Over de schreef in de amateurkunst

Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Nieuwe cijfers over grensoverschrijdend gedrag in de amateurkunst dwingen tot een aanpak, schrijft onderzoeker Arno Neele.
Jonge vrouw met een hand geschilderd over haar mond.
Foto: iStock

Grensoverschrijdend gedrag domineert het maatschappelijke debat nu al enkele jaren. De cultuur- en mediasector speelt daarin een belangrijke rol. Denk aan de MeToo-beweging die ontstond in de filmwereld, of aan de zaak The Voice. De Raad voor Cultuur noemde in haar vorig jaar uitgebrachte advies Over de grens, op weg naar een gedeelde cultuur grensoverschrijdend gedrag dan ook een ‘hardnekkig en urgent probleem’, omdat de cultuur- en mediasector er extra kwetsbaar voor is.

Specifieke risicofactoren zijn het voortdurend selecteren van veel talent voor een beperkt aantal posities door castingdirecteuren, curatoren, docenten en artistiek leiders. Dit zorgt voor ongelijke machtsverhoudingen. Een andere risicofactor is dat fysiek contact een onlosmakelijk onderdeel is van kunstdisciplines als toneel en dans.

Maar de media-aandacht voor grensoverschrijdend gedrag betreft steevast het professionele deel van de cultuursector. Dat deel waar de grootste talenten rondlopen en waar geld verdiend wordt. Dat is een belangrijk, maar tegelijkertijd natuurlijk ook maar een beperkt deel van de sector. Want hoe zit het met grensoverschrijdend gedrag in de amateurkunst? Dat deel van de culturele sector waar enkele miljoenen Nederlanders in actief zijn, onder wie zeer getalenteerde. Waarin docenten en artistiek begeleiders werken. Waarin ook sprake is van disciplines met veel fysiek contact.

De Raad voor Cultuur constateerde in haar advies terecht dat we hier eigenlijk niet tot nauwelijks iets over weten, omdat er geen cijfers zijn over de aard en de omvang van grensoverschrijdend gedrag in de amateurkunst. En ten tijde van de publicatie van het advies kwamen er uit dit deel van de sector ook nauwelijks meldingen binnen bij het Meldpunt Mores. Betekent dit dat het in de amateurkunst niet voorkomt?

Percentage amateurkunstenaars dat te maken heeft met ongewenst gedrag tijdens de kunstbeoefening, per leeftijdsgroep. 

6 t/m 11 jaar: 22%. 
12 t/m 19 jaar: 24%.
20 t/m 34 jaar: 21%.
35 t/m 49 jaar: 16%.
50 t/m 64 jaar: 15 %.
65+: 14%.
Alle amateurkunstenaars: 18%.

Bron: Monitor Amateurkunst 2023.

Fysiek contact

Niets is minder waar. 18 procent van de amateurkunstenaars heeft in het afgelopen jaar in meer of mindere mate te maken gehad met ongewenst gedrag. Dat blijkt uit de Monitor Amateurkunst (LKCA) van dit jaar. Het gaat om gedrag als negeren, buitensluiten, roddelen, pesten, intimidatie (angst aanjagen of bedreigen), lichamelijk geweld en ongewenste seksuele aandacht.

Daarbij lijken de jongste leeftijdsgroepen het meest kwetsbaar. Zo heeft bijna een kwart van de tieners met een of meerdere vormen van ongewenst gedrag te maken tijdens de kunstbeoefening. En als we kijken naar kunstgenres, dan zien we inderdaad dat de genres met intensief fysiek contact er negatief uitspringen. Bij toneelspelers ligt het percentage dat te maken heeft met ongewenst gedrag op 27 en bij dansers zelfs op 35 procent.

Dat is helaas geheel in lijn met het recente alarmerende onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag in de danswereld (Schaduwdansen), waaruit blijkt dat 39 procent van de dansers geconfronteerd wordt met grensoverschrijdend gedrag.

De cijfers maken duidelijk dat de aanpak van dit hardnekkige en urgente probleem zich niet alleen moet richten op de professionele culturele instellingen en opleidingen, zoals de Raad voor Cultuur nog maar vorig jaar heeft aanbevolen. Want daarmee laten we een groot aantal kwetsbare amateurkunstenaars in de steek.

Dit artikel verscheen eerder in de Cultuurkrant.

Verder lezen

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 0 / 5. totaal 0

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel