Veelgestelde vragen over Thema's

Met ingang van 1 juli 2021 treedt de Wet Bestuur Toezicht Rechtspersonen (WBTR) in werking. De wet is bedoeld om de kwaliteit van besturen te verbeteren en misstanden (wanbestuur, onverantwoordelijk financieel beheer, e.d.) te voorkomen. De wet is er gekomen om een beter bestuur te krijgen van grote verenigingen en stichtingen die met publiek geld werken (woningbouwverenigingen, ziekenhuizen, scholen etc). Maar een aantal bepalingen uit de nieuwe wet is ook relevant voor (kleinere) verenigingen en stichtingen in onder meer de cultuursector. Lees het artikel over WBTR>
Cultuur wordt hier niet aangeduid als een verzameling culturele producten, kunstwerken of erfgoed. En ook niet als set culturele waarden of normen. Cultuur wordt hier gezien als een proces dat ‘voor-waardelijk’ is voor het ontstaan van elk cultureel product en elke culturele waarde. Cultureel vermogen is het vermogen om aan dat proces mee te doen en bij te dragen.
Creatief vermogen gaat over creativiteit: het vermogen van individuele mensen om iets nieuws te kunnen bedenken of maken. Cultureel vermogen richt zich op het proces tussen mensen (dat we met onze professionele inzet kunnen verbinden en verrijken). Werken aan cultureel vermogen spreekt de creativiteit van mensen aan. Maar dat gebeurt niet alleen dáár: ook in bijvoorbeeld de wetenschap en sport wordt de creativiteit van mensen uitgedaagd.

Cultureel vermogen biedt een specifieke kijk op hoe participatie werkt. Daarmee komt dat begrip in een ander daglicht te staan. Participatie lijkt op het eerste gezicht een neutrale term, maar is dat in de praktijk meestal niet. Want het verwijst al snel naar ‘iets’ waarin moet worden geparticipeerd. Vaak gaat het dan om deelname of bezoek aan specifieke cultuurproducten of activiteiten. Cultureel Vermogen richt de blik op het verbinden en het verrijken van het culturele proces tussen mensen. Dat betekent dat er altijd aansluiting is bij een cultureel proces dat er bij die mensen al is. Zo biedt Cultureel Vermogen een referentiekader om te werken aan de verbreding en verdieping van de cultuurparticipatie van alle mensen.
Ook inclusiviteit is geen neutrale term. Net als participatie verwijst het al snel naar ‘iets’ waarin mensen betrokken moeten worden. Als je werkt aan cultureel vermogen dan sluit je aan bij wat er is. Het gaat er niet om mensen naar de ‘bron’ van cultuur te brengen; mensen zijn de bron van cultuur. Vanuit dat vertrekpunt verliest inclusiviteit als term zijn relevantie.
Met artistiek vermogen wordt meestal bedoeld: de mate waarin mensen zich een specifieke kunstdiscipline eigen hebben gemaakt en zich daarin kunnen uiten. In het referentiekader van Cultureel Vermogen is dat één van de vier elementen van de lemniscaat.
Curriculum.nu gaat over vaardigheden die kinderen nodig hebben in hun leven. Cultureel Vermogen biedt een referentiekader om het proces dat nodig is om die vaardigheden te verwerven bespreekbaar te maken: tussen leerkrachten, met kunstprofessionals en met buitenschoolse partners.
Er zijn veel overeenkomsten tussen Cultuur in de Spiegel en Cultureel Vermogen, maar ook een paar verschillen. Cultuur in de Spiegel beschrijft cultuur vanuit cognitie. Cultuuronderwijs is dan onderwijs in het verwerven van cultureel zelfbewustzijn via cognitieve vaardigheden (waarnemen, verbeelden, conceptualiseren en analyseren) en via verschillende media (het lichaam, voorwerpen, taal en grafische tekens of projecties van de werkelijkheid). Cultureel Vermogen vertrekt niet vanuit van cognitie maar vanuit communicatie – als bron van cognitie. Zo verschuift het accent van het aanleren van zelfreflectie en vaardigheden naar het interactieve proces waarin die zelfreflectie en vaardigheden zich kunnen ontwikkelen. Dat proces speelt zich voor een (belangrijk) deel af buiten het onderwijs. Cultureel Vermogen benoemt bovendien twee elementen in dat proces die in Cultuur in de spiegel misschien minder aandacht krijgen: (1) samen nieuwe cultuur maken (2) eigen uitdrukkingsvormen ontwikkelen.
Als mensen samenleven, dan ontwikkelen zij vanzelf patronen waarmee de sociale interactie hanteerbaar en voorspelbaar wordt. Die patronen vormen zich tot een complex van waarden en conventies dat kenmerkend is voor die specifieke groep of samenleving. Pascal Gielen heeft dat culturele ‘maat’ genoemd. Daartegenover plaatst hij culturele ‘onmaat’, die hij koppelt aan creativiteit en in het bijzonder aan de autonome verbeeldingskracht van kunstenaars: Cultuur is de alomvattende ‘way of life’ en creativiteit kan daarbinnen (in verschillende domeinen zoals economie, politiek, onderwijs) veranderingen aanbrengen. Echter, alleen binnen de kunsten kan de creativiteit an sich blijvend tot doel worden genomen. Vandaar dat een toonaangevende maat die binnen de kunsten dient gevolgd te worden, paradoxaal die van de onmaat is.
Cultureel Vermogen ziet cultuur als een proces van verbeeldend communiceren dat zich voortdurend afspeelt tussen mensen. We denken dat de kunsten een bijzondere en onmisbare rol spelen in dat proces omdat (1) kunstenaars ons kunnen gidsen bij het (verdiepend) ontdekken van de bestaande verbeeldingstalen (2) kunstenaars bij uitstek de ontwikkelaars zijn van nieuwe verbeelding en nieuwe media. Via de verbeeldende ‘onmaat’ van de kunsten kunnen zij mensen bewust maken van de ‘maat’ van cultuur, die ter discussie  stellen en eraan bijdragen dat mensen zich openen voor de mogelijkheid dat het anders kan.
Het eigen maken (of ontwikkelen) van nieuwe verbeeldingsvormen vraagt om een autonome kunstenaars-mindset (zie boven). In het raamwerk van Cultureel Vermogen is het domein van de kunsten de diepe culturele dimensie waarin uitdagende ervaringen ontstaan. De andere dimensie is de brede dimensie van ontmoeting met de culturele ander. Beide zijn voor het ontwikkelen van cultureel vermogen van belang.
Cultureel Vermogen biedt een samenhangend vocabulaire en een raamwerk voor het inrichten van processen en samenwerking. De basiseenheid van het cultuurbeleid zal dan niet langer het ‘culturele product’ zijn, maar de culturele ontmoeting – die het cultureel vermogen in en van de samenleving versterkt. Dat vraagt (1) om mensen die de brede en diepe vaardigheden hebben om daaraan inhoudelijk bij te dragen; (2) om mensen en instituties die het talent en organisatievermogen hebben om mensen en processen bijeen te brengen; (3) om regie op maatschappelijke omstandigheden (het ‘ecosysteem’) die het ontwikkelen van cultureel vermogen voor alle mensen toegankelijk kan maken. Dat is niet eenvoudig. Cultureel Vermogen kan daarvoor een overkoepelend referentiekader zijn.
Je kunt mailen naar info@cultureelvermogen.nl.

Cultuurcoach

De cultuurcoach stimuleert deelname aan cultuur en verbindt cultuur met andere sectoren in de gemeente. De cultuurcoach kan in dienst zijn bij de gemeente, maar bijvoorbeeld ook bij een culturele instelling. Het rijk en de gemeente financieren de cultuurcoach. Naast het primair onderwijs, kunnen cultuurcoaches vanaf 2019 ook aan de slag in andere sectoren zoals zorg, welzijn of het mbo.

Lees meer

Hoe zet je een cultuurcoach in als gemeente?
Vacatures voor cultuurcoaches kun je vinden op culturele-vacatures.nl. Iedere gemeente vult de functie anders in, dus je kunt daarnaast het beste contact opnemen met een beleidsmedewerker cultuur van je gemeente (of de gemeente waar je zou willen werken) om te vragen hoe de functie lokaal wordt ingezet, wie opdracht- of werkgever is en of er vacatures zijn. Op deze pagina vind je meer informatie over de achtergrond en inbedding van de regeling: Hoe zet je een cultuurcoach in als gemeente?

Onder de naam Curriculum.nu (voorheen #onderwijs2032) werken leraren, schoolleiders en schoolteams vanaf 2018 aan een vernieuwd curriculum verdeeld in negen leergebieden. Centraal staat de vraag wat leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs moeten kennen en kunnen. Met de opbrengst van het ontwikkelproces zullen kerndoelen worden geactualiseerd Doel van de herziening:
  • Samenhang in de onderwijsinhoud bevorderen;
  • Zorgen voor doorlopende leerlijnen: een soepele overgang van de voorschoolse periode naar het primair onderwijs, van primair naar voortgezet onderwijs en van voortgezet onderwijs naar vervolgonderwijs;
  • Overladenheid in het onderwijsprogramma terugdringen. De ontwikkelteams denken na over 70% van het curriculum om landelijk afspraken over te maken, zodat 30% overblijft voor eigen invulling van de scholen;
  • Duidelijkheid bieden aan scholen: wat moeten alle leerlingen leren en hoeveel ruimte is er over voor eigen invulling?
  • Een betere balans brengen in de hoofddoelen van het onderwijs.
Curriculum.nu is een gezamenlijk initiatief van de PO-raad, VO-raad, AVS, LAKS en Ouders & Onderwijs. In de uitvoering wordt samengewerkt met SLO. Lees meer over Curriculum.nu

Participatiewet en cultuur

Op 1 januari 2015 trad de Participatiewet in werking. Deze wet moet ervoor zorgen dat meer mensen werk vinden, ook mensen met een arbeidsbeperking. Gemeenten krijgen jaarlijks een vast budget om uitkeringen te betalen en zijn verantwoordelijk voor de correcte uitvoering van de wet. De Participatiewet is voor de cultuursector interessant, omdat steeds meer gemeenten de relatie tussen kunst en activering onderkennen. Actieve deelname aan culturele en kunstzinnige activiteiten kan mensen activeren.

Meer informatie

Ondernemen met de Participatiewet Meer over de Participatiewet (Rijksoverheid.nl)
Gemeenten verkennen nieuwe werkwijzen om specifieke groepen te bedienen. In geval van de Participatiewet moeten onderwijs, zorg en arbeidsmarkt goed op elkaar aansluiten. Gemeenten zoeken samenwerking met relevante partners in de regio. Ook onderkennen steeds meer gemeenten de relatie tussen kunst en activering. Aangezien gemeenten voorkeur hebben voor een integrale aanpak, kunnen initiatieven van kunstprofessionals op zichzelf interessant zijn of fungeren als aanvulling Kunst en cultuur vallen deels binnen het wettelijke kader en verantwoordelijkheden van gemeenten. Gemeenten kunnen kunst en cultuur ook inzetten bij de uitvoering van gemeentelijke beleidsprogramma’s. Gemeenteraden kunnen hierop aansturen in beleidskaders. Colleges kunnen kunst en cultuur meenemen in vastgesteld beleid.

Meer informatie

Ondernemen met de Participatiewet (LKCA.nl, 14 december 2017) Inspiratiegids voor Lokaal Beleid (LKCA, 2016)
Voor mensen die worden gerekend tot de ‘kwetsbare groepen’ in de samenleving, is het vaak eerst nodig om hun eigen kracht en kwaliteiten te versterken, voordat zij actief aan de samenleving deelnemen. Door projecten op te starten waarin actieve cultuurparticipatie een rol speelt, verbetert de algemene mentale veerkracht. Dit helpt mensen bij het ontwikkelen van competenties die ook op de arbeidsmarkt van pas komen. Je kunt bijvoorbeeld denken aan Theatertrainingen, bij uitstek geschikt om mensen te helpen hun presentatietechnieken te verbeteren (een vorm van sollicitatietraining). Bij theater wordt gewerkt aan zelfvertrouwen en samenwerking. En bij beeldende vorming ligt de nadruk op zelfstandig werken, plannen en zelfreflectie.

Meer voorbeelden

Ondernemen met de Participatiewet (LKCA.nl, 14 december 2017) Inspiratiegids voor Lokaal Beleid (LKCA, 2016)
In Zwolle werkt Social Enterprise Binthout samen met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In plaats van gekapte stadsbomen te versnipperen geeft Binthout ze een nieuw leven in design. De gemeente slaat een dubbele slag: Binthout geeft uiting aan het gemeentelijk duurzaamheidsbeleid en het creëert werkgelegenheid. Een ander designvoorbeeld is Design X Ambacht. Het is een initiatief van Siza, een zorgorganisatie die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt begeleidt (actief in verschillende gemeenten). Toonaangevende designers ontwikkelen samen met mensen in de werkplaatsen van Siza designproducten. In een leerwerkomgeving ontwikkelt men vaardigheden e technieken, een nieuw perspectief voor de eigen mogelijkheden en goede producten. Ook het project KunstWerk van Siza en Kunstbedrijf Arnhem zet kunst in als middel in om deelnemers naar werk te begeleiden.

Meer voorbeelden

Inspiratiegids voor Lokaal Beleid (LKCA, 2016)
Als cultuur wordt ingezet om bij te dragen aan maatschappelijke doelstellingen, kun je als gemeente denken aan bijvoorbeeld WMO-gelden. In de gemeente Brummen bepaalde de gemeenteraad bijvoorbeeld dat 5% van het WMO-budget beschikbaar is voor innovatie en vernieuwing. Kunst- en cultuurprojecten kunnen hierop ook een beroep doen.

Meer voorbeelden

Inspiratiegids voor Lokaal Beleid (LKCA, 2016)

Jeugdwet en cultuur

De Jeugdwet ondersteunt kinderen en ouders bij het opgroeien en opvoeden. Sinds 1 januari 2015 valt iedereen tot 18 jaar die tijdelijk of langer hulp nodig heeft, onder deze wet. Ook jeugdigen met psychische problemen, stoornissen of een lichte verstandelijke beperking.
Gemeenten vullen de gehele jeugdzorg lokaal in en hebben daarvoor partners nodig met goede initiatieven. Dat biedt kansen, ook voor de cultuursector. Interessante vragen voor gemeenten zijn  ‘hoe houd je jeugdigen vitaal en betrokken om zorgvragen te voorkomen of uit te stellen?’. Of ‘hoe versterk je de eigen kracht van de jeugdige, zijn gezin en de sociale omgeving?’ . De culturele sector kan bijdragen aan dergelijke vragen. Actieve deelname aan culturele en kunstzinnige activiteiten heeft een positief effect op mensen, waardoor ook culturele instellingen als partner kunnen optreden om de Jeugdwet uit te voeren. Actieve cultuurparticipatie werkt preventief: hoe beter de jongere zich voelt en ruimte krijgt en hoe meer hij/zij over een informeel (zorg)netwerk beschikt, hoe minder de vraag naar zorg zal zijn. De handreiking vanuit de kunst kan ook concreet zijn: dans is bijvoorbeeld beweging en daarmee een manier om jonge mensen te mobiliseren en overgewicht te voorkomen. Actieve cultuurparticipatie draagt bij aan een positief zelfbeeld, activeert deelnemers en kan een preventieve werking hebben vanwege de empowerment, beweging en de contacten die het oplevert. Dit sluit aan bij de belangrijkste aandachtspunten van de Jeugdwet: voorzieningen en hulpverleners moeten zich gaan richten op de versterking van de eigen kracht van jeugdigen en hun opvoeders.

Lees meer

Stut Theater in Utrecht en Stichting Formaat in Rotterdam maken theatervoorstellingen voor scholen en doen workshops met jongeren. Daarbij staan het eigen verhaal en de persoonlijke ervaringen van de jongeren centraal, en ‘repeteren’ de jongeren voor de werkelijkheid. Website Stut Theater Website Formaat Een andere manier om kinderen in de jeugdzorg en jonge vluchtelingen te inspireren biedt Kunstkameraden van stichting de Cultuurkantine in Breda. De Cultuurkantine maakt koppels van kunstenaars en kinderen. Door kunst te maken krijgen kinderen de ruimte om hun verhaal te vertellen en te laten zien wie ze zijn. (Uit: Inspiratiegids voor lokaal beleid. Preventie, zelfregie en participatie met kunst en cultuur in het sociaal domein, van LKCA) In 2017 startte RICK het project KunstWerk in Weert: een kleinschalig, maar uitdagend initiatief om WAJONGeren werkfit te maken. Door middel van kunst ontdekken WAJONGeren hun talenten en werven ze sociale skills die nodig zijn voor het zichzelf beter presenteren en handhaven in de arbeidsmarkt. RICK richt zich met name op het stimuleren van vaardigheden, zoals zelfverzekerder worden, het concentratievermogen vergroten, leren presenteren, feedback ontvangen en geven, en het beter formuleren van meningen. RICK – Sociaal-maatschappelijk Meer voorbeelden vind je in het onderzoek Buitengewoon, over de betekenis van kunst en cultuur voor veerkracht van jongeren.

Ouderen en cultuur

Door te investeren in cultuurparticipatie kunnen gemeenten bijdragen aan het welzijn en de gezondheid van ouderen. Hierdoor kan de zorgvraag afnemen. Cultuurparticipatie vermindert eenzaamheid en de kans op sociaal isolement of gezondheidsproblemen bij ouderen. Er zijn geen wettelijke kaders die gemeenten verplichten om de cultuurdeelname van ouderen te bevorderen. Er liggen wel veel kansen als het gaat om integrale beleidsvorming.
Drempels voor ouderen om mee te doen aan cultuur zijn vaak van financiële of geografische aard. Bekendheid met het aanbod speelt ook een rol. De gemeente kan hier een faciliterende rol in spelen.

Meer weten

Nooit te oud voor cultuur. Handreiking lokaal beleid ouderen en cultuur (LKCA, 2016)
Cultuurparticipatie kan een middel zijn om de doelstellingen van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet publieke gezondheid (Wpg) te realiseren. De Wmo vraagt van gemeenten om de maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid van hun burgers te stimuleren. Cultuurparticipatie hoort daarbij; als bezoeker, vrijwilliger of door actieve kunstbeoefening. Samen met relevante partners kunnen gemeenten ouderen met een fysieke, mentale, sociale of financiële beperking daarbij over een drempel helpen. Dat vermindert eenzaamheid en de kans op sociaal isolement of gezondheidsproblemen, wat weer aanknopingspunten biedt bij de Wpg.

Meer weten

Cultuur en ouderen op LKCA.nl Inspiratiegids voor Lokaal Beleid (LKCA, 2016)
Een Age Friendly City is letterlijk een leeftijdsvriendelijke stad. Vergrijzing is één van de grote maatschappelijke uitdagingen voor gemeenten. Cultuurparticipatie heeft een belangrijk positief effect op de vitaliteit, de gezondheid en het welzijn van ouderen. De steden Amsterdam, Den Haag, Eindhoven, Leeuwarden, Maastricht en het Fonds voor Cultuurparticipatie tekenden daarom in 2015 het convenant Lang Leve Kunst. Op weg naar Age Friendly Cities. Hiermee zetten ze zich in voor lokale verduurzaming van cultuurparticipatie door ouderen binnen zowel het cultuur- als Wmo-beleid. Met Cultuur+Ondernemen ontwikkelden ze strategieën voor een duurzame financiering om het draagvlak voor dit thema te vergroten. Niet alleen grote steden staan voor een opgave als het gaat om vergrijzing. Op het platteland speelt dit net zo goed.

Meer informatie en inspiratie

Handreiking Age friendly financiering (Cultuur+Ondernemen, 2016) Website Age-friendly Nederland Subsidies Age Friendly Cultural Cities (Fonds voor Cultuurparticipatie) Infographic opbrengsten 5 jaar Age Friendly Cultural Cities (Fonds voor Cultuurparticipatie)
Maak je gebruik van een artistiek professional dan ontstaat er een dienstbetrekking en krijg je te maken met een arbeidsovereenkomst, loonbelasting en een aantal andere verplichtingen. Bij een opdrachtovereenkomst hoeven geen belasting en premies te worden afgedragen, maar er geldt een belangrijke uitzondering voor personen die optreden. Kijk op belastingdienst.nl voor de artiestenregeling  en voor de loonheffing artiesten.
Artistieke begeleiders hebben in principe recht op een vergoeding, maar er zijn ook onbetaalde begeleiders. De hoogte van het honorarium is niet aan regels gebonden en varieert nogal. De cao kunsteducatie geeft kaders, daarnaast zijn er richtlijnen voor met name de discipline muziek. CAO kunsteducatie op cultuurconnectie.nl Honorariumtabel
De Code Diversiteit & Inclusie is een gedragscode van, voor en door de Nederlandse culturele en creatieve sector over diversiteit en inclusie. De code is een instrument van zelfregulering. Het doel van de code is dat de culturele en creatieve sector de brede diversiteit van de Nederlandse samenleving representeert. Een basisvereiste is dat de sector gelijkwaardig toegankelijk is voor iedereen: als maker, producent, werkende en publiek. Zo wordt de sector van iedereen. Iedereen draagt er op eigen wijze aan bij. Iedereen wordt gewaardeerd, gerespecteerd, gehoord en voelt zich thuis in de sector. Raadpleeg de Code Diversiteit & Inclusie en de website www.codedi.nl
De Code Diversiteit & Inclusie is een gedragscode van, voor en door de Nederlandse culturele en creatieve sector over diversiteit en inclusie. De code is een instrument van zelfregulering. Het doel van de code is dat de culturele en creatieve sector de brede diversiteit van de Nederlandse samenleving representeert. Een basisvereiste is dat de sector gelijkwaardig toegankelijk is voor iedereen: als maker, producent, werkende en publiek. Zo wordt de sector van iedereen. Iedereen draagt er op eigen wijze aan bij. Iedereen wordt gewaardeerd, gerespecteerd, gehoord en voelt zich thuis in de sector. Download de Code Diversiteit & Inclusie
Vul de online Scan Diversiteit & Inclusie in om te zien hoe divers en inclusief jouw organisatie is, maar ook in hoeverre jouw organisatie strategie en beleid heeft gevormd.
Wil jij actief en concreet werken aan diversiteit en inclusie binnen jouw culturele organisatie? Volg dan de vijf stappen uit de nieuwe Code Diversiteit & Inclusie.
De Code Diversiteit & Inclusie reikt jaarlijks rond november de &Awards Organisatieprijs en Persoonsprijs uit. Dit zijn prijzen voor een culturele organisatie en een professional die met succes bijdragen aan meer diversiteit & inclusie in de organisatie en/of de samenleving. Jaarlijks kun je instellingen of personen nomineren. Houd de website codedi.nl en de nieuwsbrief van Code Diversiteit & Inclusie in de gaten voor de nominaties en winnaars.
Onder de tab ‘Toppublicaties’ op deze themapagina Diversiteit & Inclusie vind je enkele relevante onderzoeken voor cultuureducatie en cultuurparticipatie. De Boekmanstichting bundelt bestaand en nieuw onderzoek in een literatuurlijst op een themapagina diversiteit en inclusie in de Cultuurmonitor.
Kunstvakken inclusief CKV is een verplicht vak voor alle leerlingen in de bovenbouw van het vmbo. Leerlingen van de theoretische en gemengde leerweg kunnen ervoor kiezen examen te doen in een van de kunstvakken: dans, drama, muziek of beeldende vakken. Leerlingen in de kader- en beroepsgerichte leerweg kunnen wel een kunstvak volgen, maar hier geen examen in doen. Handreiking SE kunstvakken inclusief CKV
De essentie van het vak is dat leerlingen culturele en kunstzinnige activiteiten meemaken en eigen werk produceren en presenteren. De leerlingen reflecteren op deze activiteiten met een vormvrij kunstdossier.
Het examenprogramma bestaat uit vier domeinen:

Oriëntatie op leren en werken

De leerling kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van kunst en cultuur in de maatschappij.

Basisvaardigheden

De leerling kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerking en informatie verwerven en verwerken.

Culturele en kunstzinnige vorming en verdieping

De leerling kan zich een beeld vormen van het culturele en kunstzinnige veld door te kiezen voor en actief deel te nemen aan ten minste vier culturele en kunstzinnige activiteiten die gerelateerd zijn aan verschillende kunstvakken (zoals bijvoorbeeld beeldende vorming, muziek, dans en drama). Ten minste één kunstzinnige activiteit resulteert in de productie en presentatie van eigen werk.

Reflectie en kunstdossier

De leerling kan zijn culturele en kunstzinnige ontwikkeling inzichtelijk maken in een kunstdossier, waarvan de vorm door de school en de leerling tezamen bepaald wordt. Hij kan daarmee verslag doen van alle activiteiten die zijn ondernomen en hierop reflecteren.
Leerlingen sluiten het vak af met een schoolexamen, dat naar behoren moet worden afgerond. De school kan zelf beslissen of het in leerjaar drie of leerjaar vier wordt afgesloten, of verspreid over deze twee jaren.
Scholen krijgen het advies om minimaal 40 uur te besteden aan het vak.

Verkennen

De leerling verkent welke ervaringen hij heeft, welke kunst hij kent, wat hem aanspreekt en welke opvattingen hij heeft over kunst. Hij beziet hoe zijn opvattingen zijn gevormd en vergelijkt deze met die van klasgenoten, leeftijdsgenoten en anderen zoals experts en kunstenaars.

Verbreden

De leerling begeeft zich buiten de eigen vertrouwde kunstwereld en stelt zich open voor uiteenlopen kunstuitingen in ‘levensechte professionele contexten’, zoals theater, bioscoop, atelier. De leerling beschouwt deze uitingen vanuit verschillende dimensies. Voorbeelden van dimensies zijn: ambachtelijk en industrieel, traditie en innovatie, lokaal en globaal.

Verdiepen

De leerling verdiept zich in het creatief artistiek proces, door een of meer aspecten te onderzoeken. Zoals: de productie van een kunstwerk. De leerling past daarbij onderzoeksvaardigheden toe.

Verbinden

De leerling legt verbanden tussen de drie domeinen, reflecteert hierop en licht deze toe in een gesprek, presentatie of dossier.
‘Kunst actief meemaken’ is het doel van het vak. Kunst ervaren en beschouwen vraagt van leerlingen betrokkenheid, inzet, kennis en vaardigheden. En omdat de betekenis van kunst nooit vastligt, is een open en onderzoekende houding vereist. Het nieuwe examenprogramma van CKV (Culturele en Kunstzinnige Vorming) is sinds schooljaar 2017-2018 van kracht. SLO maakte een handreiking CKV om docenten meer houvast te geven bij de vormgeving van het vak.  
Er bestaat geen wettelijk verplicht aantal lesuren voor vakken in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs, dus ook niet voor CKV.
De studielast is 120 uur voor havo en 160 uur voor vwo. CKV wordt afgesloten met een schoolexamen. De leerling sluit het vak met een cijfer af. Dit cijfer telt mee in het combinatiecijfer. Andere verplichte onderdelen van het combinatiecijfer zijn maatschappijleer en het profielwerkstuk.
CKV is een schoolexamen, en daarom moet elke school een Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) opstellen. Het PTA is een formeel en wettelijk schooldocument waaraan door docenten en leerlingen rechten en plichten kunnen worden ontleend. Verplichte onderdelen zijn:
  • alle onderdelen van het examenprogramma;
  • de wijze van examinering (mondeling, schriftelijk, praktisch) van de verschillende onderdelen;
  • de mogelijkheden tot herkansing van de verschillende onderdelen;
  • de weging van de verschillende onderdelen.
Docenten en schoolleiders kunnen terecht bij het Examenloket met vragen over wet- en regelgeving voor examens in het voortgezet onderwijs. Het Examenloket is op werkdagen telefonisch bereikbaar van 9.00 uur tot 17.00 uur via 070 757 51 77 of per mail examenloket@duo.nl. Het Examenloket is een samenwerking van het ministerie van OCW, het College voor Toetsen en Examens (CvTE), de Inspectie van het Onderwijs en DUO.
Ouders en leerlingen kunnen terecht bij Ouders & Onderwijs, de landelijke organisatie voor alle ouders van schoolgaande kinderen. Telefoonnummer 0800 50 10 of vraag@oudersonderwijs.nl.