Slaan de vertegenwoordigers van de amateurkunst wel genoeg met de vuist op tafel?

Jan Jaap Knol dringt aan op structurele ondersteuning van de amateurkunst
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Via het Nationaal Akkoord Amateurkunst wordt straks geïnvesteerd in amateurkunst, maar Jan Jaap Knol betwijfelt of het genoeg is. Beste staatssecretaris, er is meer nodig dan een tijdelijke projectencarrousel.
Een mens zit achter een witte tafel met twee gebalde vuisten

Nog een paar weken en Nederland gaat weer naar de stembus. In het versplinterde politieke landschap moet worden gevreesd voor een lange formatie. En dat terwijl iedereen net zo blij was met staatssecretaris Uslu.

Zelden werd een bewindspersoon zo op handen gedragen in het culturele veld. ‘Kabinet, regeer door!’ smeekte Kunsten 92 in juli na de val van de regering. Ze bedoelden natuurlijk: ‘Uslu, ga door!’. Want wat een verademing. Zo’n bewindspersoon die de sector op haar duimpje kent. Gezegend met de blik van buitenstaander en wars van Haagse regelzucht.

‘Beleidsarm’ vond een enkeling haar Uitgangspuntenbrief. Maar beleid maakt soms meer kapot dan je lief is. Kunst gedijt bij ruimte, rust en vertrouwen. We weten niet wie er komen gaat. Zolang de formatie loopt, hebben we ten minste Gunay nog.

Zou het haar lukken om op tijd met gemeenten en provincies spijkers met koppen te slaan? Zodat de komst van het Nationaal Akkoord Amateurkunst gewaarborgd blijft? Ik hoop het. Al in 2021 verscheen het rapport Revitalisering van de amateurkunst. Dit document begint nog vrolijk – 6,4 miljoen amateurkunstenaars in ons land! – maar al snel slaat de stemming om.

Wat volgt is een opsomming van noden in de sector. Corona? Een dreun voor het vergrijzende verenigingsleven. Vrijwilligers? Steeds moeilijker te vinden, zeker voor het bestuur. Ondersteuning en begeleiding voor amateurkunstenaars? Allemaal achteruit gekacheld. ‘De ondersteuningsstructuur voor de amateurkunst is de afgelopen decennia verbrokkeld. De amateurkunstgroepen staan er alleen voor en hebben het zwaar’.

Amateurkunst is in Den Haag uit beeld geraakt, al werden er vaak mooie woorden aan gewijd. Het stimuleren van amateurkunst zonder professioneel beleid, is het ironische oordeel van spoken word artiest Luan Buleshkaj. Bij alle programma’s voor cultuureducatie verzwakte ongemerkt de professionele steun voor die tweede grote voedingsbodem van het culturele leven: kunstbeoefening in de vrije tijd.

Sinds de oproep tot ‘revitalisatie’ zijn er stappen gezet. Onder regie van LKCA bespreekt een strategische werkgroep ‘wat er nodig is’. Het Fonds voor Cultuurparticipatie kondigt een nieuwe regeling aan waarmee onder meer de koepelorganisaties worden versterkt. Welkome investeringen, maar is het voldoende?

Mannen en jenever  

Slaan de vertegenwoordigers van de amateurkunst wel genoeg met de vuist op tafel? Ik betwijfel het. Nederland kent een lange maar niet erg productieve geschiedenis van polderen in de wereld van de amateurkunst. Ter illustratie een bericht uit de Volkskrant van maart 1981: Amateurkunstenaars stappen boos uit het overleg met CRM’. CRM was toen het ministerie waar cultuur onder viel. Wat was voor de amateurorganisaties de aanleiding voor deze rel? De Volkskrant schrijft: ‘Hun grootste grief is dat het overleg ruim een jaar bestaat, maar dat minister Gardeniers verzoeken om status, functie en werkwijze van het overleg categorisch onbeantwoord laat.’ Ook zou het ministerie ‘hinderlijk omspringen met de belangen van de organisaties’.

Het zijn cryptische zinnen voor de lezer van nu, maar er doemt een beeld op van kleine vergaderzaaltjes gevuld met mannen, sigarenrook, jeneverlucht. Talloze keren is er gesproken met de minister en haar ambtenaren. Opeens – bij alle gepolder – een helder moment: wat wordt de amateurkunstenaar hier wijzer van?

De bezwerende beleidstaal van 2023 – ‘strategische werkgroep’, ‘samenhangende aanpak’ en ‘ontwikkeltrajecten’ – vormt geen garantie dat het dit keer wél goed afloopt. ‘Cultuur voor iedereen’ is het mantra in menige beleidsnota of lokaal coalitieakkoord. Maar hoeveel bestuurlijk overleg is er nodig om af te spreken dat overheden de 6,4 miljoen amateurkunstenaars effectief te hulp gaan komen? Niet met enkel weer een nieuwe projectenregeling maar met bindende afspraken over ondersteuning, faciliteiten en begeleiding.

Beste staatssecretaris, ga door. Laat het Nationaal Akkoord Amateurkunst meer worden dan een tijdelijke projectencarrousel. 6,4 miljoen amateurkunstenaars regelen heel veel zelf. Maar ze hebben blijvende ondersteuning nodig. Professioneel en structureel.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in de Cultuurkrant. Neem nu een gratis abonnement.

Verder lezen

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 5 / 5. totaal 2

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel