Ik zie nog niet genoeg veranderen

Interview met Ruth van de Putte
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
‘Niet talentontwikkeling, maar beleving’ is het credo van The Residents, het educatieproject van het Residentie Orkest. “Cultuur wordt gezien als luxegoed. Achterlijk!”, aldus een uitgesproken hoofd Educatie.

Dit interview verscheen in Cultuurkrant 2021, nummer 3.

(Lees verder onder de afbeelding)

twee kinderen spelen viool
Het product boeit minder dan het proces. Foto Residentie Orkest

Door Covid-19 kon het tienjarig bestaan van The Residents niet live worden gevierd. Maar daarom niet getreurd. The Residents is een succes, en de laatste vier jaar werkt Ruth van de Putte (60) aan een uitbreiding van het programma, met oog voor diversiteit en inclusie. Het beste bewijs voor het succes: veel kinderen die op de basisschool het vierjarig traject (groep 5 tot en met 8) van The Residents hebben doorlopen, willen er op de middelbare school mee doorgaan. En dus krijgt The Residents dit jaar een nieuwe loot voor het voortgezet onderwijs: The Residents Academy.

The Residents is een leerorkest. Kinderen leren er dubbel, want zoals bekend leert het bespelen van een instrument je leren: kleine stapjes maken, doelen stellen, voldoening ervaren, discipline. Naast individuele vaardigheden zijn er sociale, zoals naar elkaar luisteren, op je beurt wachten, samenwerken, verantwoordelijkheid dragen. Tot zover niets nieuws.

‘De uitdaging is de ouders mee te krijgen’

Waarin onderscheidt The Residents zich van andere leerorkesten?

“De onderlinge verschillen zijn best groot. Het jeugdorkest van het Koninklijk Concertgebouworkest (concertgebouworkest.nl/nl/young) bijvoorbeeld selecteert alleen zeer getalenteerde leerlingen. Bij ons kan iedereen meedoen. In termen van techniek leggen we de lat niet hoog en noten lezen kun je altijd nog leren. Onze leerdoelen zijn uitgebreider op meta-cognitief en muzikaliteitsniveau, op het ontdekken van muziek als expressiemiddel, iets waardoor je je vrij kunt voelen iets te verzinnen, te improviseren.”

Essentieel, zegt Van de Putte, is het gedecentraliseerde karakter van The Residents. Het project werkt met zzp’ers die in zelfsturende teams werken. Per school bekijken die waar behoefte aan is en welke aanpak geschikt is: één keer per week een paar uur, één uur een paar keer? Docenten krijgen meer uren per week dan ze lesgeven en kunnen de extra tijd inzetten op een manier die zij zelf bepalen. Naar een concert of naar een vioolbouwer, alles kan. Ook mogen ze die uren gebruiken om individuele leerlingen extra aandacht geven. Dat pakt niet alleen voor de kwaliteit van het onderwijs goed uit, maar ook de docenten putten meer vreugde uit hun vak, aldus Van de Putte.

Als er niet primair op technische of puur cognitieve kwaliteiten wordt gestuurd, hoe meet je dan het resultaat?

“Er zijn natuurlijk wel leerdoelen voor instrumentbeheersing. De sociaal-emotionele vaardigheden worden vooral formatief geëvalueerd. Het product boeit minder dan het proces, de persoonsontwikkeling. Op zichzelf is er veel causaal bewijs voor de effecten van deze methode, maar hard bewijs is nog niet gedocumenteerd. Onderzoek is de volgende stap. Wat wij wél kunnen waarnemen is dat kansarme kinderen die het traject hebben doorlopen betere schooladviezen krijgen. We hebben zelfs een voorbeeld van een school in de gevarenzone. De interim-directeur nam het moedige besluit The Residents verplicht te stellen voor álle klassen en niet alles in te zetten op rekenen en taal. Die school staat nu niet meer onder verscherpt toezicht.”

Sinds u vier jaar geleden bij het Residentie Orkest kwam, concentreert The Residents zich op scholen in ‘Krachtwijken’ en kinderen met een migratie-achtergrond. Heeft dat gevolg voor de programma-inhoud?

“De uitdaging is de ouders mee te krijgen. Zíj moeten de deelname steunen, anders krijgen die kinderen thuis geen gelegenheid om te studeren of mogen ze niet optreden. Dat is geen kwestie van ongeïnteresseerdheid. Die ouders hebben al genoeg aan hun kop. Het werkt als je repertoire laat instuderen dat die ouders kennen; traditionele feestmuziek, populaire liedjes. Als iedereen thuis het kan meezingen, krijgt muziek maken een plaats in het huishouden.”

Van de Putte heeft een brede ervaring in de ‘keten’ van de muziekeducatie: docent in het middelbaar onderwijs, lerarenopleider op het Koninklijk Conservatorium en nu hoofd Educatie bij het Residentie Orkest. Haar leermethode Intro, geschreven met onder anderen Joost Overmars, is al jaren maatgevend in het muziekonderwijs. Zij heeft in de afgelopen 35 jaar het nodige zien veranderen in het muziekonderwijs en cultuureducatie in het algemeen.

Hoe beoordeelt u die ontwikkelingen en beleidswijzigingen?

“Toen ik begon, was the sky the limit. Er kon van alles, er waren kleinere groepen, je kon de methodes aanschaffen die jij wilde. Er was geld en goodwill. Tot vanuit de politiek een hang naar meer controle ontstond. De basisvorming is een rámp geweest. Je kunt niet alles tot achter de komma controleren. Dat werkt demotiverend. Het ergste is dat er beknot is op de lerarenopleidingen van de conservatoria én op de pabo’s. Die startcompetenties zijn kul, jonge afgestudeerden zijn helemaal niet klaar voor het vak. Zeker niet met de grote klassen die er nu zijn. Het is een fabriek geworden. Treurig.”

En die klimaatverandering ten goede in de politiek dan, waarover je vaak hoort?

“Ik zie nog niet genoeg veranderen. Curriculum.nu is in aanleg oké, maar het is de vraag wat ermee gaat gebeuren. Je hebt ballen nodig om zo’n programma er ongeschonden door te krijgen, zonder bezuinigingen of visieloze compromissen. In de politiek zie je echter steeds minder mensen die verstand van onderwijs en cultuur hebben. Cultuur wordt gezien als luxegoed. Achterlijk! Het is geen extraatje, maar een reden om voor te leven.”

Wat zou ú als minister veranderen?

“Oudere docenten lesvrije uren geven om jonge collega’s te coachen. Wat mij betreft krijgen kinderen vanaf het allereerste begin, peuterleeftijd, verspreid over de week een dag cultuuronderwijs. Niet per se als monovak; je kunt muziek verweven met andere vakken. Verleng de schooldag ook maar tot vijf uur om extra dingen te kunnen aanbieden. Inclusief een goede lunch.”

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 5 / 5. totaal 6

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel