Geef mbo-studenten actieve stem in cultuuronderwijs

Inhoudelijke terugkoppeling LKCAtelier van 11 november
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Hoe kun je ook in het mbo cultuuronderwijs structureel inbedden in het curriculum? Om dat in beeld te brengen, deed LKCA onderzoek naar vier koplopers. Eén daarvan, ROC Zadkine, werkt nauw samen met culturele instellingen in Rotterdam. Bijzonder daarin is dat studenten een belangrijke vinger in de pap hebben.

‘Deze film is echt van ons!’ Toen Marlou Stolk (Theater Rotterdam) studenten dat hoorde zeggen, wist ze dat ze op de goede weg waren. Ruim veertig mbo-studenten hebben samen met Theater Rotterdam en onder regie van Collectief Het Paradijs de theatrale film Astro Angels gemaakt. De film gaat over een groep mensen die zich in 2030 heeft afgezonderd van de wereld als gevolg van een pandemie. ‘Studenten die mogen meepraten, meedoen en meebeslissen. Ja, dan maken we echt inclusief kunst- en cultuuronderwijs.’

Studenten nadrukkelijk betrekken

‘Samen’ is het kernwoord voor de Rotterdamse aanpak. Culturele instellingen en ROC Zadkine vormen sinds drie jaar een community of practice of leerecosysteem waarin ze samen leren en werken aan cultuuronderwijs voor studenten. En die studenten worden daar nadrukkelijk bij betrokken. ‘Want die weten zelf het beste wat ze nodig hebben’, zegt Swendeline Ersilia (Hiphophuis/KCR).

Dat gebeurt bijvoorbeeld via het programma Meemakers. ‘Hierin ontwikkelen hbo-studenten van kunstvakopleidingen voor en met vmbo-leerlingen culturele activiteiten’, vertelt programmaleider Femke Otto. Die formule wordt nu ook beproefd met hbo-studenten plus mbo-studenten. De kunst is om echt goed te kijken wat past bij de doelgroep. Dat betekent veel vragen stellen en goed luisteren.

Ken je doelgroep

In de breakoutrooms proberen de deelnemers dit zelf uit. Vier mbo-studenten laten zich bevragen. Zo vertelt Senna, tweedejaarsstudent sociaal werk, (‘dol op dans, geen kantoortype’) dat ze wel van een beetje spanning en energie houdt. ‘Haal me maar uit mijn comfortzone.’ Eerder hebben Senna en andere studenten samen met hbo-studenten Naomi en Nikita een dansvoorstelling gemaakt over hoe mensen elkaar voortdurend in hokjes plaatsen. Een onderwerp dat henzelf bezighield en dat ze samen artistiek hebben vormgegeven.

‘De studenten gingen met mensen op straat in gesprek: wat was voor jou moment in leven dat je echt in hokje werd geplaatst?’, vertelt Naomi. ‘Dat schreven ze op de witte overalls die studenten aanhadden en vervolgens heeft Senna de danschoreografie bedacht.’ De boodschap is helder: ken je doelgroep, sluit aan bij hun belevingswereld, geef hen verantwoordelijkheid en een actieve rol.

Succesfactoren in het mbo

Het Rotterdamse leerecosysteem is een van de vier lokale praktijken die wij afgelopen jaar hebben beschreven en geanalyseerd. ‘Het mbo is een aanjaagterrein voor ons, ook voor deze studenten is het belangrijk om in aanraking te komen met kunst en cultuur’, vertelt Huub Braam, onze collega onderzoek.

Bij twee van de vier koplopers ging het initiatief voor cultuuronderwijs uit van de ROC’s. Zo maakte ROC Mondriaan kunst en cultuur tot onderdeel van het voor alle studenten verplichte vak burgerschap. En ROC Friese Poort besteedt naast aan beroepsvorming nadrukkelijk aandacht aan brede (persoons)vorming, waarbij kunst en cultuur belangrijk is. Dit gebeurt onder meer vanuit het practoraat Brede Vorming met Koen Vos als practor.

Bij twee andere ROC’s namen culturele instellingen het voortouw. De studenten op ROC Zadkine liepen studenten stage bij culturele instellingen, waardoor de samenwerking op gang kwam. Theater De Lieve Vrouw in Amersfoort maakte met My story, your story, our story een voorstelling voor studenten van ROC Midden-Nederland. Nagesprekken met elkaar waren vast onderdeel.

Braam en zijn collega’s , trok de rode draden uit deze praktijken en kwam tot acht succesfactoren:

  1. maak iemand binnen de organisatie structureel verantwoordelijk voor cultuureducatie;
  2. zorg voor draagvlak op bestuurlijk niveau (college van bestuur ROC);
  3. zorg voor koppeling met het curriculum;
  4. sluit aan bij het beroepsperspectief;
  5. kies voor co-creatie;
  6. investeer tijd en geld;
  7. leer en participeer op locatie (bij culturele instellingen);
  8. gebruik de ervaring en beleving van mbo-studenten.

Aanpassingen en maatwerk

Samenwerking met het mbo is wel een andere tak van sport dan met het funderend onderwijs. En dat vraagt om aanpassingen en maatwerk. Zo werkt het niet om cultuurcoaches, zoals formeel de eis is, een jaar lang als docent te verbinden aan een school, vanwege de vaak korter durende modules en vakken. Het Rotterdamse Filmfestival kon het gelukkig creatief oplossen en nu werken coaches hier zes tot twaalf weken samen met studenten en opleidingen.

Het Rotterdamse leerecosysteem telt inmiddels elf culturele instellingen. ‘We trekken met elkaar op om zo goed mogelijk het mbo te bereiken en te bedienen’, vertelt KCR-medewerker Clara Linders. Zo kun je het ROC-breed aanvliegen en voorkom je dat iedereen losse contacten aangaat. ‘Ik heb wel eens docenten van Zadkine aan elkaar voorgesteld die beide enthousiast waren voor kunst en cultuur, maar dat van elkaar niet wisten’, aldus Linders.

Ook is het streven om alle sectoren, ook bijvoorbeeld techniek, te bereiken. Inmiddels zijn er binnen Zadkine twee vaste contactpersonen voor cultuuronderwijs die ook meedraaien in het leerecosysteem. En dat begint langzaamaan zijn vruchten af te werpen. ‘Voorheen hadden we wel eens stagiaires vanuit het mbo die meeliepen of opdrachten uitvoerden’, vertelt Stolk. ‘Nu is het echt anders, we werken nu samen met studenten aan authentieke kunsteducatie.’

Leestips

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 4.3 / 5. totaal 10

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Praat verder over dit onderwerp met deze expert(s):
Huub Braam
Huub Braam
Functie: Specialist Onderzoek
Expertise: mbo,onderzoek,voortgezet onderwijs
huubbraam@lkca.nl
06 15 58 73 14
Bekijk alle experts
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel