Tania Kross zet zich in voor muziek voor ieder kind 

'Ik ben hónderd procent het product van cultuureducatie'
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
In september werd bekend dat mezzosopraan Tania Kross de winnaar is van de Johannes Vermeerprijs 2023, de staatsprijs voor de kunsten. Ze wordt door de jury geroemd om haar maatschappelijke betrokkenheid en inzet voor cultuureducatie.  

Dit is een artikel uit de Cultuurkrant, editie 28, december 2023.

Foto: Anne van Zantwijk

Tania Kross heeft het onder haar ogen zien gebeuren. Vier jaar geleden werd op haar initiatief een Leerorkest opgericht, het eerste op haar geboorte-eiland Curaçao. Rustig aan, met viool en trombone, langzaam uitbreidend naar een breder instrumentarium. Intussen zit de ‘eerste lichting’ deelnemertjes aan het Leerorkest in groep 8. ‘En wat gebeurt er? Voor het eerst in de historie van die school, mijn oude lagere school, is op één kind met leerproblemen na iedereen toegelaten voor de havo. Hoe is het mogelijk!’

Vanuit Curaçao, waar de mezzosopraan sinds de coronapandemie weer woont, springt ze bijna door de telefoon van enthousiasme. Dat lijkt sowieso haar normale staat van zijn, zoals ook bleek tijdens de televisieprogramma’s waarin ze de laatste tien jaar regelmatig te zien was. Haar zinnen buitelen over elkaar.  

Verandering in gedrag

Maar het ís natuurlijk ook bijzonder om in werkelijkheid te ervaren wat al jaren in allerlei wetenschappelijke rapporten staat. ‘De docenten op de scholen die nu meedoen, hebben bovendien een enorme verandering in gedrag gezien. De kinderen zijn socialer, verantwoordelijker, pestgedrag vermindert. Ze luisteren beter naar elkaar, ook naar de minder dominante kinderen, omdat iedereen een plekje heeft en bijdraagt aan een mooi geluid. Zo indrukwekkend vonden ze het effect, dat de school muziek in de normering heeft opgenomen, naast rekenen en taal. Sommige kinderen zijn misschien niet goed in een van die vakken, maar wel in muziek. Zo kun je het kind waarderen voor wat het wél kan. Daardoor voelt het zich gezien. Het krijgt zelfvertrouwen.’

Wat de oprichting van het Leerorkest óók veroorzaakte: de ouderparticipatie nam toe. Daar hadden Kross, de school en het Leerorkestteam niet op gerekend. Op het eiland, vertelt Kross, zijn veel eenoudergezinnen, en de moeders moeten in het dagelijks leven veel managen: werk, kinderen, huishouden. Tijd voor veel meer schiet er niet over.

‘Maar dan komt Jantje ineens met een trompet thuis. Hoezo, hij speelt trompet? Maar dat kind heeft dus heel erg zijn best gedaan en mag het instrument mee naar huis nemen. Zo ziet die moeder wat er op school gebeurt en wat dat instrument voor de ontwikkeling van haar kind doet. Die gaat erachter staan. Dat is voor mij zo’n winst.’

‘Waardeer het kind voor wat het wél kan’

Geen gêne

Wat de waarde van cultuureducatie is, hoeft niemand Tania uit te leggen. ‘Ik ben hónderd procent het product van cultuureducatie’, jubelt ze. Op Curaçao was er geen opera, en via de ether klonk voornamelijk salsa en merengue. Haar geluk was dat ze ouders had die haar aanmoedigden. Vooral haar moeder.

‘Mijn ouders waren allebei in armoede opgegroeid en mijn moeder was vastbesloten haar kinderen kansen te geven. Mijn vader werkte bij Shell, dat heel veel organiseerde voor werknemers. Daardoor kon ik op mijn zesde op blokfluitles, later ook op koor, toneel, paardrijden, zeilen. Nog steeds vind ik dat fantastisch. Je moet álles aanbieden en dan kijken wat ervan overblijft.’

Zelf kwam ze als getalenteerd kind terecht in een blokfluitkwartet waar ze Scarlatti en Telemann speelde. ‘Ge-wel-dig!’ Als veertienjarige zong ze de solistenpartij van het Pie Jesu uit het Requiem van Fauré met een koor van ‘bejaarde’ veertigplussers, veelal expats; het enige klassieke koor op het eiland. Toch had ze, door het ontbreken van verdiepende leermaterialen op Curaçao, een achterstand toen ze dankzij onmiskenbaar talent eenmaal op het conservatorium in Utrecht belandde. Schubert was haar bijvoorbeeld niet bekend.

‘Dat zal wel een schrijver zijn, dacht ik. Maar dat boek waar Schubert op stond, bleek een partituur. Mijn geluk is dat ik leergierig ben. Ik heb alles aangepakt wat me werd aangeboden. Bovendien heb ik geen gêne. Ik weet niet hoe het heurt. Daardoor heb ik het conservatorium overleefd, want de anderen vroegen zich natuurlijk af wat ik daar eigenlijk deed.’

Je moet álles aanbieden en dan kijken wat ervan overblijft.’

Talent is niet relevant

Muziekeducatie is wat haar betreft: zelf doen. Zingen, een instrument bespelen. Kross vindt een instrument even normaal als een pen om mee te schrijven. ‘Dat wil toch ook elke ouder voor zijn kind? Niet omdat het een poëet moet worden of de Pullitzer Prijs moet winnen. Maar als het om muziek gaat, is het eerste wat ouders vragen: ‘Heeft mijn kind talent?’ Dat is niet relevant. Muziek is een tool. Je ontwikkelt zoveel dingen in een kind; sociale vaardigheden, motorische vaardigheden, analytisch vermogen, concentratie. En het produceert een heleboel happy hormonen. Daarom moeten ze er op jonge leeftijd mee kennismaken. Ook al raken ze nooit meer een instrument aan, díe ontwikkeling hebben ze dan gehad.

Muziekeducatie beïnvloedt de manier waarop ze later functioneren in de maatschappij. Plus: een instrument discrimineert niet. Het maakt een trompet niets uit of je uit Senegal komt of uit Bloemendaal. Je moet net zo goed je best doen, net zo hard toeteren. Het is de meest eerlijke nulmeting.’

Om die reden steekt ze al jaren veel energie in onder meer de Stichting Leerorkest Nederland en Curaçao, het Instrumentendepot. Die inzet vormde mede de motivatie voor de toekenning van de Johannes Vermeerprijs in september 2023. De jury sprak grote waardering uit ‘voor haar maatschappelijke betrokkenheid en de verbindende manier waarop zij zich hard maakt voor muziekeducatie.’ 

‘Een instrument discrimineert niet. Het maakt een trompet niets uit of je uit Senegal of uit Bloemendaal komt’

Eén generatie

Muziekeducatie is noodzakelijk voor een goede muziekcultuur, vindt Kross. Hoeveel innerlijke motivatie een kind ook heeft; het heeft wel muziekles, een muziekschool, een zekere infrastructuur nodig. Zo laagdrempelig mogelijk, want ouders gúnnen hun kinderen wel muziekles, maar ze kunnen het zich niet veroorloven. Op Curaçao niet, maar ook in Nederland niet.  

‘Dat is raar!’, barst ze uit. ‘In één van de meest welvarende landen ter wereld kunnen mensen het zich niet veroorloven. Ik word nu boos! Ik ben net terug uit Venezuela, waar de mensen straat- en straatarm zijn. Dáár hebben ze wel El Sistema, het educatietraject dat in 2010 de Erasmusprijs won. El Sistema heeft een eigen gebouw, een concertzaal, gratis lessen, masterclasses, een fantastisch orkest. De musici die daar van jongs af zijn opgeleid, spelen ons keihard van het toneel. Dat is in één generatie bereikt.’

Daar moet de Nederlandse overheid maar eens goed naar kijken, vindt ze. Met vele anderen maakt zij zich zorgen over het feit dat er op de Nederlandse conservatoria steeds minder Nederlandse studenten zitten doordat het Nederlandse muziekonderwijs is gedecimeerd.

‘Want het is niet belangrijk, het is geen goed economisch product, het is een onzeker bestaan, is de redenering. Dat maakt mij boos. De mensheid zou er zeer op vooruit gaan als we meer aan muziekeducatie en cultuur in het algemeen zouden doen.’

‘In één van de meest welvarende landen ter wereld kunnen mensen zich muziekles niet veroorloven en de overheid zegt niet te kunnen bijspringen. Ik word nu boos!’

Veel talent

In de politiek op Curaçao voelt ze wel sympathie voor culturele en muziekeducatieve projecten, maar ook daar staat het niet hoog op de agenda en er is sowieso geen geld. ‘Curaçao is niet af. Dat is gewoon een feit. Om te voorkomen dat er weer een generatie opgroeit die niet mee kan doen —terwijl er hier zo veel talent is, er lopen zoveel Taniaatjes rond! — maak ik me hard voor muziekeducatie. Er is hier al 21 jaar geen schouwburg. Het geld van de Vermeerprijs gaat deels naar de bouw van een theater hier, compleet met orkestbak en ateliers. Maar dat duurt nog wel vijf jaar.’

‘Tot die tijd werken we op een klein podiumpje in een oud klooster, zodat we straks klaar zijn voor het nieuwe theater. We leiden ook theatertechnici op. Wat we nu nodig hebben: meer investeerders. Ook daarom heb ik besloten te blijven. Ik kan me hier verschrikkelijk nuttig maken.’

‘Er lopen zoveel Taniaatjes rond!’

Tania Kross

1976 Geboren op Curaçao
1994 Verhuizing naar Nederland
1994-2000 Utrechts Conservatorium
2000 NPS Cultuurprijs en eerste prijs Christina Deutekom Concours
Sinds 2001 Operaproducties bij onder meer de Nationale Reisopera, Staatsoper Stuttgart, tournees langs internationale concertzalen
2006 Oprichting kunstfestival Krossin’Gouda
2013 Initiatiefnemer eerste opera in Papiaments: Katibu di Shon
2015 Lid Akademie van Kunsten
sinds 2013 Deelname aan televisieprogramma’s als Wie is de Mol?, Aria en The Masked Singer.

Presentatie 

In het kader van de Johannes Vermeerprijs is tot half maart 2024 een presentatie over het werk van Tania Kross ingericht in de OCW-Etalage, een tentoonstellingsruimte pal naast de ingang van het ministerie, tegenover het CS Den Haag. Kross is er op het moment van het interview nog druk mee bezig. ‘Ik wil vooral laten zien dat je mag dromen. Ik ben niet geboren met mijn kwaliteiten, het is allemaal geléérd. Dus ik ben het levende bewijs dat dat mogelijk is, ook voor jou. Mijn man heet De Krijger; ik voel me echt een krijger voor muziekeducatie.’

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 1 / 5. totaal 1

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel