Veelgestelde vragen over Thema's

Auteursrecht is het recht van een maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen. Een kunstwerk is het wettelijke eigendom van de maker en blijft dat tot 70 jaar na diens overlijden. Auteursrecht is wettelijk vastgelegd. Als je een werk (een kunstwerk, foto, toneeltekst, compositie, film, script, etcetera) wilt gebruiken waar auteursrecht op rust, heb je toestemming nodig van de maker. De maker heeft recht op betaling voor het gebruik van zijn prestatie. De maker kan een betaling vragen of een verbod tot openbaarmaking/uitvoering opleggen. Of de maker een professionele kunstenaar of een amateur is, is daarbij niet van belang. Verder kan een maker eisen dat bij openbaarmaking zijn/haar naam wordt vermeld. Ook kan hij/zij zich altijd verzetten tegen vervorming en verminking van het werk. Overdracht van auteursrechten In de praktijk maken veel makers gebruik van de mogelijkheid om hun auteursrechten geheel of gedeeltelijk over te dragen aan een professionele beheerder, die namens de maker toestemming verleent om hun werk openbaar te maken of te verveelvoudigen. Vaak omdat die beheerder beschikt over een netwerk om het werk te promoten, zodat het vaker (en uiteraard tegen betaling) wordt gebruikt. Beheerder muziek Buma/Stemra Beheerder visuele producten Creative Commons Creative Commons is een platform dat auteurs, kunstenaars, wetenschappers, docenten en alle andere creatieve makers de vrijheid biedt om op een flexibele manier met hun auteursrechten om te gaan. Met een keuze uit 6 standaardlicenties bepaalt de maker in welke mate zijn of haar werk verder verspreid en bewerkt mag worden, en onder welke voorwaarden dit mag. Meer informatie Auteursrecht.nl
Een team van LKCA-medewerkers ondersteunt de landelijke leergemeenschap met een aantal activiteiten, zoals de Kennis Delen Festivals. Ook ondersteunen wij de leergemeenschappen in de rol van moderator. Die rol is nodig om een leergemeenschap te helpen opstarten, begeleiden en ondersteunen met werkvormen. Een moderator stimuleert een lerende en onderzoekende manier van werken.
Met het subsidiegeld van Cultuureducatie met Kwaliteit profiteren kinderen op de basisschool van goed cultuuronderwijs. Kinderen leren met plezier belangrijke vaardigheden en kunnen zich – dankzij goed cultuuronderwijs – ontwikkelen tot creatieve en kritische mensen die klaar zijn voor de uitdagingen in deze 21e eeuw. Sinds 2013 zijn dankzij de subsidie in het hele land projecten gestart voor een periode van vier jaar. In deze projecten werkten scholen samen met culturele instellingen aan de ontwikkeling van doorlopende leerlijnen voor muziek, dans, tekenen, toneel en erfgoed. Ook zijn beoordelingsinstrumenten ontwikkeld, zorgden culturele instellingen voor aanbod dat gericht is op de vraag van de school en is de deskundigheid van leerkrachten vergroot. In 2017 startte een nieuwe periode van vier jaar Cultuureducatie met Kwaliteit. Een groot aantal projecten heeft opnieuw subsidie aangevraagd en worden dus voortgezet. Sommige projecten zijn gestopt en er zijn ook nieuwe scholen verwelkomt. In totaal zijn in deze tweede periode 46 projecten die met Cultuureducatie met Kwaliteit aan de slag gaan. Op de website van Cultuureducatie met Kwaliteit vind je alle informatie over het programma, de scholen die meedoen, de opbrengsten en praktijkverhalen.
Om de projecten verder te ondersteunen, heeft het ministerie van OCW extra geld voor aanvullende projecten en  beleid beschikbaar gesteld. Deze projecten werden uitgevoerd door culturele instellingen of pabo’s. Met dit geld zijn onder meer de kennisbasis kunstvakken op de pabo ontwikkeld en de post-hbo opleiding Cultuurbegeleider in het primair onderwijs.
Tijdens een serie Kennis Delen Festivals delen CmK-penvoerders hun kennis en ervaringen. Het zijn dagen waar collega’s in het netwerk van en met elkaar leren. Van iedere bijeenkomst verzamelen we inzichten, vragen, verhalen, analyses, beelden. Die verzameling vertalen we naar duurzame producten zoals online magazines, publicaties en verslagen.
In het magazine CmK leert samen vind je inspiratie over samen leren als leergemeenschap én over de rol van moderator. Met inzichten en vragen uit de eerste editie van het Kennis Delen Festival (februari 2019).
In de publicatie Niet bang zijn voor open deuren! lees je de elf projectoverstijgende succesfactoren die we uit gesprekken tijdens het tweede Kennis Delen Festival (juni 2019) met penvoerders hebben geformuleerd.

De term kwaliteit spreekt niet voor zichzelf. Het is een ambigu begrip. De betekenis ervan is nooit gegeven, maar wordt altijd bepaald door mensen. Iedereen vindt kwaliteit belangrijk, maar maatstaven kunnen verschillen. Kwaliteit vul je in al naar gelang je situatie, invalshoek, voorkeur, verantwoordelijkheid, handelingsperspectief of belangen. Het (waarde)oordeel over kwaliteit is kortom afhankelijk van wie het uitspreekt.

Kwaliteit is in iedere sector van belang, maar nog net iets meer in het onderwijs, omdat alle kinderen recht hebben op goed onderwijs. De rijksoverheid maakt daarom via basiseisen, in de vorm van kerndoelen, duidelijk wat zij verwacht. Bovendien stelt het ministerie van OCW aanvullende regels en verplichtingen op, zoals toetsen, een leerlingvolgsysteem, referentieniveaus en leerlijnen. Schoolbesturen zijn formeel verantwoordelijk voor onderwijskwaliteit. Zij sturen vooral op opbrengsten (Cito-scores).

Scholen hebben veel vrijheid om hun onderwijs naar eigen inzicht in te vullen. Die autonomie kan echter ingeperkt worden door mechanismen van verantwoording en toezicht. Besturen moeten leeropbrengsten verantwoorden aan het ministerie, individuele scholen aan hun bestuur. De Inspectie van het onderwijs beoordeelt scholen regelmatig (vierjaarlijks) op kwaliteit. Kwaliteit kan hierdoor gekwantificeerd raken; verworden tot een beleidstarget met meetbare prestatie indicatoren, met name gericht op effectiviteit.

De kans is groot dat er minder tijd en aandacht aan cultuuureducatie besteed wordt. Professionals zullen over het algemeen een veel bredere kwaliteitsopvatting hebben, die uitgaat van ontwikkeldoelen en van waarom ze in het onderwijs werken.

Uit een analyse van Frissen et al. (2015) van het discours over kwaliteit blijkt dat bestuurlijke partijen dominant zijn in het gesprek over onderwijskwaliteit. Het ministerie van OCW, de Inspectie van het onderwijs en de onderwijsbesturen verenigd in de PO-Raad voeren de boventoon, spelers in het primaire proces (schoolleiders en leraren) zijn ondervertegenwoordigd. Er is een brede dialoog tussen alle betrokkenen nodig om het kwaliteitsbegrip, ook van cultuureducatie, vanuit een variëteit aan perspectieven in te vullen.

Er is al veel kennis over de kwaliteit(en) van cultuureducatie. In de publicatie Elke school is uniek lees je welk effect de Regeling Versterking Cultuureducatie in het Primair Onderwijs heeft gehad op veertien scholen. Hoe basisscholen met kunst- en cultuureducatie werken aan 21e eeuwse vaardigheden, lees je in D:21 Kwalitatief Onderzoek. Dan zijn er de laatste jaren ook verschillende handreikingen en kwaliteitskaders gemaakt. Ook zijn er tal van onderzoeken gedaan en onderzoeksartikelen geschreven over hoe het ervoor staat met de kwaliteit van cultuureducatie en hoe je die kwaliteit kunt stimuleren. De studies en artikelen geven een mooie beschrijving van hoe divers scholen werken aan cultuureducatie. Ze laten zien wat er mogelijk is. In de bronnen vind je een veelvoud aan factoren die van invloed zijn op kwaliteit. Kwaliteit wordt echter vrijwel nooit normatief ingevuld. Tussen de regels door lees je wel meer impliciete opvattingen over wat goed zou zijn, maar dit wordt nauwelijks expliciet gemaakt.

De rode draad door de geraadpleegde literatuur over kwaliteit is ‘keuzes maken’. Welke keuze je ook maakt, het is cruciaal om hier bewust mee om te gaan. Op keuzes, en onderliggende criteria en waarden kun je reflecteren en met elkaar in gesprek gaan. Reflectie en dialoog zijn belangrijk, op uitvoerend én bestuurlijk niveau. Kwaliteit wordt volgens Hooge et al. (2015) namelijk bepaald in de zone waar samenwerking tussen mensen tot stand komt. Professionals zitten niet zonder meer op één lijn. Ze zijn verwikkeld in micropolitieke processen van overleg, gezamenlijk visie en plannen maken, afstemming, onderhandeling, uitruil en machtsstrijd. Van belang voor gedeeld begrip is de uitoefening van gedeeld en gespreid leiderschap, en gezamenlijke of participatieve besluitvorming.

Voor cultuureducatie wordt het sturen op kwaliteit in het algemeen overgelaten aan de schoolleider en de cultuurcoördinator, ieder vanuit een eigen logica. Bij veranderingen of vernieuwingen in de schoolorganisatie speelt de schoolleider altijd een cruciale rol. Een schoolteam dat wil werken aan de kwaliteit van cultuureducatie zal oog moeten hebben voor de diversiteit in perspectieven, voorkeuren, waarden en opvattingen die er leven in de groep, en daarover in gesprek gaan. Dat kwaliteit geen gegeven is geldt namelijk zeker voor cultuureducatie dat een grote verscheidenheid kent in inhouden, didactieken en toetsvormen. Niet iedere leerkracht voelt zich ook even bekwaam om les te geven in de diverse disciplines.
Voor cultuureducatie wordt het sturen op kwaliteit in het algemeen overgelaten aan de schoolleider en de cultuurcoördinator, ieder vanuit een eigen logica. Bij veranderingen of vernieuwingen in de schoolorganisatie speelt de schoolleider altijd een cruciale rol. Een schoolteam dat wil werken aan de kwaliteit van cultuureducatie zal oog moeten hebben voor de diversiteit in perspectieven, voorkeuren, waarden en opvattingen die er leven in de groep, en daarover in gesprek gaan. Dat kwaliteit geen gegeven is geldt namelijk zeker voor cultuureducatie dat een grote verscheidenheid kent in inhouden, didactieken en toetsvormen. Niet iedere leerkracht voelt zich ook even bekwaam om les te geven in de diverse disciplines. Op vijf basisscholen vroegen we aan de schoolleider en de cultuurcoördinator hoe zij goede cultuureducatie realiseren. In de brochure Cultuureducatie op de basisschool – ‘In je fantasie kan alles… In werkelijkheid kan er meer dan je denkt!’ lees je wat er volgens hen – ondanks de beperkingen in tijd, geld en deskundigheid die er altijd zijn – wél kan als je kunst en cultuur belangrijk vindt voor je leerlingen.
In de eerste ronde (2013-2016) verstrekte het Fonds voor Cultuurparticipatie aan 54 projecten subsidie voor Cultuureducatie met Kwaliteit. In de tweede ronde (2017-2020) werden 46 projecten gehonoreerd. Instellingen, scholen en overheden werken samen aan de uitvoering van de plannen. Op de website van Cultuureducatie met Kwaliteit staat een overzicht van alle culturele instellingen die betrokken zijn bij een gehonoreerd project.
Sociaal culturele instellingen, amateurmuziek- en amateurtoneelverenigingen hoeven geen btw af te dragen over de inkomsten uit uitvoeringen, sponsorbijdragen en advertenties. (zie website van de belastingdienst) Val je buiten de genoemde categorieën, dan kun je vragen om vrijstelling van btw. Je komt hiervoor in aanmerking als je
  • geen winstoogmerk hebt;
  • de concurrentiepositie van ondernemers die wel winst beogen niet ernstig verstoort.
Verder moet de organisatie gericht zijn op
  • maatschappelijk werk
  • sociale zekerheid
  • bescherming van kinderen en jongeren
  • het leveren van culturele diensten
9% tarief Het is niet mogelijk om vrijstelling te krijgen voor diensten die belast zijn met 9% btw. Podiumoptreden valt onder 9% tarief btw. Voor algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s of culturele ANBI’s) en sociaal belang behartigende instellingen (SBBI’s) gelden speciale belastingregels. Meer informatie hierover op de website van de Belastingdienst.
Zowel voor verenigingen als stichtingen zijn statuten vereist waarin onder meer de doelstellingen en de organisatievorm zijn vastgelegd. Ook moet een vereniging of stichting zich aan een aantal regels houden. Statuten opstellen De statuten vormen de wettelijke basis van het gezelschap: elk lid is hieraan gebonden en mag zich hier niet aan onttrekken of ervan afwijken. Een vereniging kan in principe zelf statuten opstellen. Statuten bij de notaris laten vastleggen kan ook. Een stichting moet de statuten laten vastleggen bij de notaris. De kosten voor de oprichtingsakte van een vereniging of stichting variëren van € 400 tot € 800. Download Voorbeeldstatuut Huishoudelijk reglement De praktische zaken en details kun je als bestuur vastleggen in een huishoudelijk reglement. Dit wordt door de algemene ledenvergadering vastgesteld zonder tussenkomst van een notaris. Het gaat dan om regels en afspraken over het lidmaatschap, de contributiebetaling, het gebruik van repetitieruimte, enzovoort. Inschrijven bij Kamer van Koophandel Je moet de vereniging of stichting inschrijven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Hier moet ook een notarieel afschrift van de statuten ter inzage liggen en moeten de namen van de bestuursleden zijn ingeschreven. Dit doet de notaris. Formulieren voor inschrijving kun je bij de Kamer van Koophandel aanvragen. Privacywetgeving Voor alle organisaties die gegevens van personen bewaren, dus ook verenigingen en stichtingen, geldt per 25 mei 2018 de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Het gaat daarbij om gegevens van personen in digitale bestanden of op papier. Deze gegevens moeten veilig bewaard worden zonder dat vreemden erbij kunnen. Daarnaast regelt de AVG welke gegevens bewaard mogen worden. Deze privacywetgeving is voor de hele EU van toepassing. Op de website van de Autoriteit Persoonsgegevens kan je nalezen wat nodig is om jouw vereniging of organisatie AVG-bestendig te maken.
Als je met een groep mensen culturele projecten wilt gaan doen, een koor, dansgroep, schilderclub wilt beginnen, wat zijn dan de mogelijkheden? Wanneer richt je een culturele vereniging op, wanneer een stichting? Een belangrijk verschil is dat een vereniging leden kent en een stichting niet. Of is een informele club beter? Vereniging Een vereniging bestaat uit leden. Een aantal van hen vormt (meestal bij toerbeurt) het bestuur. Doordat mensen lid zijn van de vereniging is er meer betrokkenheid en binding. Je kunt een niet-officiële vereniging oprichten zonder tussenkomst van een notaris. In dat geval zijn de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk, bijvoorbeeld bij vorderingen. Je kunt een vereniging ook bij een notaris oprichten. De vereniging is dan rechtsbevoegd. Het bestuur kan verplichtingen aangaan zonder dat de bestuursleden aansprakelijk zijn. Verenigingen zijn verplicht statuten op te stellen. Je kunt alleen subsidie aanvragen bij overheden of fondsen als de vereniging een officiële rechtspersoon is. De subsidiegevers willen inzicht in de financiën van de vereniging. Een vereniging oprichten heeft vooral voordelen als er een vaste groep deelnemers is, zoals bij een orkest. koor, fanfare of dansgroep. De artistiek leider (dirigent, regisseur etc.) is geen lid van de vereniging. Stichting Bij een stichting is er geen sprake van leden. Er is wel een bestuur dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van de doelstellingen. Het bestuur kan betaalde en/of onbetaalde medewerkers aantrekken om die doelstellingen te bereiken. Het bestuur zorgt voor een sluitend project, al dan niet met behulp van subsidie. Een stichting mag niet gericht zijn op het maken van winst. Een stichting kan bijvoorbeeld werken aan theaterproducties met wisselende acteurs. Vaak zijn er wel vaste artistiek begeleiders en/of is er technische ondersteuning. Omdat er geen vaste groep leden is, hoef je niet steeds voor iedereen een rol te vinden. Wel moet je voor elke muziek-, dans- of theaterproductie een nieuwe groep mensen werven. Meestal betalen zij voor deelname. Een stichting kan ook exposites van beeldende kunst of fotografie organiseren of onderdak bieden aan kunstbeoefenaars die individueel of in groepsverband willen werken. Club of informele organisatie Bij een club of een ander type informele organisatie zijn er geen leden. Mensen kunnen vrijblijvend meedoen. Meestal maak je afspraken over bijvoorbeeld het delen van kosten en taakverdeling. Meedoen is heel laagdrempelig en er is geen administratieve romp-slomp. De huur gaat bijvoorbeeld op naam van een deelnemer die daarmee ook aansprakelijk is. Handige links Verschil vereniging of stichting Vereniging of stichting oprichten bij de notaris  Inschrijven bij de Kamer van Koophandel  De vereniging bij de Kamer van Koophandel Culturele stichting oprichten Zelf een stichting oprichten?
Een beleidsplan schetst de koers, de doelstellingen van de vereniging of stichting, en de manier waarop je die doelstellingen wilt bereiken. Wat kenmerkt je organisatie? Waarin is je vereniging bijzonder? Welke artistiek product wil je presenteren? Hoe wil je je als organisatie de komende jaren ontwikkelen? Wat heb je daarvoor nodig? Op dit soort vragen geeft het beleidsplan antwoord. Aanvullend op je beleidsplan stel je per jaar een werkplan op met de concrete activiteiten. Lees hier meer over het schrijven van een beleidsplan.