Hoe komt een cultuurplan tot stand?

Aflevering 5 CultuurDeelJe-podcast
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
In Overijssel kun je de gedeputeerde gewoon een appje sturen om te lobbyen voor cultuur! Gedeputeerde Roy de Witte vertelt deze aflevering waarover je hem allemaal kan benaderen.

Onze podcast volgen?

Meer lobbyondersteuning nodig?


Transcript

Introductie

Bas Verberk
Welkom bij de CultuurDeelJe-podcast, een podcast van LKCA, waarin ik elke maand in gesprek ga met iemand in of rond de politiek. Deze maand ging ik langs bij Roy de Witte, gedeputeerde in de provincie Overijssel, waar ze momenteel bezig zijn met het voorbereiden van een nieuw beleidsplan voor cultuur.

Wat is een gedeputeerde

Bas verberk
Ik zit aan tafel in het Provinciehuis in Zwolle naast gedeputeerde Roy de Witte. Fijn dat je er bent, Roy. Kun je uitleggen wat een gedeputeerde eigenlijk is?

Roy de Witte
Dat is op zich al best een bijzondere vraag. Gedeputeerde De Witte is gewoon Roy. Zo uit ik me ook en ik vind het fijn dat mensen me daarmee aanspreken. Wat ik vaak zeg, is dat je eigenlijk een wethouder bent van de provincie. Dus inhoudelijk eigenlijk bestuurder van een aantal thema’s, uitdagingen die je hebt. Waar stuur je dan op, dat is dan de grote vraag? Je probeert ervoor te zorgen dat van alles bij elkaar komt. Daar ben je ook verantwoordelijk voor richting de politiek. En je bent, als je kijkt naar de provincie, een soort verbindingsofficier tussen lokale overheden, de gemeentes, waar veel inwoners mee te maken hebben en het rijk, Den Haag, ministeries. Daar ben je dagelijks mee bezig en dat zit op verschillende niveaus: de ene keer zit ik aan tafel met een wijk en de andere keer met koningin Maxima of de minister van OCW. Dus het is duidelijk dansen op schalen.

Bas Verberk
Er zijn meerdere gedeputeerden per provincie en die verdelen dan de ontwerpen?

Roy de Witte
In Overijssel hebben we er zes. We hebben er één extra toegevoegd. Dan zeggen de mensen: weer een extra bestuurder, moet je kijken wat dat kost. Maar wat we zien, is dat de uitdagingen steeds groter worden. De polarisatie neemt toe. Dat hebben de boeren laten zien en dat hebben we hier vernomen. Dat betekent dat de bestuurlijke betrokkenheid omhoog moet, dus dat je die verschillen moet beslechten. Dat kost tijd en aandacht. Ik heb de portefeuille samenleving in Overijssel. De naam zegt het al: ik heb veruit de mooiste portefeuille, want het gaat om mensen. Dat is voor mij altijd een reden geweest om naar het Provinciehuis te gaan. Ik heb sociale kwaliteit, samenredzaamheid, noaberschap, omzien naar elkaar, leven op het platteland – wat betekent dat dan? – , toerisme, cultuur, grensoverschrijdende samenwerking en ook een beetje sociaal domein, dus huisartsen en hoe zich dat gaat ontwikkelen.

Bas Verberk
Doordat jij zo’n breed palet hebt, behandel je al die thema’s ook wat meer samen?

Roy de Witte
Ik denk heel erg vanuit de mensen en vanuit het gebied. Een stedelijk gebied heeft een andere aanpak nodig dan een landelijk gebied. Daar komen meerdere thema’s samen. Leefbaar platteland gaat er vaak over dat jongeren wegtrekken en voorzieningen achteruitlopen. Dat is feitelijk niet zo, want we zien dat dat niet meer is dan voorheen. Immaterieel erfgoed, transuniteit, volkscultuur is vaak het bindingselement voor jongeren om te blijven. Dan zie je dat cultuur nog belangrijker is voor het leven op het platteland dan een actieve houding op het in stand houden van voorzieningen.

Bas Verberk
Heb jij zelf ook een achtergrond met cultuur?

