Moet de harmonie niet gewoon op de schop?

Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel

Dwarsfluitiste en muziekdocente Sophie de Ruijter deed onderzoek naar het jeugdlid van een harmonie. Zij vroeg zich af: wat wil zo’n jeugdlid nou echt en hoe zorgen we er met zijn allen voor dat jongeren lid blijven? Sophie geeft een samenvatting van haar bevindingen, inclusief nuttige tips. Want de toekomst van de harmonie gaat haar zeer aan het hart. Ik ben zoals je weet een kind van de harmonie.

Als jong meisje was ik al gefascineerd door muziek. In een klein dorpje, genaamd Bakel in Zuidoost-Brabant, groeide ik op. Daar was tevens de plaatselijke Harmonie Musis Sacrum Bakel. Samen met een grote groep jongeren speelde ik in het jeugdorkest. De jaren verstreken en onze groep viel langzaam uit elkaar. Jeugdleden gingen studeren, kregen andere interesses of de dagen en tijden konden niet meer gecombineerd worden. Naast de bestuursleden en volwassen leden merkten ook de jongeren op dat er minder aanwas kwam vanuit de onderste en wellicht de meest belangrijke laag van een vereniging. Ook ik kreeg deze indruk en dat vormde het startpunt voor mijn onderzoek. 

Wat wil het jeugdlid van een harmonie nu echt?

In het schooljaar 2014-2015 deed ik onderzoek aan het Conservatorium van Maastricht voor mijn tweede opleiding tot Docent Muziek. De keuze  voor het onderwerp was dus al bekend: wat wil het jeugdlid van een harmonie nu echt? Tijdens het onderzoek kwamen er verschillende aspecten naar boven die ik graag met jullie deel: 

  • Jeugdleden zijn zich vaak niet bewust van het feit dat de harmonie eerder al eens op hun eigen school is geweest. Zij kunnen zich weinig tot niets herinneren van presentaties van een harmonie.
  • Wanneer jeugdleden enthousiast zijn over het maken van muziek komt dit doorgaans niet zozeer door de vereniging die op school langs is geweest. Jeugdleden trekken zich op aan een muzikant in de eigen leefomgeving, een soort muze bijvoorbeeld in de vorm van een buurman. 
  • Jeugdleden zijn zich zeer bewust van het bestuur en beleid van een harmonie en de daarmee samenhangende organisatorische zaken. Zij worden hier weinig tot niet bij betrokken. Harmonien verwachten niet dat jeugdleden ook op dit punt van waarde kunnen zijn voor de vereniging. De harmonie heeft vooral op het gebied van beleid en bestuur verwachtingen en een visie die nog niet aansluiten bij die van het jeugdlid. 

Moet heel de harmonie niet gewoon op de schop? 

De eerste keer dat ik de vraag ‘Moet heel de harmonie niet gewoon op de schop?’ naar mijn hoofd geslingerd kreeg, was ik in alle staten. Het bestaansrecht van een harmonie afnemen? Het deed zeer, ik ben zoals je weet namelijk ook een kind van de harmonie. Muziek heeft ontzettend veel te bieden voor een kind. Kijk bijvoorbeeld naar het factsheet van de Limburgse Bond van Muziekgezelschappen (LBM). Fantastisch toch? 

Maar laten we eerlijk zijn. Zo goed gaat het namelijk niet in ‘onze tak van sport’. En dan bedoel ik alle drie de facetten in het verenigingsleven: de harmonie, de fanfare en de brassband. Maar weinig verenigingen hebben op dit moment een groot aantal jeugdleden. In mijn onderzoek heb ik me overigens beperkt tot de harmonie. 

Jeugdleden hebben meer in hun mars

Ergens zit er dan ook wel een kern van waarheid in de titel van dit artikel. De harmonie is een oud gegeven, een echte traditie die vooral in de dorpen nog wordt voortgezet. De hamvraag is dus: is de harmonie eigenlijk wel ingericht op het nieuwe en meer moderne jeugdlid? Begrijp me niet verkeerd: ook ik weet dat een vereniging door meer wordt gedragen dan een jeugdlid en ook deze andere leeftijdsgroepen van belang zijn. En sommige tradities in een vereniging zijn het zeker waard. Wat alleen blijkt uit mijn onderzoek is dat jeugdleden veel meer in hun mars hebben dan wordt gedacht. Verenigingen willen veel, maar het moet wel volgens allerlei regels en tradities. De harmonie lijkt soms wel een hardwerkend paard met oogkleppen op. 

Wat kunnen we hier nu aan doen?

Stel jezelf allereerst eens de volgende vraag: hebben wij als vereniging passie voor het kind dat muziek maakt? Of hebben we vooral passie voor onze harmonie en het bestaansrecht hiervan? In mijn optiek gaat het toch echt om het jeugdlid dat enthousiast bezig is met n van de mooiste dingen op aarde: (samen) muziek maken! 

Ik ben ervan overtuigd dat de harmonie nog steeds kan voortbestaan, maar dat die andere gedaante weleens noodzakelijk kan worden. Zoals wij ook niet in n dag een muziekinstrument hebben leren spelen, zo kan jouw vereniging niet in n dag een nieuwe vorm aannemen die succesvol blijkt te zijn. Maar natuurlijk kun je het begin wel maken en ik daag je graag uit: Kijk nu eens met kritische ogen naar je eigen vereniging. 

Een stap in de goede richting:

  • Ga na of jij en je vereniging weten wat jullie jeugdleden bezighoudt binnen de vereniging.
  • Kunnen jullie elkaar vertellen wat jullie jeugdleden willen en wat hun drijfveren zijn binnen de vereniging?
  • Sta open voor feedback, luister!
  • Kijk ook eens kritisch naar het (jeugd)beleid dat er ligt. Is dat nog van deze tijd? Hebben jullie berhaupt wel een jeugdbeleid?
  • Betrek jeugdleden bij de bestuurlijke taken en het beleid van je vereniging.

Kortom: herhaling is de sleutel tot succes, maar dan graag zonder de oogkleppen.

Dwarsfluitiste Sophie de Ruijter studeerde aan het Conservatorium van Maastricht en volgde masterclasses bij o.a. Peter-Lukas Graff en Jan Ostry. Ook werd zij opgeleid tot muziekdocent. Zij geeft dwarsfluitles aan huis, bij verenigingen en muziekscholen, speelt op invalbasis bij orkesten en ensembles en werkt bij verschillende zangkoren.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Mest Magazine
Foto: Pleinconcert, foto: Thijs Poels

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 3.7 / 5. totaal 3

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel