Aandeel beoefenaars lid van vereniging, club of gezelschap

Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
30% van de beoefenaars van kunstzinnige en creatieve activiteiten is in 2021 lid van een vereniging, club of gezelschap.

1989-2007: Aanvullend Voorzieningengebruik Onderzoek (AVO), SCP/CBS
2009-2011: Monitor Amateurkunst (MAK), Kunstfactor
2015-2017: Nieuwe Monitor Amateurkunst (NMAK), LKCA

2021: Monitor Amateurkunst (LKCA)

Toelichting

Verenigingskoepels en anderen waarschuwen dat verenigingen kampen met vergrijzing en terugloop van leden. Het Aanvullend Voorzieningen Onderzoek (AVO) van het SCP laat inderdaad een dalende trend zien vanaf 1999, van 41% in 1999 tot 26% in 2007. Tussen 2009 en 2011 is in de Monitor Amateurkunst (MAK) geen verder afname te zien.

De AVO en de MAK vroegen met één vraag naar het lidmaatschap van een club of vereniging. Sinds 2015 vraagt de Monitor Amateurkunst apart naar deelname aan verenigingen én apart naar deelname in informele groepen. Onder andere door deze andere vraagstelling zijn de percentages hoger dan de MAK in voorgaande jaren.

30% van de beoefenaars is in 2021 lid of deelnemer van een amateurkunstgroep. Het gaat dan om zowel verenigingen als koren, orkesten, toneelclubs, dansverenigingen, foto- en filmclubs, en informele groepen die geen juridische rechtsvorm hebben. In 2017 lag dit percentage aanzienlijk hoger, op 41%. Het percentage deelnemers voor kunstbeoefening deelneemt aan informele groepen daalde als gevolg van de coronapandemie van 25% naar 15%. Het percentage beoefenaars dat lid is van een amateurkunstvereniging daalde van 23% naar 21%.

De verschillende resultaten van MAK en NMAK zijn het gevolg van afwijkende vragen en opzet. Al lijkt de MAK een aannemelijke voortzetting van de AVO-reeks, ook die resultaten zijn niet rechtstreeks vergelijkbaar.

Lees verder

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 0 / 5. totaal 0

Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel