Ontdeklab als proeftuin voor kunst en technologie

Interview met Tim Ruterink, educator bij Kunst & co
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Steeds vaker klopten mensen uit het onderwijs aan bij Kunst & co, een marktplaats voor cultuureducatie. Ze wilden aan de slag met onderzoekend en ontwerpend leren (OOL), het liefst ook met aandacht voor techniek.

Het maakt Tim niet uit of OOL erop gericht is om de leerlingen meer te interesseren voor techniek of hen er juist op te laten reflecteren. ‘Het kan prima tegelijkertijd. Wat mooi zou zijn is om de barrière tussen kunst en techniek te doorbreken.’

‘Sinds twee jaar krijgen we scholen over de vloer die kennis komen maken met het Ontdeklab. We hebben nog geen enkele keer meegemaakt dat er géén vonkje of enthousiasme was in een groep. Op een of andere manier nodigen die materialen uit tot experimenteren en spelen. Je hebt de leerlingen er gelijk bij. Dat komt ook doordat we hen veel vrijheid bieden. Op een groep van pakweg honderd leerlingen, zitten er altijd wel dertig bij die vervolgens de diepte in willen, op school of thuis. Het gaat daarbij ook om het ontdekken van hun talent.’

Vraag vertalen naar actie

‘We worden vaak als aanbieder beschouwd, terwijl dat absoluut niet de rol is die we willen. Onze rol is het signaleren van de vraag, en om die vraag samen met de school te vertalen naar actie. Daarbij kunnen ze een beroep doen op onze werkruimte, materialen lenen en gebruikmaken van ons netwerk van gastdocenten. Het resultaat is niet ‘onze’ workshop, maar die van een gastdocent, de school en ons samen. Buitenschools werkt het niet anders: de docent bevraagt de jongeren op hun wensen en zoekt daar een educatief verantwoorde invulling bij.’

‘Keuzevrijheid in een activiteit blijkt heel belangrijk. We hebben vaak wel een voorbeeld beschikbaar, maar we willen leerlingen zo min mogelijk op een spoor zetten. Dan gaat de creativiteit eruit en gaat het alleen om beter worden in technische vaardigheden. Programmeren, robots en 3D-pennen matchen heel goed met de interesses van leerlingen. Pas hadden we programmeren met muziek, greenscreen, stopmotion video maken en programmeren van een tekenrobot als activiteiten. Deze vorm van technologie – die uitmondt in beeld, muziek of video – sluit goed aan bij de belangstelling van zowel jongens als meisjes.’

Aanbod op één plek

De infrastructuur van cultuureducatie is heel duidelijk. Wij hebben contact met cultuurcoördinatoren in het primair en voortgezet onderwijs. Maar binnen een school zijn er drie coördinatoren die te maken hebben met technologie. Alle drie zijn ze heel verschillend: de cultuurcoördinator, de leescoördinator (voor mediawijsheid) en de ict-coördinator. Het zou goed zijn om het aanbod dat voor alle drie coördinatoren interessant is op één plek te krijgen. Zoals bijvoorbeeld programmeren van muziek en de stop motionvideo’s. Een ict-coördinator denkt misschien niet zo snel aan cultuureducatie, terwijl er veel relaties mogelijk zijn.’

‘Als leraren voor een kennismaking komen, begin ik vaak met twee stellingen. Bijvoorbeeld over procesgericht werken. Wil je als docent graag weten wat je leerlingen gaan doen, zodat je het goed kan voorbereiden en ze kan helpen? Of hoef je niet te weten wat de uitkomst is en vind je het belangrijk dat ze zelf op onderzoek gaan?’

‘Er komt dan meteen een gesprek op gang. En het geeft mij ook gelijk een beeld van wat voor soort groep ik voor me heb. Ik kan ook andere vragen inbrengen: gaat het ze om de betekenis van techniek of over hóe de leerlingen iets doen. Misschien is het wel allebei waar, maar wat vind je belangrijker?’

Vrijheid voelen

‘Voor een school is het misschien fijn als duidelijk is welke workshop ze gaan doen. Maar ik wil zelf niet teveel invullen vanuit mijn enthousiasme. Ik wil juist dat leraren zelf materialen inzetten en de vrijheid voelen ze te gebruiken. Ik kan de leerlingen een globale opdracht geven en het proces laten gaan. Leraren hoeven niet bang te zijn dat ze niet weten hoe de apparaten en materialen werken, want negen van tien keer komt de leerling er wel uit. Het Ontdeklab moet een soort proeftuin zijn waarbij de materialen eigenlijk bijzaak zijn.’

‘Met de Groow Toolkit van Studio Tast uit Eindhoven probeer ik wel houvast te geven. Daarin worden de stappen van design thinking gebruikt. Je begint met een vraag, probleem of inspiratiebron als startpunt. Ook geef je kaders: we hebben drie lessen, je kunt die materialen gebruiken en aan het eind presenteer je je product. Daartussen kunnen leerlingen onderzoeken, ontwerpen, creëren en reflecteren.’

Dialoog over kunst en technologie

‘Ik zou graag willen dat het Ontdeklab toegankelijk en laagdrempelig is. Dat leerlingen die er via school kennis mee maken, ook na school hier binnen kunnen wandelen. Kinderen kunnen hier echt tot bloei komen, maar dan is wel nodig dat ze vaker komen dan één keer een uurtje. Dan is er meer continuïteit nodig.’

‘Voor de korte termijn wil ik de behoeftes van het basisonderwijs duidelijker voor ogen krijgen. Ik hoop dat we over een jaar een goede dialoog met het onderwijs hebben over de waarde van en de relatie tussen kunst en technologie. Het Techniek Loket gaat daar zeker bij helpen. Dat loket is een grootschalig project om leerlingen warm te maken voor de wereld van techniek en technologie. Het voortgezet onderwijs neemt daarin de regie, brengt de behoeftes van het basisonderwijs in beeld en vertaalt dit met allerlei partners naar een lokale educatieve infrastructuur rondom techniek en technologie. Een grote kans om structureel de verbinding te leggen tussen kunst en technologie!’

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 4 / 5. totaal 1

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Praat verder over dit onderwerp met deze expert(s):
Eeke Wervers
Eeke Wervers
Functie: Specialist Cultuureducatie
Expertise: cultuur- en erfgoedinstellingen
eekewervers@lkca.nl
030 - 711 51 37
Bekijk alle experts
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel