Het is een hot topic, de maatschappelijke waarde van kunst en cultuur. In het landelijke cultuurbeleid is het opgenomen onder het motto: er wordt nog onvoldoende gebruik gemaakt van de inzet van creativiteit bij maatschappelijke opgaven. Ons parlement liet hierover door Berenschot een rapport opstellen. Ook is het steeds vaker terug te vinden in de criteria van subsidieregelingen: laat zien wat de maatschappelijke waarde is van je organisatie en je aanbod.
Heel veel kunstenaars zijn lokaal maatschappelijk actief, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid, sociale samenhang, welzijn, eenzaamheid, wetenschap. Maar vaak heeft dat werk last van precies dezelfde kwalen als werk binnen de culturele en creatieve sector: het is tijdelijk, projectmatig, slecht betaald en afhankelijk van allerlei verschillende (vooral culturele) potjes en kortdurende financiering. Zeker als je echt maatschappelijk effect wil bewerkstelligen is een veel langduriger inzet nodig met veel meer continuïteit.
Hoe kunnen we ervoor zorgen dat dergelijke activiteiten voldoende ondersteund en gefinancierd worden? En niet alleen maar uit cultuurgelden? Want om de ontwikkeling van kunst en cultuur op andere maatschappelijke terreinen te stimuleren, mag er in het begin financieel vanuit de cultuursector geïnvesteerd worden. Maar als we kunst en cultuur echt integreren in een ander maatschappelijk terrein, moet vandaaruit ook (fatsoenlijk) betaald worden.
En hoe kunnen we het makkelijker maken voor kunstenaars en (kleine) culturele instellingen om maatschappelijke waarde te scheppen buiten de cultuursector? Dat is niet zo simpel en vraagt veel meer inzet dan we van kunstenaars zelf kunnen verwachten.
Er is een collectieve beweging voor nodig, en vijf verschillende soorten activiteiten om die tot stand te brengen. Die moeten ook aan elkaar worden gekoppeld. Het gaat om doen, schakelen, onderzoeken en beleid ontwikkelen en uitvoeren.
Doen: zoek het hogerop
Veel kunstenaars zijn op hun best als ze in direct contact met een groep kunnen werken, of het nu in de zorg is, bij duurzaamheid, in de wijk of elders. Ze zien resultaat, maar merken tegelijkertijd ook dat er slechts heel langzaam iets verandert in het beleid van de organisatie waar ze voor werken. Ze hangen er een beetje bij of worden niet behandeld als gelijkwaardige professionals.
Dan wordt het tijd om het hogerop te zoeken. Bij medewerkers, de leiding, de sector – neem bijvoorbeeld de zorg die steeds meer vastloopt in te veel regels, te weinig aandacht voor preventie en een gebrek aan medewerkers.
En hoe langer je kijkt naar een onderwerp als bijvoorbeeld duurzaamheid, hoe meer je ziet dat het niet alleen gaat om individuele, maar ook om systeemverandering. Hoe kun je daar als kunstenaar invloed op uitoefenen met je verbeeldingskracht? Daarvoor moet je aan tafel komen bij veel meer en grotere partijen en dat lukt niet in je eentje.
De regeling Samen Cultuurmaken van het Fonds voor Cultuur Participatie laat die ontwikkeling ook zien. De meerderheid van de projecten richt zich op uitvoerende projecten en een veel kleiner, maar gelukkig groeiend deel op structurele verandering in de manier waarop kunst en cultuur samenwerken met zorg en welzijn.
Schakelen en massa creëren
Voor organisatorische of beleidsmatige verandering heb je meer massa nodig. Die creëer je met organisaties die kunnen schakelen tussen doen en invloed uitoefenen, zoals landelijke, regionale of lokale intermediairs. Bijvoorbeeld LKCA, Kunstloc Brabant en vele anderen. Organisaties die kunstenaars én organisaties kunnen ondersteunen, bij elkaar brengen en met de resultaten verschillende stakeholders bereiken en beïnvloeden. Want zonder ambassadeurs op het andere terrein red je het niet. Die ambassadeurs moeten wel eerst zien en geloven in wat kunstenaars toevoegen.
Onderzoeken en bewijskracht creëren
Verandering behoeft meer bewijskracht dan alleen doen. Er is onderzoek nodig dat laat zien wat werkt, meestal in het jargon en volgens de normen van het terrein waar je kunst en cultuur wil integreren. Bijvoorbeeld: een zorgverzekeraar gelooft pas in de toegevoegde waarde van kunst na omvangrijk onderzoek naar de resultaten van de inzet van kunst en naar mogelijke kostenbesparingen. Bij kunst en zorg is dat onderzoek inmiddels in ruime mate voorhanden. Onder meer de Wereldgezondheidsorganisatie heeft de positieve effecten van kunst in de gezondheidszorg aangetoond. Sindsdien is er meer onderzoek verschenen en vindt de samenwerking tussen kunst en zorg steeds vaker plaats.
Goed onderzoek levert materiaal en argumenten op, voor zowel doeners als schakelaars. Maar je wilt ook weten wie de beslissers zijn en wat nodig is om langduriger programma’s en financiering voor elkaar te krijgen. Het programma PONT (Publieke Ontwerppraktijk) bijvoorbeeld richt zich op het versterken van de inzet van ontwerp bij maatschappelijke opgeven, maar ook dit programma duurt slechts drie jaar.
Beleid ontwikkelen en uitvoeren
Samen kunnen beleidsmakers, onderzoekers, intermediairs en kunstenaars een beleidsagenda ontwikkelen, zoals het onlangs gepresenteerde whitepaper Arts in Health, dat is gericht op langdurige integratie van kunst en cultuur met een ander terrein. Vaak zijn hiervoor gemeenten, provincies en ministeries nodig die inmiddels al zijn overtuigd van de waarde hiervan en zich willen inzetten voor hervorming van bestaande programma’s en financiering.
En dan nog: een voorwaarde is wel dat kunstenaars er vanaf het begin bij worden betrokken (anders mogen ze alleen nog aan het eind een plaatje bij het praatje maken) en op gelijkwaardig niveau meewerken (anders worden ze gezien als het hulpje van de opdrachtgever). Vaak heb je grenswerkers nodig die in staat zijn om verbindingen te leggen tussen verschillende terreinen en de taal en jargon van beide beheersen. Kunnen hiervoor geschoolde kunstenaars functioneren als grenswerkers?
Verbinden: Een gerichte beweging opzetten
Maatschappelijke waarde realiseren buiten de kunst- en cultuursector kan op heel veel manieren. Als individuele kunstenaar, als groep, als organisatie. Kunstenaars dragen bij via het zichtbaar en voelbaar maken van vraagstukken vanuit meerdere perspectieven. Zij helpen verandering vormgeven en alternatieve oplossingen bedenken.
Maar als we echt creatieve impact willen hebben op belangrijke maatschappelijke opgaven zoals de crisis in de zorg, de overgang naar een duurzamere samenleving, aandacht voor groepen die niet mee kunnen komen, noem maar op, dan is er veel meer nodig. Daarvoor zullen we een sterke beweging moeten creëren. Doen, schakelen, onderzoeken en beleid, en de verbinding daartussen, zijn vijf essentiële onderdelen voor een gezamenlijke en gerichte beweging waarin je steeds meer stakeholders verenigt.
Verder lezen
- Een uitgebreidere versie van dit verhaal lees je in deze nieuwsbrief van Joost Heinsius;
- Op deze pagina vind je de whitepaper Arts in Health Nederland: een nationale agenda.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)