Roy de Witte
Ik heb op een congres gezegd: ik ben begonnen met de blokfluit en geëindigd met de blokfluit. Daardoor heb ik ervaren wat ik gemist heb. Het helpt als je ziet, als je ouders je dwongen… dwongen niet, maar er is tegen mij als kind gezegd: of je kiest voor sport of je kiest voor cultuur. Ik heb gekozen voor sport en een prima tijd gehad, maar ik merk nu wel aan mijn eigen kinderen dat ik ze niet wil verplichten tot de keus. Ik vind dat ze in aanraking moeten komen met beide, met alle goeds van de wereld. Niet om te forceren, maar om ze die ruimte te bieden. Het helpt ook om te weten wat je gemist hebt.

De taak van een provincie

Bas Verberk
Dat is een mooie ambitie. Dan ben jij gedeputeerde, dus ik neem aan dat je een klein beetje invloed daarop hebt. Maar jij bent gedeputeerde bij een provincie en als ik denk aan cultuur, kan ik me heel goed voorstellen wat een gemeente daarin kan doen en ook wat een landelijke overheid daarin kan doen, maar wat is de taak van een provincie als het aankomt op cultuur?

Roy de Witte
Je hebt het samenspel tussen overheden, zoals men dat zegt. Je kunt een provincie zijn die daarin geen taak ziet, maar ik vind het een kerntaak die bij ons past. We hebben al verplichtingen; de bibliotheek wordt ook onder cultuur geschaard, dus daar kan je niet voor weglopen. Maar ik vind ook als provincie dat je daar een rol in moet spelen, omdat het de zuurstof is van je samenleving. Cultuur door lokale overheden wordt vaak gezien als: het moet. Het is niet altijd moreel vanzelfsprekend dat er aandacht is voor cultuur. Je bent dus een soort bewaker van al het goeds wat we hebben.

Bas Verberk
Welke rol pak jij dan als provincie?

Roy de Witte
Dat is verschillend. Er wordt vaak gekeken naar de provincie als: daar zit veel geld, dat zijn de financiers van al die mooie plannen. Dat klopt, maar we hebben ook veel kennis en kunde, we zijn makelaar, we stimuleren, regisseren, reguleren. We hebben verschillende rollen, afhankelijk van het thema wat er speelt. Als ik kijk naar mijn bestuursstijl, dat zit die vooral in verbinding. Ik probeer mensen te verleiden om intrinsiek gemotiveerd bij te dragen. Het is niet zo dat ik tegen een wethouder van cultuur zeg: jij doet niks aan cultuur in jouw gemeente, jij móet. Nee, dan bel ik hem op en daag hem uit: zullen we samen net iets meer gaan doen op die school of zullen we die bibliotheek net iets mooier maken dan die nu is. Vanuit een positieve benadering kies ik mijn stijl.

Beleidsnota

Bas Verberk
Die voorbeelden of verschillende rollen of activiteiten die je als provincie kan doen, die schrijven jullie op in een beleidsplan of cultuurplan. Nu zijn jullie bezig met het schrijven van een nieuw, voor de nieuwe periode. Die begint in 2021?

Roy de Witte
Ja, we gaan mee in de periode die ook het rijk landelijk inricht. Dat is best gek, want ik ben er nu een jaar en zit nog deels in het oude beleid te werken en je bent op zoek naar nieuw beleid. Dat geeft wel ruimte om heel veel gesprekken te voeren. Het is niet zo dat ik alles kan vangen in een beleidsnota, een Statenvoorstel, een Statenvergadering of commissievergadering. Dat is ondenkbaar, vooral als het gaat om cultuur, want dat is zo breed. Van kleine tot grote initiatieven, tot de top van de culturele piramide tot aan de muziekvereniging. Alles draagt bij, alles heeft een bepaalde waarde. Dat kun je niet ondervangen in een beleidsnota. Dat zou ook de doodsteek te zijn, dus ik probeer zo algemeen, zo flexibel mogelijk dat Statenvoorstel in te richten en de Statenleden zo veel mogelijk mee te nemen naar het culturele veld.

Bas Verberk
Wat schrijf je dan wel op in zo’n nota?

Roy de Witte
Als wij met elkaar vinden dat cultuur voor iedereen toegankelijk moet zijn, dan moet je dat duiden: wie is iedereen en wat is toegankelijk? Ik vind dat alle kinderen in Overijssel in aanraking moeten komen met cultuureducatie. Niet omdat de gedeputeerde dat vindt, maar omdat ik vind dat dat een verrijking is voor de ontwikkeling van kinderen. Wij moeten in staat zijn, ook gezien de bedragen, de sterkte van bestuurslagen, de vele initiatieven die er zijn, om dat voor elkaar te krijgen. Dat is mijn ultieme doel. Als we dat niet bereiken, voelt dat een klein beetje alsof ik gefaald heb. Dat zit hem dus meer in een gedeelde waarde dan dat ik zeg: we gaan zoveel geld besteden aan die en die, en die gaat dat en dat doen. Dat gaat niet werken.

Bas Verberk
Jij zegt, niet omdat de gedeputeerde dat vindt, maar je vindt dat in de breedte belangrijk. Ik neem aan dat jij niet de enige bent die zo’n plan schrijft? Kun je uitleggen hoe dat proces eruitziet?

Roy de Witte
Ik schrijf het juist niet. Wat ik gedaan heb in december, dat is wel mooi: ik heb in de Staten een aantal gesprekken gevoerd over hoe dat proces eruit moet zien. Het ene Statenlid zegt, ik heb veel met cultureel erfgoed, daar moeten we mee aan de slag, en de ander zegt, nieuwe vorm van cultuur.

Bas Verberk
Wat zijn Statenleden?

Roy de Witte
Dat zijn volksvertegenwoordigers die zijn gekozen door de inwoners. Verschillende partijen, verschillende belangen. Ze hebben drie taken: kaderstellend, controlerend en volksvertegenwoordigend. Ze zijn eigenlijk mijn baas; ik moet aan hen verantwoording afleggen en zij geven mij richting. Dienend leiden, wordt dat genoemd, maar ik ben gewoon loopjongen van de Staten. Dat is geldig werk om te doen, laat dat duidelijk zijn. Ik merk dat er hier heel veel draagvlak is voor cultuur. Ieder op zijn eigen niveau en op zijn eigen manier. Dat heeft met generaties en politieke achtergrond te maken. Ik merk dat er veel aandacht voor is en dat maakt het ook heel breed. Dat is mooi.

Bas Verberk
Die heb je dus aan het begin al meegenomen bij het schrijven?

Roy de Witte
We hebben we een procesvoorstel gedaan en gevraagd: wat wil je zien? Eén van de punten was dat we jongeren moeten gaan betrekken. Dat is een algemeen thema, dat zie je overal, jongeren moeten een plek gaan krijgen. Maar hoe dan en wie dan? Is dat onze jongerenraad, waarin relatief hoogopgeleide jongeren zitten of is het de mens op straat? Dat proberen we op die manier te benaderen. Moet het alleen gaan om cultureel erfgoed of ook om nieuwe vormen, nieuwe makers, het bieden van een podium voor talent, meer las- en maakplaatsen of opschaling van de bibliotheek? Er zijn zo veel vragen gesteld en in het proces probeer ik die allemaal een plek te geven. We zijn echt interactief bezig om al die partijen bij elkaar te brengen.

Jongeren bereiken

Bas Verberk
Als je het hebt over het betrekken of bereiken van jongeren, veel overheden hebben die ambitie, zie je dat er veel wordt gepraat over die doelgroep maar niet altijd mét die doelgroep. Is dat bij jou ook het geval dat je merkt dat in de Staten die doelgroep niet zit. Ook op het congres waar ik was, waren niet heel veel jongeren aanwezig. Trap jij in diezelfde valkuil?

Roy de Witte
Nee, ik ben nu 32 jaar. Dat is al relatief oud; dan begrijp je de nieuwe generatie al niet meer. Daar ben ik me terdege van bewust, maar ik weet wel hoe ik ze moet benaderen en betrekken. Daarbij hebben we in onze Staten vrij veel jonge mensen, waarvan ik mag aannemen en het vertrouwen heb dat ze weten hoe men in de wedstrijd zit. Daarnaast gaan we actief op zoek. Op momenten waar je de overheid niet verwacht, gaan we de straat op, debatten organiseren, bij scholen langs. We hebben aantal jonge makers die heel slim jongeren uitdagen om er iets van te vinden. Dan gaan we allemaal gebruiken. Wordt het uiteindelijk het hoofdstuk van de nota? Dat is de vraag. Maar ze gaan wel een plek krijgen. Als je a zegt, moet je ook b zeggen, dus je moet ze ook een antwoord gunnen.

Bas Verberk
Stel, er is een groep jongeren die actief is binnen de cultuur en naar deze podcast luistert. Als ze goede ideeën hebben voor dat cultuurbeleid, dan…?

Roy de Witte
Dan moeten ze snel langskomen. Het maakt niet uit of je wel of niet uit Overijssel komt. Als je een goed idee hebt, en je merkt dat ik aan het zoeken bent, kan je me helpen met goede initiatieven als netwerken. Ik ben flexibel en houd van een bepaalde dynamiek, dus het voor mij niet via de bestaande structuren. Als er een jongere is die dit hoort en wil helpen, wees vrij. Je kunt mailen, op de social media, Twitter en Instagram, staat mijn 06-nummer en je kunt me appen. Ik reageer niet binnen een paar minuten, maar er komt wel een reactie.

Bas Verberk
Dus in Overijssel kun je de gedeputeerde gewoon appen.

Roy de Witte
Ja. In een eerder interview vroeg men: is dat wel zo wijs, want iedereen vindt er wat van? Woordvoerders hebben het me ook ontraden, maar ik merk dat het juist zorgt voor de contacten die niet normaal zijn. In de geëigende bubbels kom ik wel, de bestuurlijke bubbel word ik wel voor uitgenodigd. Maar mensen die me ergens zien en een appje sturen van: Roy, goed verhaal, of slecht verhaal, dat gebeurt ook, en denk daar en daar aan. Dat is zo veel waardevoller dan een bestuurlijk overleg met allemaal gedeputeerden.

Stedelijke regio’s

Bas Verberk
Dat vind ik leuk om te horen en ik hoop dat het wat appjes gaat opleveren. Er is nog een ander punt waar ik het met je over wil hebben. Dat zijn de stedelijk regio’s, iets nieuws waar de minister een tijdje terug mee begonnen is. Ze heeft een open vraag gesteld aan Nederland: stedelijke regio’s, kom eens met een beschrijving van je eigen profiel, je eigen omgeving. Daarbij heeft ze geen grenzen getrokken, dat heeft ze vrijgelaten. Dat heeft nogal een ander beeld opgeleverd dan de normale grenzen, anders dan de provincies of steden. In Overijssel is het helemaal bijzonder, want daar zijn twee – jij zei net misschien zelfs wel drie – stedelijke regioprofielen ingediend.

Roy de Witte
Ja, wij hebben Zwolle, Enschede en Deventer. Dat zijn onze stedelijke regio’s. Wat ik heel sterk vind, en dat is een compliment aan de minister, is dat ze het vrij heeft gelaten. Dus dat ieder zijn eigen plek en identiteit moest vinden. Die stedelijke regio’s hebben ook heel erg gekeken naar wie ze zijn en waar ze uit bestaan. Wat zijn de kwaliteiten en wat juist niet? Dat heeft best wel een mooi beeld gegeven van het onderscheidend vermogen. Ik merk wezenlijke verschillen tussen Zwolle en Enschede. Ze kiezen ook een andere benadering, hebben een ander DNA, moderne devotie, textiel, dat zie je terug. Ik vind dat sterk en dat daagt ons ook uit om er anders mee om te gaan. Waar we wel voor moeten waken, is dat het niet weer een podium of overlegmoment of bestuurlijke drukte wordt, als je op meerdere fronten verschillende rollen hebt. Dat maakt het onwijs complex en ook overbodig complex. Dat hoeft gewoon niet.

Bas Verberk
Ik ben benieuwd of je dan weer een soort tussenlaag gaat creëren tussen rijk, provincie en gemeente.

Roy de Witte
Daar ben je zelf bij en ik probeer dat continu terug te drukken. Wat ik heel sterk vind, en daarvoor verdienen de wethouders in de stedelijke regio’s een compliment, is dat ze de verbinding leggen met ook het landelijk gebied eromheen. Bijvoorbeeld in Twente, daar is Enschede de penvoerder, organisator en initiatiefnemer. Die legt de verbinding met die veertien gemeentes en kijkt ook: wie zijn jullie, wat kunnen jullie bijdragen aan mijn profiel en wat kan ik voor jullie doen? Dat is heel sterk. Als het op die manier ingezet wordt, is dat prima. Op het moment dat er dan een profiel op zich is met als doel het profiel te zijn, dan ga je volgens mij aan het doel voorbij.

Bas Verberk
Ben je er niet bang voor dat het ten koste gaat van het aanbod en de voorzieningen in de kleinere gemeentes, doordat de grote steden… Er is vaak geld gekoppeld aan die stedelijke profielen met proeftuinen. Dat kunnen ze dan investeren in hun eigen voorzieningen, met het verhaal: daar profiteren de gemeentes om ons heen van mee. Maar het kan ook betekenen dat een kindje 20 km met de viool op de rug moet fietsen naar de vioolles, waar dat voorheen bij de buren kon, bij wijze van spreken.

Roy de Witte
Ik ben zelf een geboren en getogen plattelandsjongen. Ik woon in een heel kleine kern. Maar ik ben een grootgebruiker van de stad. Ik ben niet iemand die de verschillen benadrukt, maar juist de overeenkomsten. Zo’n cultuurprofiel kan er ook voor zorgen dat de voorzieningen in de stad sterker worden en ook gedecentraliseerd worden, dus eigenlijk het gebied ingaan. Ik zie vooral kansen en zie het niet als een opschaling van voorzieningen. Dat merk ik nu ook niet. Ik merk juist het versterken van de voorzieningen in de stedelijke regio om daar het landelijk gebied mee te voeden. Dus ik zie juist die kracht ontstaan. Het moet wel continu op de agenda staan, dus daar moet je continu aandacht voor vragen. Dat is wederzijds, dus als de stedelijke regio verkering zoekt met het landelijk gebied, moet ook het landelijk gebied leveren. Zo werkt dat in relaties, in ieder geval bij mij thuis, dat je er allebei iets voor moet doen. Ik merk dat stad en platteland elkaar zoeken, ook in overeenkomsten, met respect voor het verschil. Als je dat kunt bewerkstelligen, en vooral in de provincie Overijssel, dan zijn we sterk.

Bas Verberk
Niet is iedereen is natuurlijk in staat om de afstand van het platteland naar de stad te overbruggen. Ik hoorde net de ambitie dat je eigenlijk wilt dat iedereen met cultuur in aanraking kan komen. Zit daar dan niet een gevaar in?

Bestuurlijk kader

Roy de Witte
Onderwijs is altijd in de buurt, er is altijd een basisschool of voortgezet onderwijs bereikbaar en toegankelijk. Ik vind dat we in het basisonderwijs alles eraan moeten doen om cultuur toegankelijk te maken. Dan weet je dat alle kinderen ermee in aanraking komen. Ik heb zelf ook wel de ambitie om het te verbreden richting het voorschoolse, dus nul tot en met vier jaar. Niet om het te verplichten, maar het zou mooi zijn als die kinderen er ook mee in aanraking komen. En ook het speciaal onderwijs, want dat wordt vaak vergeten. Mijn doel is, en daar zijn we ook volop mee bezig, om vanuit het bestuurlijk kader, waar we het over gehad hebben, en de lokale convenanten zo goed mogelijk aan te sluiten bij wat er lokaal georganiseerd kan worden. Met als doel dat cultuureducatie een vanzelfsprekendheid is, dus geen discussie.

Bas Verberk
Je noemt het bestuurlijk kader. Ik denk dat dat niet voor iedereen een bekende term is. Kun je uitleggen wat dat is?

Roy de Witte
Het klinkt heel erg bestuurlijk. Wat we gezien hebben, is dat we veel te veel afhankelijk waren van landelijke regelingen die tijdelijk zijn. Dat er dan scholen waren die iets georganiseerd hebben en dat ze dat na twee of drie los moesten laten, omdat er geen financiën waren. Dat is natuurlijk funest, dan kun je net zo goed iets niet organiseren. Daarvan heeft mijn voorganger binnen de provincie Overijssel, dus alle eer aan haar, gezegd, we moeten een langere termijn gaan afspreken. Dus de zes jaar moeten we een bestuurlijk kader hebben, dat uitgewerkt wordt in lokale convenanten. Waarin je eigenlijk een soort trioloog, een gezamenlijk commitment, afspreekt tussen schoolbesturen, gemeentes, ik als provincie die daar een rol in heeft, en natuurlijk culturele instellingen. En dat je van daaruit bouwt aan die lokale robuustheid en daar laad je dan de programma’s in. Dus niet de programma’s vanuit het rijk moeten leidend zijn, maar je lokale vraag. Als je dat bij elkaar brengt, dan denk ik dat je een stuk duurzamer bent dan voorheen. En op het moment dat je duurzamer bent, betekent dat, althans in mijn ogen, dat je structureel beter cultuuronderwijs hebt. Op het moment dat dat gebeurt, zien ze daar de voordelen van en ontstaat een soort olievlek. Dat neemt niet weg, en daar ben ik best kritisch op en dat is een vraag die ik heb, dat het moeilijk is om vanuit een intentie te komen tot een lokale uitvoering. Dan kom je in elkaars verantwoordelijkheden. Dan zeggen scholen soms: Roy, mooi bedacht, maar taal en rekenen is ook van belang.

Bas Verberk
Kun je een voorbeeld geven, je bent er nu een tijdje mee bezig, van een succes en van iets wat nog een drempel is?

Roy de Witte
Dat het heel erg vanuit disciplines georganiseerd is. We hebben veel cultuurmakelaars, we hebben ambtenarencultuur, veel regelingen. Ik zie dat sommige gebieden heel erg gericht zijn op één regeling. Losser en Hardenberg zijn wel voorbeelden, Hellendoorn is misschien het beste voorbeeld, die hebben lokaal al dat commitment georganiseerd en dat is een succes. Losser stelt me nu wel de vraag: hoe nu verder, Roy? Terwijl die vraag niet voor mij is, maar voor hen. Dat maakt het ook wel spannend. Er wordt veel gekeken naar de provincie van: ga jij er financieel voor zorgen dat we een extra werkkracht kunnen aannemen? Maar dat ga ik niet doen.

Bas Verberk
Dus jullie bedenken het en eigenlijk wil je dat het daarna lokaal wordt opgepakt, maar het blijft toch een beetje bij jullie liggen.

Roy de Witte
Het blijft een beetje bij ons liggen, maar dat vind ik niet erg, want het is een groeimodel. Ik vind het terecht dat ze die vraag terug stellen, laat dat ook duidelijk zijn, dat is geen verwijt. Maar ik merk wel dat sommige gemeentes gewoon gaan. Die denken: yes, ruimte. En een aantal kijkt mij aan en zegt: Roy, nu moet jij helpen. Dat betekent dat je daar verschillend maatwerk levert. Ik zie wel dat er veel draagvlak is voor dit soort oplossingen en ik denk dat we daarmee uitgaan van onze eigen kracht en minder afhankelijk zijn van het rijk.

Bas Verberk
Dat zag ik ook aan het aantal handtekeningen. Het bestuurlijk kader zit toevallig in mijn tas en is flink ondertekend. Dat is mooi. Ik heb het op de weg hier naartoe nog even gelezen. Toen zag ik bij de uitspraken van wat je van elke partij verwacht, dat onderwijs ook tijd, middelen en personeel wil inzetten. Zo stond dat geloof ik bij de afspraken. Toen dacht ik aan de onderwijsstakingen van afgelopen weken: kan het onderwijs dat wel waarmaken, hebben die op dit moment niet met hele andere problemen te kampen?

Roy de Witte
Ik ben ervan overtuigd dat ze een probleem hebben. In zijn algemeenheid hebben wij in Nederland een schaarste aan mensen, of het nou zorg is of onderwijs, zelfs in de techniek, dus ook in cultuur zal dat zo zijn. We willen veel en hebben gewoon te weinig mensen. Ik denk dat onderwijs toch een probleem heeft, want de werkdruk neemt toe omdat we veel meer verwachten van het onderwijs. Op het moment dat je op lokaal niveau met elkaar iets kunt organiseren, kun je heel slimme dingen bedenken om juist te ontzorgen. Misschien kun je het één jaar goed aanbieden in plaats van twaalf keer. Misschien kun je het aanbieden vanuit één organisatie die het voor je organiseert of misschien kun je één docent aanstellen die het op alle scholen organiseert. Dat soort oplossingen zijn goed te doen en die ontstaan ook. Daarmee ontzorg je het onderwijs en zet je ze vooral ook in hun positie.

Bas Verberk
Of kunstvakdocenten benutten om die schaarste op te lossen?

Roy de Witte
Ja. We hadden het gisteren in Hardenberg over het organiseren van poule van kunstenaars, die in staat zijn om les te geven. Dat is toch wel een vak apart. Maar het zou mooi zijn om een poule van kunstenaars, creatievelingen die iets hebben met het vak of cultuur en dat goed kunnen uiten, te hebben om in te zetten op scholen. Dat de leerkracht op dat moment wel onderdeel is van de les, maar ook andere dingen kan doen of kan leren.

Bas Verberk
Dat is iets wat jij als gedeputeerde initieert?

Roy de Witte
Ja, daar word ik heel blij van.

Bas Verberk
Jij pakt daar een rol in?

Roy de Witte
Ja, ik zeg: dat moeten we doen, maar ik weet niet waar ze zitten. Daar hebben we andere mensen voor nodig. Ik ben best bereid om dat te stimuleren en te financieren. Ik ben ervan overtuigd dat, op het moment dat we dat doen, we iedereen vanuit hun eigen kwaliteit in hun kracht zetten. Dan ben ik blij dat er gemeentes zijn die daar ook ruimte zien.

Van papieren werkelijkheid naar realiteit

Bas Verberk
Nog een laatste vraag, want jij moet naar je volgende afspraak. Ik hoor heel veel mooie plannen, die komen straks in een cultuurnota en ook het bestuurlijk kader hebben we al genoemd. Die regioprofielen zijn benoemd. Hoe zorg je er nou voor dat die papieren werkelijkheid ook vertaald gaan worden in realiteit? Dus dat kinderen daadwerkelijk in aanraking komen met cultuur. Je kunt het opschrijven, maar de vertaling?

Roy de Witte
Dat is de grote vraag, maar dat geldt voor alles. Overal zijn de intenties goed, alleen de uitwerking is de grote vraag. Wat ik zie, is dat mijn team cultuur, dus mijn ambtenaren, goed georganiseerd zijn in netwerken. Op het moment dat iets niet klopt, krijg ik dat vrij snel op mijn tafel. Daarbij ben ik zelf ook, dat heb ik het afgelopen halfjaar laten zien, echt nauw betrokken bij hetgeen er gebeurt. Ik wil de wethouders veel zien, ik ga met schoolbesturen om tafel. Dan houd je gevoel bij de bal, feeling met wat er gebeurt. Op het moment dat je dat gevoel kunt omzetten in beleid, dan is er resultaat. Zal dat allemaal goed gaan? Dat denk ik niet, maar als ik 80% kan realiseren van alle intenties die we hebben, dan hebben we al meer gedaan dan voorheen en dan houden we altijd nog ruimte om die 20% aan te pakken. Dat is ook een beetje besturen en ik heb gelukkig ook wel de ruimte en volgens mij ook wel de benadering, dat als mensen het echt niet met me eens zijn, dat ze dat kunnen melden. Bij het bestuurlijk kader hebben we ook gezegd dat het goed zou zijn dat we aantal ouders aan tafel krijgen, die dan zeggen: cultuureducatie, volgens mij heeft mijn kind dat nog niet. Of wel. Dus een soort van gezamenlijk bewustzijn.

Bas Verberk
En niet alleen maar praten over, maar ook mét.

Roy de Witte
Met de ouders en de kinderen. Dat doen we al één keer in het jaar, dat hebben we ook vanuit dat bestuurlijk kader ingericht. Er zijn wel een aantal ouders, en daar ben ik van geschrokken, die zeggen: er is zoveel te doen en ik kan zoveel betekenen voor de kinderen, maar ik word gewoon niet ingezet. Dat zijn die quick wins, dat kost geen geld. Dat is bestuurlijke betrokkenheid, om op het juiste moment met de juiste mensen aan tafel te zitten. Die feeling, dat is een onderbuikgevoel, en het zijn bestuurlijke competenties die je leert op school.

Afsluiting

Bas Verberk
Dank je wel, het was kort maar krachtig. Mensen weten jou hopelijk te vinden. Ik heb er in ieder geval vertrouwen in dat jij daarvoor openstaat. Alvast heel erg bedankt voor dit gesprek en succes.

Roy de Witte
Jij ook, dank je wel.

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 0 / 5. totaal 0

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel