Financiering cultuureducatie uit lumpsum
Sinds 1 januari 2023 is de wet ‘Vereenvoudiging bekostiging primair onderwijs’ van toepassing voor de berekening van de lumpsumgelden¹ voor de scholen. Alle oude ‘rekenregels’ zijn verdwenen, maar de bedragen zijn nog wel onderdeel van de nieuwe lumpsum. Daarin wordt ook geen onderscheid meer gemaakt tussen de personele lumpsum en de materiële lumpsum. Scholen ontvangen een basisbedrag per school en een bedrag per leerling. Daar komen nog een beperkt aantal aanvullende regelingen bij. Die richten zich op de locatie en situatie van de school en de specifieke achtergronden van bepaalde leerlingen. Het schoolbestuur kan dit bedrag naar eigen inzicht besteden.
Binnen de lumpsumgelden zijn specifieke middelen opgenomen voor cultuureducatie, namelijk € 19,94 per leerling. Hoewel het geld in principe vrij besteedbaar is, wordt dit bedrag specifiek inzichtelijk gehouden. Dat betekent dat het ministerie en de inspectie kunnen nagaan of dit geld daadwerkelijk aan cultuureducatie wordt besteed. Hoewel een school niet juridisch verplicht is dit bedrag volledig aan cultuureducatie te besteden, wordt van scholen verwacht dat ze dit bedrag inzetten voor cultuureducatie en dat ze dit kunnen verantwoorden in hun jaarverslag.
Vroegere rekenregels
Om inzichtelijk te kunnen maken bij een schoolbestuur of directeur wat er nodig is voor goed cultuuronderwijs, is het ook mogelijk om de vroegere rekenregels als uitgangspunt te nemen. Je kunt daarvoor de bedragen gebruiken uit de eerdere Regeling prestatiebox primair onderwijs die bestemd waren voor culturele vorming. In 2021 was het bedrag € 111,53 per school en € 21,51 per leerling met een indexering. Voor de indexering kun je vragen aan de schoolleiding met hoeveel procent de bijdrage vanuit het rijk is toegenomen sinds 2021. Mochten zij dat niet weten, dan kun je ook kijken met hoeveel procent de bijdrage van het rijk voor gemeenten en provincies is toegenomen (dit heet “accres” en wordt altijd gepubliceerd). Deze indexering geldt voor zowel het bedrag per school als het bedrag per leerling.
Het helpt om tijdig in gesprek te gaan met de school voor een goed cultuureducatieplan met een duidelijk voorstel voor de financiering van cultuureducatie, zodat dit meegenomen kan worden in het strategisch meerjarenplan en in de meerjarenbegroting.
1Financiering scholen
Scholen ontvangen van OCW één budget voor alle kosten. Dit heet de lumpsum. In de lumpsumbegroting staan posten voor onder meer personeel, leermiddelen, excursies, presentaties, deskundigheid en schoolontwikkeling. Hiermee krijgen schoolbesturen een grotere bestedingsvrijheid. Ze kunnen het beleid beter afstemmen op de situatie van de school en het maakt maatwerk voor leerlingen mogelijk. Schoolbesturen moeten verantwoording afleggen over hun keuzes aan personeelsleden, leerlingen, ouders en andere belanghebbenden.