoort een centraal schriftelijk en praktisch examen. De vier leerwegen zijn: basisberoepsgericht (bb), kaderberoepsgericht (kb), gemengd (gl) en theoretisch (tl). Er zijn in totaal tien profielen. Dienstverlening & Producten en Media, Vormgeving & ICT zijn profielen met kunstzinnige en creatieve vakken. Scholen zijn verplicht minimaal één profiel aan te bieden. Ze zijn verder vrij in de keuze welke profielen. Die profielen bestaan uit een beroepsgerichte profielvak en beroepsgerichte keuzevakken. Het beroepsgerichte profielvak is een verplicht onderdeel van het profiel. Leerlingen krijgen basiskennis en basisvaardigheden aangeboden om in een beroep of werkveld goed te functioneren. Voor elk profiel is een platform voor en door scholen ingericht.

Beroepsgerichte keuzevakken

Elk profiel heeft een aantal keuzevakken, met daarbij ook de mogelijkheid om een kunstvak te kiezen. Zo kan een leerling zijn programma verdiepen of verbreden. Afhankelijk van de leerweg kiest een leerling tenminste vier (bb en kb) of twee (gl) keuzevakken. Afhankelijk van het aanbod van de school, kunnen leerlingen keuzevakken binnen en buiten het profiel kiezen.

Algemeen deel en kunstvakken

Naast bovengenoemde onderdelen bevatten de profielen altijd de algemeen vormende vakken:
  • Nederlands;
  • Engels;
  • Maatschappijleer;
  • Lichamelijke opvoeding;
  • Kunstvakken inc. CKV

LoopbaanOriëntatie en Begeleiding

Daarnaast kent elk profiel het onderdeel LoopbaanOriëntatie en Begeleiding (LOB). Hierin maken leerlingen kennis met de praktijk tijdens praktijkopdrachten, bedrijfsbezoeken en/of stages. De inhoud is deels gekoppeld aan het beroepsgerichte profielvak. Leerlingen sluit het LOB af met een loopbaandossier.

Lees verder

Website platforms vmbo
Mbo-opleidingen kunnen – onder begeleiding van het servicepunt voor Invoering Herziening Kwalificatie Structuur (IHKS) – zelf vrije keuzedelen ontwikkelen. Deze vrije keuzedelen worden opgenomen in een register van de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Be-drijfsleven (SBB). Er liggen dus kansen voor mbo-opleidingen om samen met culturele instellingen een cultureel keuzedeel te ontwikkelen. Sommige mbo-opleidingen hebben dit ook al gedaan. Zelf een creatief keuzedeel ontwikkelen? Lees deze tips! Bekijk twee voorbeelden uit de praktijk