Waarom ik van mijn shantykoor houd

Culturele praktijken in beeld
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Al meer dan een jaar mis ik de wekelijkse repetitie van mijn shantykoor op de dinsdagavond. De avond dat we normaal gesproken met een groep van een stuk of 30 mannen (ja, alleen mannen mogen meezingen) liederen over de zee zingen. Nederlands, Duits, Engels, Frans, Pools, Spaans, Gronings repertoire. Drie- tot vierstemmig. Met begeleiding van twee accordeons, basgitaar en drums. Met koffie vooraf en in de pauze, en voor wie dat wil een biertje na afloop.

Onze gemiddelde leeftijd is ongeveer 75. Inclusief mijzelf. Dik de corona-risicogroep. Dus we zingen niet. Het koor bestaat nog wel. Eens in de paar maanden verschijnt ons clubblaadje. Af en toe komt er een email van het bestuur om ons een hart onder de riem te steken. Wekelijks bel ik met een van mijn medeleden, die vanwege ziekte zo ongeveer aan huis gekluisterd is in deze pandemische tijd. En af en toe bel ik met andere koorleden. Gewoon, om contact te houden.

Lid van het koor

Ondertussen werk ik stug door aan mijn onderzoek naar dit shantykoor. Het moet leiden tot een boekje dat laat zien wat het voor de leden betekent om koorlid te zijn. Alweer meer dan 6 jaar terug werd ik daarom lid van dit koor. Inmiddels heb ik meer dan 250 repetities meegemaakt, zeker 50 optredens, interviews gedaan met alle 40 leden. Jarenlang zong ik bas; een jaar voor lockdown nr. 1 ben ik bas gaan spelen. Ik zing een solo, en een duet; maar mijn maatje met wie ik het duet zong is vlak voor coronatijd overleden, dus hoe dat met dat duet verder moet blijft nog even ongewis.

Zingen, spelen en koffiepauzes

Toen ik mijn onderzoek begon wist ik niets van shantykoren. Ik wilde gewoon onderzoek doen naar een culturele praktijk die (op zijn minst op het oog) ver verwijderd was van de ‘Kunstwereld’, en het shantykoor kwam toevallig op mijn pad. En ik geniet. Ik genoot van het zingen. Ik geniet van het basgitaar spelen. Ik geniet van de koffiepauzes, van de verhalen over het dorp, de regio, de wereld. Ik geniet van de optredens, van het plezier dat we de bewoners van verzorgingshuis X of de bezoekers van jaarmarkt Y of shantyfestival Z doen met onze muziek.

En ik geniet van mijn onderzoek. Natuurlijk kan ik hier niet mijn toekomstige boekje samenvatten. Maar ik wil wel drie tipjes van de sluier oplichten.

Tipje 1: het koor is belangrijk voor de leden

Voor ieder lid op zijn eigen manier. Voor de een is het gewoon gezellig, de ander komt vooral voor de muziek. En voor sommigen is het van levensbelang, die gaan letterlijk door tot ze er bij neervallen. “Het koor houdt mij levend”, vertrouwde een lid me laatst toe. Het opkomstpercentage is altijd rond de 90%. Je komt alleen niet als je écht niet kunt. Maar achter al die uiteenlopende redenen ligt er één hele basale reden om lid te zijn. Mensen zijn lid van het koor omdat ze samen een koor willen zijn. De motivatie is in die zin dus buitengewoon intrinsiek.

Tipje 2: samen een shantykoor zijn vraagt om voortdurend presteren

De leden verschillen enorm van elkaar, in opleiding, loopbaan, activiteiten, sociale herkomst, temperament, politieke voorkeur, muzieksmaak, muzikale vermogens, ja zelfs in leeftijd: tussen het jongste lid (ik) en het oudste lid zit een dikke 30 jaar. En elke dinsdagavond lukt het ons, ondanks die onwaarschijnlijke verschillen, toch weer om gedurende een uurtje of twee, drie een shantykoor te zijn. Dat is hard werken, en gaat ook niet altijd zonder slag of stoot. Maar het lukt, elke dinsdag weer. En dat is de grote prestatie voor mij: niet alleen het zingen, maar vooral: het koor zijn.

Tipje 3: aan de basis van die prestatie ligt een groot acceptatievermogen van de ander

Shantykoorleden vertellen mij: “Bij andere koren vragen ze: kun je zingen? Bij ons vragen we: Wil je zingen? En als het antwoord ‘ja’ is ben je welkom.” Ja, er zijn grote verschillen, en mensen ergeren zich soms aan elkaar. Toch accepteren we elkaar, wetende dat we elkaar nodig hebben in ons gezamenlijk project: een shantykoor zijn. Natuurlijk hoort de een dat de ander niet zo goed zingt, en natuurlijk vindt de ander de een misschien soms te fanatiek. Maar we hebben het met elkaar te doen, en dat doen we dus. Met volle overgave.

Alsof je in volle zee op een schip zit dat je samen naar de overkant moet varen.

Dat is waarom ik van mijn shantykoor houd. Omdat het voor mij een toonbeeld is hoe wij mensen kunnen omgaan met verschillen door in te zetten op een meerstemmigheid die we voortdurend opnieuw uitvinden.

Auteur: Evert Bisschop Boele

Lees of luister ook het interview met Evert Bisschop Boele over zijn shantykoor op NPO Radio 1 (14 februari 2021).

Het koor op de foto is niet het koor van Evert.

Deze blog is onderdeel van de blogreeks ‘Culturele praktijken in beeld‘, waarin LKCA laat zien dat het begrip ‘cultuur’ breder is dan vaak wordt vermoed. Bekijk ook de andere blogs en stel je open voor culturele praktijken die nu buiten het blikveld van de mainstream vallen.

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 4.8 / 5. totaal 5

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (2)
Michiel Boekschoten 12-07-2021

Is er veel verschil met het voetballen in een team dat deelneemt aan de 35+ competitie?

reageer
Evert Bisschop Boele 28-07-2021

Michiel, wie zal het zeggen? Ik begrijp dat je behoefte hebt aan een vergelijking tussen koorzang en voetbal. Waarom?

reageer
Jan van der Sluis 12-07-2021

Omdat ik zing bij een shantykoor.

reageer
Evert Bisschop Boele 28-07-2021

Jan, 'precies dat'!

reageer
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel