Bijna 90% van alle basisscholen heeft een cultuurcoördinator. In maart 2015 stond de teller op 6000 icc’ers. De icc-cursus die tien jaar geleden gestart is, is dus een groot succes. Maar ook in het elfde jaar zijn alweer 400 leerkrachten gestart met de opleiding. Binnenkort beschikken dus vrijwel alle basisscholen over een vast ankerpunt voor cultuuronderwijs. Hiermee ligt er een stevige basis voor goed cultuuronderwijs voor alle kinderen in Nederland.

De cultuurcoördinator is de spil, de planner, de netwerker, de poortwachter voor kunst en cultuur en de vraagbaak voor collega’s. Hij zorgt voor continuïteit, voor het doorgeven van opgedane kennis en ervaring en voor een kwaliteitsstandaard. Het geheim van het succes is dat de cultuurcoördinator een leerkracht is. Het is geen externe deskundige of bemiddelaar, maar iemand die deel uitmaakt van het schoolteam en met de voeten in de klei staat.
De cultuurcoördinator denkt en handelt vanuit de dagelijkse lespraktijk en vanuit de omgang met kinderen en collega’s. Het gesprek over cultuuronderwijs is daarmee altijd op maat van de school.
Cultuurcoördinatoren zijn een belangrijke schakel tussen praktijk en beleid en geven met hun inzet mede vorm aan het cultuurbeleid van het ministerie van OCW.

Minister Bussemaker vindt goed cultuuronderwijs van cruciaal belang voor individu en samenleving. Het draagt eraan bij dat kinderen hun creatieve vermogens aanboren en hun talenten en vaardigheden ontwikkelen. Het doel is dat álle kinderen en jongeren een ‘startkwalificatie’ meekrijgen voor een rijk, inspirerend en betekenisvol leven. In 2005 nam de eerste interne cultuurcoördinator een certificaat in ontvangst. Jaarlijks doen 500 leerkrachten de icc-cursus.