‘Mensen hebben een feilloze bullshit-detector’

Interview Deirdre Carasso en Wolf Brinkman van Stedelijk Museum Schiedam.
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Het Stedelijk Museum Schiedam gooide de deuren naar de stad radicaal open en wierp zich daarbij zelfs op als verzorger van kamerplanten voor Schiedammers op vakantie. Het werkte. Directeur Deirdre Carasso en kunstenaar Wolf Brinkman over de veranderende functie van het museum, en natuurlijk over hun educatieprogramma.

Tijdens het interview wordt bij Deirdre Carasso (49), directeur van Stedelijk Museum Schiedam, op het raam geklopt. Een voorbijganger heeft wel zin in een bakkie, en op de ruit staat nou eenmaal dat men mag aankloppen voor een praatje. Carasso onderbreekt het skype-gesprek even om de man te woord te staan. Hij komt later wel terug, zegt hij, hij is wel vaker binnen geweest.

De man kent dus ook de open, verwelkomende sfeer die daar consequent is gecreëerd sinds Carasso in 2016 aantrad als directeur. Voordien werd het museum weliswaar landelijk hoog gewaardeerd door kunstliefhebbers, maar was het draagvlak in de stad mager en ging het financieel bijna kopje-onder. Met het museumteam en kunstenaar en docent Wolf Brinkman (60) bracht Carasso, die hiervoor onder andere Hoofd Educatie en publieksbegeleiding bij het Museum Boijmans Van Beuningen was, daar verandering in. Radicaal. Carasso streed in de boksring met de Rotterdamse kunstenaar Anne Wenzel die bij winst zelf een expositie zou mogen inrichten (Wenzel zegevierde), het museum organiseerde een iftar-maaltijd en een belly-painting festival als empowerment voor zwangere vrouwen, wierp zich op als kamerplantenverzorger voor Schiedammers op vakantie en bedacht nog meer ‘ondenkbare’ projecten waarmee ze de functie van het museum flink uitbreidde. Met Brinkman werd het onderwijsprogramma vernieuwd. Met succes. Vorig jaar kreeg het Stedelijk Museum Schiedam de BankGiro Loterij Museumprijs voor het meest publieksvriendelijke museum.

Wat is dat volgens jullie, de functie van een museum?

DC: “Laat ik vooropstellen dat ik alleen voor Schiedam antwoord geef, omdat ik denk dat je niet één type museum hebt. Je rol is altijd afhankelijk van de context en de omgeving. Wij willen hier een plek zijn die betekenis heeft voor veel meer mensen dan een traditioneel kunstpubliek.
De constante in het beleid hier is dus: je gelijkwaardig aan je omgeving opstellen. En net als vele andere museumeducatoren zijn we erg geïnspireerd door The Art of Relevance, het boek van Nina Simon. De metafoor die zij gebruikt is treffend. Je kunt iemand de sleutel van een kamer geven en zeggen: daarbinnen is iets moois, kom! Of je kunt zeggen: in die kamer is iets wat jou bezighoudt. Dat is een heel andere benadering.”
WB: “Kunst kan intimiderend zijn als je nog nooit in een museum bent geweest. Wij nodigen bezoekers uit vanuit hun emotie te reageren: vind je het mooi of lelijk? Maar ook: vind je het goed of slecht, en waarom? Dan gaan mensen in gesprek, ontstaat eigenaarschap. Dat levert zo veel energie op.”
DC: “Wij willen samenwerken met Schiedammers, hen de regie geven en hun verhalen en geschiedenis als inspiratie nemen. Denk aan de expositie Modest Fashion. Het museum wordt zo een ruimte voor ontmoeting en verbinding, waar je het gesprek aangaat. Kunst nodigt daar enorm toe uit.”

Hoe richten jullie je educatie in, binnen deze context van participatie, inclusiviteit en gelijkwaardigheid?

WB: “Wij hebben het educatieprogramma herijkt en gefocust op de natuurlijke relatie die tussen kunst en leren bestaat. Onder leerkrachten ontbreekt vaak het besef dat kunst binnen het curriculum kan vallen. Ik zeg altijd: er is een cruciaal verschil tussen leren en denken. Op school leer je, maar pas door erover na te denken en te praten – wat wij in ons programma stimuleren – ontstaat eigenaarschap over het geleerde.
We hebben ons educatieprogramma samen met leerkrachten gemaakt en getest, en de feedback van leerlingen is erin verwerkt. Docenten kunnen de museumles gratis ophalen en altijd kosteloos naar het museum komen, waar ze dan zelf die les geven. Ze geven feedback en zijn mede-ontwikkelaar; we hebben een mininetwerk van leerkrachten opgebouwd. Ook zij voelen zich zo gezien.
Ons ‘Maatjesproject’ is bijvoorbeeld door leerkrachten ontwikkeld. Leerlingen uit groep 8 fungeren dan als rondleiders voor de kleuters van groep 1 en 2. Dat was een enorme chaos, met soms wel 120 kids in huis. Maar wel prachtig.”
DC: “Hierin zie je weer onze visie. Die gaat over verbinding, ook in onze educatie. Het werkt. De sfeer van vertrouwen is evident, als je die kinderen als rondleiders loslaat in je museum. Het verschil is: ga je vertellen wat je gaat doen, of ga je in gesprek. Wij zijn primus inter paris. Wij weten veel van kunst, maar die kunst hoort thuis in cultuur, en dat is allesomvattend: spiritualiteit, rekenen, wetenschap, taalkundige zaken.”

Jullie hebben die nieuwe museumdefinitie (zie kader) dus niet echt nodig, lijkt het.

DC: “Wij kunnen er wel mee werken. Maar je moet het niet voorschrijven. Ik pleit voor diversiteit onder musea. Wij hebben overigens nog steeds traditionele exposities hoor, maar wij geven tamelijk radicaal invulling aan onze publieksfunctie. Sommigen zeggen dat de definitie musea kan helpen in autoritair geregeerde landen, waar censuur heerst. Maar anderen denken dat het averechts werkt.”
WB: “Die nieuwe definitie vereist dat je de knop hélemaal omzet. Niet alleen een leuke verpakking bedenken, ook de inhoud moet kloppen. ”
DC: “Ja, want mensen hebben een feilloze bullshit-detector. Het eerste wat ik altijd zeg is: als je deze weg inslaat, kun je het maar beter menen. Dit is een intensieve werkwijze. Je moet all the way gaan.”

Nieuwe, omstreden museumdefinitie
Wat is een museum? Daar heeft de ICOM, International Council of Museums (45.000 leden), zich tijdens een conferentie in Kyoto over gebogen en in 2019 werd een nieuwe conceptdefinitie gepresenteerd. Was de vorige definitie, uit 2007, nog vrij open en algemeen (in hoofdlijnen: “staat open voor publiek, verwerft, conserveert, onderzoekt, communiceert en presenteert erfgoed ten behoeve van onderwijs, studie en plezier”), de voorgestelde nieuwe definitie is veel nauwer omschreven, waarbij alle actuele maatschappelijke debatten worden aangetikt.
Dat zijn er nogal wat: musea zullen, samengevat, voortaan inclusieve en meerstemmige ruimtes zijn voor kritische dialoog over verleden en toekomst. Naast de traditionele museumfuncties moeten de conflicten en uitdagingen van het heden worden geadresseerd, met inachtneming van diversiteit, gelijke rechten en toegankelijkheid. Bovendien werken ze in actief partnerschap met en voor diverse gemeenschappen, met het doel bij te dragen aan sociale rechtvaardigheid, globale gelijkwaardigheid en het welzijn van de planeet.
Een zeer ruime opdracht, zeker voor primair collectiegerichte of door vrijwilligers moeizaam bijeengehouden musea. Geen wonder dus dat er protestgeluiden kwamen. Ook was er wrevel over de dwingende, politiserende toon, met op de achtergrond angst voor subsidieverlies. Als gevolg van het tumult is nog geen ‘definitieve definitie’ geformuleerd. Hierover wordt ook in Nederland door het National Committee van de ICOM verder gediscussieerd.

Dit is een artikel uit de nieuwe Cultuurkrant NL (maart 2020). Neem hier een kosteloos abonnement.

Foto boven: Bij het Maatjesproject in het Stedelijk Museum Schiedam gaven leerlingen in tweetallen betekenis aan kunst. Foto Stedelijk Museum Schiedam.

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 0 / 5. totaal 0

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel