Uit onderzoek blijkt: langdurig muziekonderwijs heeft positieve invloed op cognitieve vaardigheden

Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Als een kind elke dag piano speelt, is de kans groot dat het beter wordt in pianospelen. Maar gaan cognitieve functies zoals plannen, zelfbeheersing en concentratievermogen er ook op vooruit? Artur Jaschke onderzocht het, samen met Erik Scherder en Henkjan Honing. ‘Door muziek te maken krijg je een beter gestimuleerd brein ‘cadeau’’.
muziekonderwijs
Foto: Dominique Cappronnier, Flickr.com

Er is veel onderzoek naar de effecten van muziek – en in het bijzonder van muziekonderwijs – op het menselijke brein1. Vaak gaan die onderzoeken over hoe muziekonderwijs aangeboden wordt en hoe kinderen daarop reageren. Onderzoekers kijken naar de zogeheten near transfer-effecten: als een kind bijvoorbeeld elke dag piano speelt, is de kans groot dat het beter wordt in pianospelen.

Om bredere effecten (far transfer-effecten) te meten halen onderzoekers vaak de gedrags- en neurowetenschappen erbij. Ze kijken dan of ze datgene wat een kind leert door kunst- of muziekonderwijs kunnen vertalen naar bijvoorbeeld algemene schoolprestaties2.

Om de algemene effecten van muziekonderwijs op gedrag en hersengroei te kunnen bepalen, doet de onderzoeker in samenwerking met een neuropsycholoog en neurowetenschapper een aantal testen die gericht cognitieve vaardigheden – zoals plannen, werkgeheugen of aandacht – meten. Het gaat hierbij dus om bredere cognitieve functies die niet alleen bij muziek, maar bijvoorbeeld ook bij rekenen en taal een rol spelen.

Betere cognitieve vaardigheden

In een recent onderzoek werden 174 kinderen met elkaar vergeleken op executieve functies, verbale intelligentie en prestaties op Cito-volg-toetsen (tegenwoordig centrale eindtoets). De kinderen werden voor het onderzoek verdeeld over vier groepen: 1) muziekles op school, 2) muziekles op school en thuis, 3) beeldende les op school en 4) geen kunst- en muziekonderwijs.

Zij werden gerandomiseerd, dus willekeurig, toegewezen aan één van deze vier groepen3. Zij werden tweeëneenhalf jaar gevolgd en elke zes maanden getest met een combinatie van neuropsychologische testen en taken die verschillende cognitieve of lichamelijke functies meten. Neuropsychologische testen kunnen ook zicht geven op groei, achteruitgang en ontwikkeling van de hersenen.
(In onderzoeksjargon: dit was een single blinded longitudinal randomised controlled trial).

Uit dit onderzoek kwam naar voren dat kinderen die muziekles krijgen, of dat nou alleen thuis is of ook op school, beter presteerden op taken die executieve functies vereisen. Kinderen in de beeldende groep presteerden beter op taken die om ruimtelijk inzicht vragen.

Deze resultaten wijzen erop dat langdurig muziekonderwijs een positieve invloed kan hebben op cognitieve vaardigheden zoals planning, zelfbeheersing en concentratievermogen. Ook ondersteunen de resultaten dat muziekonderwijs mogelijk een far transfer-effect heeft op rekenen en taal, omdat de gemeten cognitieve functies ook belangrijk zijn voor rekenen en taal; voor het maken van muziek heb je dezelfde en vergelijkbare hersengebieden en -netwerken nodig als voor bijvoorbeeld het oplossen van een gecompliceerde rekensom.

Grootschalige stimulering

Dat wil niet zeggen dat wij slimmer worden door muziek te beluisteren – het Mozart-effect – of het Beyoncé-effect, Gustav Mahler-effect, John Coltrane-effect of Hazes-effect – bestaat niet.  Maar luisteren naar, en het maken van, muziek stimuleert wel het hele brein, waaronder executieve functies, geheugen en emoties. Door deze grootschalige stimulering van de hersenen worden nieuwe verbindingen gelegd en bestaande verbindingen versterkt. Zo krijgen wij door muziek te maken een beter gestimuleerd brein ‘cadeau’. 

Wereldwijd gebruikt men experimenteel onderzoek om effecten van kunst- en cultuuronderwijs te meten. Onderzoeksgroepen in elk Europees land, in de VS en Canada, maar ook in Azië en Oceanië, zien het belang van kunst- en cultuuronderwijs en proberen dit experimenteel aan te tonen. 

Ons doel als wetenschappers is niet om muziek het stempel ja of nee te geven, maar om te begrijpen wat muziek nog meer voor ons kan doen – naast onze emoties leren reguleren, onze executieve functies beter leren gebruiken, plezier beleven en uiteraard onze hersenen versterken. 

Onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek bewijst dat muziekbeoefening van belang is voor het brein. Het is dus nooit te laat om te beginnen met een muziekinstrument! Elke muziekstijl is goed, als je je hersenen maar – dag in, dag uit – uitdaagt met iets nieuws. 

Noten

  • Schlaug et al., 2015; Zatorre et al., 2001; Rose, 2009 
  • Jaschke, Honing & Scherder, 2018; Holochwost et al., 2017 
  • Jaschke, Honing & Scherder, 2018 

Referenties

  • Holochwost, S., Propper, C., Wolf, D., Willoughby, M., Fischer, K., Kolacz, J., et al. (2017). Music education, academic achievement, and executive functions. Psychol. Aesthet. Creat. Arts 11, 147–166. doi: 10.1037/aca0000112 
  • Jaschke A.C., Honing, H & Scherder E.J.A., Longitudinal analysis of music education on executive functions in primary school children, Frontiers in Neuroscience
  • Schlaug, G. (2015). “Musicians and music making as a model for the study of brain plasticity,” in Music, Neurology, and the Brain, eds E. Altenmüller and F. Boller (Amsterdam; New York, NY: Elsevier), 37–49. 
  • Rose, F.C., (2009), Neurology of Music, Imperial College Press London 
  • Zatorre, R.J & Belin, P, (2001), Spectral and temporal processing in human auditory cortex, Cerebral Cortex, 11(10)

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 4.6 / 5. totaal 17

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel