Wat er wél goed gaat in dit land: de cultuurkaart

Jaarlijks wordt voor honderdduizenden scholieren de kennismaking met cultuur gefaciliteerd
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Jan Jaap Knol is blij met de cultuurkaart voor jongeren die deze zomer op de kop af 25 jaar bestaat. Hoewel hij stiekem toch op meer hoopt.

Deze column van Jan Jaap Knol verscheen eerder in de Cultuurkrant, editie 26, juni 2023.

Foto: iStock

Goed nieuws voor alle achttienjarigen in Duitsland. Zij krijgen van de overheid deze zomer een cultuurtegoed van 200 euro waarmee ze kaartjes kunnen kopen voor het theater, de film, het museum en nog veel meer.

Na twee deprimerende coronajaren hopen de Duitse beleidsmakers zo een stevige stimulans te geven aan al dat uitgestelde cultuurbezoek. Frankrijk lanceerde vorig jaar al een vergelijkbaar programma met maar liefst 300 euro saldo voor elke 18-jarige. Beide landen trekken er honderden miljoenen euro’s voor uit.

Het zijn jaloersmakende investeringen. In Nederland kijken we wel vaker met afgunst naar de grote gebaren waarmee in onze buurlanden de waarde van kunst en cultuur wordt uitgedragen. Soms is die afgunst terecht. Soms slaat die om in zelfbeklag en klaagzangen over de politieke cultuurbarbaren waaraan de kunsten in ons land zijn overgeleverd. Misschien is het toch meer inspirerend om af en toe stil te staan bij wat er hier wél goed gaat.

Cultuurkaart voor scholieren

Lang voor deze nationale programma’s van Duitsland en Frankrijk werd in Nederland de cultuurkaart voor scholieren geïntroduceerd. Het is deze zomer op de kop af 25 jaar geleden dat Rick van der Ploeg samen met zijn onderwijscollega Karin Adelmund op de Amsterdamse Uitmarkt de komst van het vak CKV aankondigde.

Aan de introductie van dit nieuwe schoolvak verbonden zij niet veel later de toen nog papieren vouchers van het CJP, een aantal jaren later omgezet in het digitale systeem met de huidige cultuurkaart waarmee steeds weer nieuwe generaties scholieren culturele activiteiten kunnen ondernemen.

Het is frappant om te merken dat nu in Duitsland dezelfde discussies worden gevoerd als toen hier te lande de vouchers verschenen. ‘Mogen ze er dan ook mee naar de bioscoop?’ was zo’n veelgehoorde vraag. In Duitsland zijn ze er anno 2023 nog steeds niet helemaal uit. In Nederland is van meet af aan gekozen voor een brede benadering van cultuur, waarbij wel gaandeweg scholen meer regie zijn gaan voeren over de besteding van het cultuurtegoed en de keuzevrijheid voor scholieren.

Keuzevrijheid

Of de keuze nu meer bij de school dan wel bij de leerling ligt, feit is dat jaarlijks voor honderdduizenden scholieren dankzij de cultuurkaart de kennismaking met cultuur wordt gefaciliteerd. Met het instrument is in Nederland inmiddels zoveel ervaring opgedaan dat je mag hopen dat de Duitse en Franse grootinvesteerders eens bij hun buren komen kijken hoe je – met relatief weinig overhead en veel keuzevrijheid op lokaal niveau – de cultuurdeelname door jongeren stimuleert. Inclusief hun bioscoopbezoek.

Het had maar weinig gescheeld of de cultuurkaart was onder Halbe Zijlstra gesneuveld. ‘Cultuurkaart voorlopig gered van de ondergang’ kopte de NOS in mei 2012. De directeur van het CJP had er zeker een jaar lang een dagtaak aan gehad om via de Tweede Kamer te lobbyen voor behoud van de kaart. Uiteindelijk bleef het systeem behouden, zij het met een forse bezuiniging van tweederde van het oorspronkelijke budget.

Gelukkig hebben we nu met Gunay Uslu een staatssecretaris die geen gelegenheid onbenut laat om haar betrokkenheid bij de sector én bij cultuureducatie uit te dragen. In 2022 kon het budget van 5,25 per leerling gedurende één schooljaar door haar verdubbeld worden. Net als haar Duitse en Franse ambtgenoot vond ook de Nederlandse staatssecretaris dat jongeren na die beroerde coronajaren wel iets extra’s verdienden. En aan het begin van dit jaar kondigde de staatssecretaris samen met minister Dijkgraaf aan dat inmiddels 150.000 mbo’ers meedoen aan de MBO-cultuurkaart.

In 2012 sloot de NOS het al geciteerde artikel af met de zin: ‘De kaart is nu voor een jaartje gered, hoe het daarna moet is niet duidelijk’. Afgezet tegen de grauwe Zijlstra-jaren staat cultuur er bij het huidige kabinet duidelijk beter op. Maar stiekem hoop ik toch op meer. 200 euro voor elke 18-jarige, zoals in Duitsland, is toch écht een groter gebaar. Maar misschien moeten we eerst de bezuiniging uit 2012 maar eens repareren.

Lees meer uit de Cultuurkrant:

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 0 / 5. totaal 0

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel