Interview met Hedwig Verhoeven: meer samenwerken, minder hokjes

Hedwig Verhoeven nam afscheid van het Fonds voor Cultuurparticipatie  
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
In haar vijf jaar bij het Fonds voor Cultuurparticipatie zag Hedwig Verhoeven een groeiende waardering voor cultuur, ook financieel. Maar de scheidend directeur-bestuurder benoemt ook wat nog beter kan: meer samenwerking en minder hokjes.

Dit is een artikel uit de Cultuurkrant, editie 29, maart 2024.

Wat waren positieve ontwikkelingen in het veld de afgelopen vijf jaar? 

‘De waarde van cultuureducatie, cultuurparticipatie, immaterieel erfgoed en talentontwikkeling is beter voor het voetlicht gekomen. Het budget van ons fonds is ruim verdubbeld. Ook bijzonder is dat we voor het eerst een meerjarige financiering voor cultuurparticipatie kregen, in plaats van kortlopende regelingen. En ik vind het fantastisch dat we sinds 2021 binnen ons cultuureducatieprogramma ook het vmbo, mbo en speciaal onderwijs bedienden. En het fonds werkt steeds meer samen met het sociale domein, gefinancierd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, met projecten als het tegengaan van eenzaamheid onder ouderen of het afremmen van Parkinson door cultuurparticipatie. Kortom, een groei in aandacht, geld en doelgroep.’

Wat zou er nog beter kunnen?  

‘De professionele en amateurkunsten zouden minder gescheiden werelden moeten zijn. Ik heb er altijd voor gepleit dat top- en breedtecultuur onlosmakelijk verbonden zijn. Het cultuurbeleid kan en moet de huidige kloof dichten door de scheiding in het bestel te laten verdwijnen. Verder mogen cultuureducatie en -participatie veel beter zichtbaar zijn in de media en politieke arena. Inzichten uit onderzoek over de waarde van cultuurdeelname zijn nog vrij onbekend bij het grote publiek.’

‘Er zijn nog te grote verschillen tussen zzp’ers in het culturele en sociale domein’

‘Een andere uitdaging is om het werken in onze sector aantrekkelijker te maken. Ik hoop dat dat lukt met een grotere focus op fair practice en inclusieve bedrijfsvoering. Er zijn bijvoorbeeld nog te grote verschillen tussen zzp’ers in het culturele en sociale domein. Wil je mensen uit beide domeinen laten samenwerken, dan moeten we die verschillen beslechten.’

De politieke wind lijkt niet echt gunstig voor kunst en cultuur? 

‘Dat weet ik niet. De laatste verkiezingsuitslag betekent voor mij nog niet dat het mes gaat in cultuureducatie, -participatie en talentontwikkeling. Wekelijks doen ruim zes miljoen mensen aan cultuur, ongeacht hun politieke voorkeur. Het lijkt mij onverstandig om zo’n groot deel van de samenleving voor het hoofd te stoten door hierop te bezuinigen. Cultuur is superbelangrijk voor onze samenleving en democratie. Daarom doet de overheid er goed aan juist cultuur te behoeden voor bezuinigen. Ik zie voor alle politieke partijen ruimte om die keuze op eigen manier te verdedigen.’

Je bent dus niet bang voor een terugkeer van cultuur als linkse hobby? 

‘Nee, dat denk ik niet, omdat voor mij cultuur dat nooit is geweest. Wel moeten we ervoor zorgen dat cultuur zo breed mogelijk genoten kan worden en zo laagdrempelig mogelijk toegankelijk wordt. Dat betekent geen mensen uitsluiten door de vorm waarin je kunst maakt. Het is belangrijk om in je beleid recht te doen aan nieuwe makers en autodidacten, aan bijvoorbeeld straatgerelateerde nieuwe kunstvormen als spoken word en breakdance.’

Wat zijn, gezien je ervaringen bij het fonds, je tips voor professionals in cultuureducatie en cultuurparticipatie?  

‘Ga nog beter samenwerken. Zorg dat je blijft investeren in verbindingen en kijk daarbij verder dan alleen de culturele sector. Ga ook de verbinding aan met ambtenaren en bestuurders, verdiep je in elkaars positie en kijk naar de lange lijnen. Zo dwing je jezelf om je minder door de waan van de dag te laten leiden en van één financieringsvorm afhankelijk te zijn. De horizon is breder dan het einde van je eigen voeten: kijk vooruit, dan zie je veel meer.’

En wat zijn je tips voor het fonds?  

‘Blijf je continu afvragen hoe we nog beter vindbaar en toegankelijk kunnen worden. Blijf kritisch op subsidievoorwaarden en ontwikkel regelingen die voor iedereen begrijpelijk zijn. Ik gun het fonds enorm dat het oog heeft voor mensen die we nu nog niet wisten te bereiken.’

Waar ben je trots op? 

‘Van oudsher is het ministerie van OCW onze opdrachtgever en hoofdfinancier. Onder mijn leiding heeft het interdepartementaal samenwerken actiever vorm gekregen, zoals met het ministerie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor samenwerking in het sociale domein.’

‘Ik ben er supertrots op dat we nu ook in gesprek zijn met het ministerie van Financiën, voor een regeling voor gedupeerde kinderen binnen de toeslagenaffaire. Door de interdepartementale samenwerking kunnen we cultuur inzetten voor de aanpak van maatschappelijke vraagstukken en zo een breder draagvlak creëren. Bovendien geef je zo een voorbeeld aan provinciale en lokale bestuurders: kom los uit de hokjes en bekijk vraagstukken vanuit meer portefeuilles. Ik heb er altijd plezier in gehad om bestuurders en cultuurmakers te verbinden. Dat is altijd de moeite van het proberen waard. Daar zal ik me ook na mijn vertrek bij het fonds hard voor blijven maken.’

Verder lezen

Honger naar meer (achtergrond)artikelen over cultuureducatie en cultuurparticipatie?

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 0 / 5. totaal 0

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel