Cultuurverenigingen in Nederland: op zoek naar leden

Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Hoe gaat het met de Nederlandse cultuurverenigingen? Wat is er veranderd en wat brengt de toekomst? Met een enqute en interviews onderzocht het LKCA dit in Achtkarspelen, Alphen a/d Rijn, Hardenberg, Houten, Nuenen en Venlo.

Cultuurverenigingen, vooral koren en orkesten, zijn nog steeds alom aanwezig in deze zes gemeenten. En dat is volgens de verenigingen maar goed ook, want in deze tijden van individualisering en digitalisering worden ze steeds belangrijker voor de lokale gemeenschap. Wel vergt het meer inspanning en inventiviteit dan voorheen om als vereniging succesvol te overleven.

We hebben in de zes gemeenten 408 culturele verenigingen gevonden. Daarvan vulden 165 verenigingen onze enquête in. Aanvullend hebben we vijftien verenigingen geïnterviewd. In dit artikel lichten we de belangrijkste bevindingen eruit.

Iets minder leden en inkomsten

Bij ongeveer 45 procent van de verenigingen bleef het ledenaantal de laatste tien jaar (redelijk) gelijk. Voor 21 procent steeg het aantal leden. Daartegenover werd 34 procent geconfronteerd met een terugloop in leden.

Het ledenverloop vertoont een sterke overeenkomst met de ontwikkeling in de inkomsten van de verenigingen. Zo bleven de inkomsten van 44 procent van de verenigingen (redelijk) gelijk, terwijl voor 21 procent de inkomsten stegen en voor 35 procent daalden.
Deze gelijke trend is niet verwonderlijk, aangezien de contributie voor veel verenigingen de belangrijkste inkomstenbron is. Nagenoeg alle verenigingen heffen contributie, gemiddeld zo’n 140 euro per lid per jaar.

Verdwenen verenigingen

Heel schokkend lijken deze ontwikkelingen op het eerste gezicht niet. Maar deze cijfers geven geen informatie over verenigingen die zijn verdwenen. Voor Alphen aan den Rijn konden we de gegevens echter vergelijken met een onderzoek uit 2009 naar amateurkunst in de gemeente. Daaruit blijkt dat het Alphense verenigingsleven een grote mate van continuïteit vertoont, maar dat de laatste jaren met name koren – in het bijzonder kerkkoren – zijn gestopt. Ook verenigingen voor andere disciplines zitten soms in zwaar weer. Een aantal van de geïnterviewde muziekverenigingen geven aan dat gelijksoortige verenigingen in hun regio door terugloop in leden zijn gestopt.

Dit is ook een bekend geluid binnen bijvoorbeeld de HaFaBra-sector (Hendriks & Bisschop Boele, 2014). Cijfers van de Koninklijke Nederlandse Muziek Organisatie (KNMO) wijzen erop dat de laatste tien jaar in Nederland minimaal 200 blaasorkesten zijn verdwenen (Volkskrant, 7-6-2016).

Ledenwerving: ‘Het onmogelijke mogelijk maken’

Het werven en behouden van leden wordt door 62 procent van de verenigingen dan ook gezien als de grootste uitdaging. Veel minder vaak noemen zij andere uitdagingen, zoals het op peil houden van de inkomsten (13 procent), verbetering/behoud van artistieke kwaliteit (11 procent) of het regelen van voldoende optredens (10 procent).

Verenigingen zijn niet altijd hoopvol gestemd over nieuwe leden. ‘Het onmogelijke mogelijk maken’, aldus een bestuurslid van het Venloos Opera Gezelschap. Bijna 30 procent verwacht een daling van het aantal leden, tegenover 12 procent die een stijging verwacht. Overigens gaat ongeveer de helft van de verenigingen er van uit het ledental op hetzelfde niveau te kunnen houden als nu.

Bastion van oudere kunstbeoefenaar

Het grote ‘probleem’ dat de verenigingen ondervinden is een vergrijzend ledenbestand en het wegblijven van de jongeren. Bijna 80 procent heeft leden van 66 jaar en ouder, terwijl jongeren tot en met 18 jaar maar bij 31 procent voorkomen. Als jongeren nog lid worden van een vereniging, dan zijn het vooral orkesten en toneelverenigingen. Bij koren en zangverenigingen komen we ze nauwelijks (6 procent) meer tegen.

En wanneer verenigingen jeugdleden hebben, dan zijn ze ook nog eens veruit in de minderheid. Bij slechts 6 procent van de verenigingen zijn de meeste leden onder de 18 jaar. Maar 11 procent van de verenigingen verwacht een verjonging van het ledenbestand, terwijl bijna de helft uitgaat van een vergrijzend ledenbestand.

Het culturele verenigingsleven lijkt in de zes gemeenten dus een bastion van de wat oudere (autochtone) Nederlander. Terwijl uit de Monitor Amateurkunst van het LKCA blijkt dat van alle leeftijdsgroepen jongeren het meest kunstzinnig en creatief actief zijn in de vrije tijd. De vereniging is voor hen blijkbaar niet de voor de hand liggende plek om die activiteiten te beoefenen.

Te druk met het maatschappelijk ‘moeten’

Waarom is het zo moeilijk nieuwe (jongere) leden te krijgen? De verenigingen noemen een aantal oorzaken. Jongeren (maar ook dertigers en veertigers) willen zich minder binden en zelf bepalen wanneer ze hun kunstzinnige activiteit beoefenen. Jongeren hebben het steeds drukker en hebben bovendien een overvloed aan keuzes voor de invulling van hun vrije tijd. Volgens een bestuurslid zijn jongeren tegenwoordig te druk met het maatschappelijk ‘moeten’. En hoogopgeleide jongeren vertrekken vaak naar elders tijdens of na hun studie. Dertigers en veertigers zijn te druk met hun kinderen en carrière. 

Daarnaast noemen zij nog enkele oorzaken die specifiek van toepassing zijn op cultuurverenigingen. Zo benadrukken muziekverenigingen het negatieve imago van de blaasmuziek als hoempapa-muziek. ‘Door maatschappelijke veranderingen is de harmonie geen automatische keuze’, aldus Harmonie St. Caecilia uit Venlo. Veel jongeren willen ook niet meer in uniform marcheren. En een bestuurslid van Fotoclub Alphoto uit Alphen aan den Rijn wijst op de gevolgen van de digitalisering: ‘Iedereen kan fotograferen, waarom lid worden van een vereniging?’

Met de tijd mee gaan

Het is interessant om te zien dat verenigingen de oorzaken vooral buiten zichzelf zoeken. Terwijl er genoeg voorbeelden zijn van verenigingen die met inventief beleid goed weten in te spelen op maatschappelijke veranderingen. Zo zagen we al dat bijna de helft van de verenigingen het ledental op peil weet te houden en dat zelfs 21 procent een stijging kent.

Hoe doen zij dat?
‘Met de tijd mee gaan’, luidt het simpele antwoord van Showorkest Harmonie Fortissimo uit Venlo. Muziektheater VAKK Hardenberg deed dat door in 2005 het repertoire aan te passen van operette naar musical. En met groot succes: VAKK wist weer nieuwe en jonge leden aan te trekken. Showkorps O&V in Nuenen heeft met nieuwe wervingsmethoden als open dagen en kennismakingslessen voor kinderen (MusicKids) weer de weg omhoog ingeslagen.

Minder subsidie

Hoe zit het met de invloed van de zich terugtrekkende overheid op het verenigingsleven? Ondanks bezuinigingen op cultuur ontving de helft van de onderzochte verenigingen in 2015 subsidie van hun gemeente en/of provincie. Lokaal lijken er wel grote verschillen te bestaan: in Achtkarspelen, Hardenberg en Venlo ontving zo rond de 60 à 70 procent subsidie in 2015, terwijl dit percentage in Alphen aan den Rijn, Houten en Nuenen rond de 20 procent ligt.

Maar we weten niet of deze verenigingen nu minder (of meer) subsidie krijgen dan in voorgaande jaren en of verenigingen die geen subsidie ontvangen dit voorheen wel kregen. Wel verklaren 27 verenigingen hun dalende inkomsten deels met het stopzetten of het terugschroeven van de gemeentelijke subsidie. Dit speelt vooral bij de verenigingen uit Houten, Nuenen en Venlo.

Redden we ons wel?

De gevolgen van het stopzetten of afbouwen van subsidie verschillen per individuele vereniging. In sommige gevallen gaat het namelijk maar om bedragen van enkele honderden euro’s. Het schrappen van de waarderingsbijdragen van 340 euro door de gemeente Nuenen lijkt bijvoorbeeld geen grote gevolgen te hebben. Veel verenigingen moeten het sowieso doen zonder overheidssubsidie. ‘We redden ons wel’, aldus een vereniging die geen subsidie krijgt.

Anders wordt het wanneer het gaat om enkele duizenden euro’s. Door de plaatsing van het gemeentelijke cultuurbudget in een lokaal cultuurfonds verloren de Houtense verenigingen bijvoorbeeld hun structurele subsidies. Big Band Houten heeft zodoende zijn werkwijze aan moeten passen en werkt nu projectmatig om voldoende inkomsten te kunnen werven. Het binnenhalen van projectsubsidies vergt wel veel meer werk. Bovendien is met deze financieringsconstructie de continuïteit niet gegarandeerd. En de artistieke begeleiders hebben geen garantie meer op hun inkomen.

Cement van de samenleving

Verenigingen moeten dus meer creativiteit en inventiviteit aan de dag leggen om te overleven en succesvol te zijn. Maar wat verliezen we als lokale samenleving wanneer verenigingen verdwijnen? Twee van de geïnterviewde bestuurders geven aan dat we niet te dramatisch moeten doen. Het is een kwestie van vraag en aanbod en daarom moet je ‘niet koste wat kost in stand houden alleen maar om het in stand houden’.

De meeste bestuurders benadrukken echter de unieke maatschappelijke waarde van de cultuurvereniging. Weliswaar lijken verenigingen steeds moeilijker te passen in een maatschappij die wordt gekenmerkt door digitalisering en individualisering, maar tegelijkertijd maken deze maatschappelijke veranderingen het verenigingsleven juist urgenter. De vereniging kan namelijk iets bieden ‘wat op televisie niet te halen is’. Juist nu andere sociale netwerken afbrokkelen of al verdwenen zijn, biedt de vereniging nog een plek om elkaar op te zoeken. Het is ook de plek waar nieuwe maatschappelijke verbanden kunnen worden gelegd die niet worden bepaald door geloof of sociaal-economische achtergrond. De vereniging als ‘cement van de samenleving’.

De vereniging moet toekomst hebben!

Verenigingen met hoofdzakelijk oudere leden beklemtonen daarnaast het belang van het lidmaatschap als instrument tegen eenzaamheid. Het lidmaatschap betekent ‘minder kans op vereenzaming en om achter de geraniums te blijven zitten’. Zo geeft het ‘plezier, afleiding en voldoening om samen te zingen’ in het shantykoor De Kloosterzangers. Juist deze functie kunnen gemeenten meer stimuleren, bijvoorbeeld door het ophalen van een medelid voor de repetitie te beschouwen als mantelzorg en de vereniging hiervoor te subsidiëren.

Verenigingen in kleine plaatsen wijzen op het cruciale belang voor de lokale gemeenschap. Zonder Malletband V.I.O.S. geen muzikale opluistering van de avondvierdaagse, de intocht van Sinterklaas en 4 mei in Kootstertille. Hetzelfde verhaal houden Fanfare de Bazuin en Christelijke Muziekvereniging Jubal voor respectievelijk Augustinusga en Dedemsvaart. De laatste spreekt daarnaast de verwachting uit dat bij het verdwijnen van Jubal ‘de meeste leden waarschijnlijk hun instrument niet meer aanraken’.
Zo ziet Muziektheater VAKK uit Hardenberg het ook. Nu de muziektheatervereniging in Dalfsen al ter ziele is gegaan, biedt VAKK als enige vereniging in de wijde omtrek aanbod in deze discipline. In kleinere plaatsen biedt de vereniging vaak een van de weinige mogelijkheden om in groepsverband aan kunstbeoefening te doen. Bij de vraag of de cultuurvereniging nog toekomst heeft, riep het bestuurslid van Mondharmonica-orkest De Luchthappers uit Nuenen dan ook uit: ‘De vereniging moet toekomst hebben!’.

Bronnen

Cultuurverenigingen per gemeente

Lees alle artikelen over de cultuurverenigingen per gemeente

Wat vinden cultuurverenigingen het belangrijkst?

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 0 / 5. totaal 0

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel