Veelgestelde vragen over Overheid

Tool voor cultuurbeleid

Ja! Dat kan met de handige online tool Bouwen aan beleid voor cultuur in onderwijs en vrije tijd.

Kerntaken van de overheid

In de Wet op het specifiek cultuurbeleid staat dat de minister of staatssecretaris voor Cultuur elke vier jaar het cultuurbeleid vastlegt in een nota, als basis voor de subsidieverstrekking. Het rijk ondersteunt een hoogwaardig over het land gespreid aanbod van culturele instellingen van (inter)nationale betekenis.

Het ministerie van OCW verstrekt vierjarige subsidies aan instellingen die behoren tot de Landelijke Culturele Basisinfrastructuur (BIS). Doelstellingen voor cultuureducatie en -participatie behoren tot de criteria voor subsidie. In de BIS zitten culturele instellingen met een specifieke functie in het landelijke bestel, of instellingen die een kernfunctie vervullen in de regionale en stedelijke infrastructuur. Ook de cultuurfondsen vallen onder de BIS. De Raad voor Cultuur adviseert het ministerie van OCW over het cultuurbeleid.

In de regeling op het specifiek cultuurbeleid is opgenomen dat één instelling in de BIS zich met zijn kernactiviteit richt op amateurkunst en cultuureducatie. Het LKCA is de BIS-instelling die amateurkunst en cultuureducatie ondersteunt met kennis en netwerken. Het Fonds voor Cultuurparticipatie is de instelling die subsidies verstrekt voor cultuurparticipatie en cultuureducatie.

Wet op het specifiek cultuurbeleid Regeling op het specifiek cultuurbeleid Over het Fonds voor Cultuurparticipatie

De Tweede Kamer maakt samen met de regering nieuwe wetten en heeft een controlerende taak richting de regering. Ook speelt de Kamer een belangrijke rol bij de vorming van beleid. Via moties kunnen zij een oordeel geven over het gevoerde beleid, de regering vragen iets (niet) te doen of een uitspraak doen over ontwikkelingen of specifieke zaken. Een aantal voorbeelden van moties: Er is een vaste commissie voor cultuur, onderwijs en wetenschap, met woordvoerders van de verschillende politieke partijen. De woordvoerders cultuur bespreken het cultuurbeleid, woordvoerders onderwijs het onderwijsbeleid.
De drie overheidslagen in Nederland voeren allen cultuurbeleid. Om de samenhang te bevorderen overleggen de overheden geregeld met elkaar. De huidige taakverdeling is gebaseerd op (niet-wettelijke) afspraken tussen het ministerie van OCW, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Het rijk zorgt bij cultuureducatie voor:
  • de bekostiging en het wettelijk kader van het onderwijs;
  • de educatieve opdracht aan culturele instellingen met rijksfinanciering;
  • de landelijke ondersteuning (innovatie, kennis en netwerken) en cultuurfondsen.
Het rijk bekostigt voor cultuurparticipatie algemene (kennis)ondersteuning, landelijke experimenten en stimuleringsprogramma’s. De provincies spelen een rol in de tweedelijns ondersteuning. Ze bevorderen kwaliteit door deskundigheidsbevordering en zorgen voor regionale spreiding, distributie, bemiddeling en innovatieve projecten. De gemeente voert de regie in de feitelijke kennismaking met cultuur, in nauw samenspel met scholen en cultuuraanbieders. Gemeenten faciliteren:
  • een breed en samenhangend cultureel aanbod voor scholen;
  • bemiddeling van het aanbod;
  • aansluiting binnenschools- en buitenschools;
  • afspraken met scholen (bijvoorbeeld in het kader van de ‘Lokale Educatieve Agenda’).
Daarnaast kunnen gemeenten activiteiten op het gebied van cultuureducatie in de vrije tijd bekostigen. Naast deze algemene afspraken die uitgewerkt worden in convenanten per landsdeel maken rijk, provincies en gemeenten soms afspraken op een specifiek onderwerp, zoals het bestuurlijk kader Cultuur en Onderwijs. Samen met de cultuursector, IPO (het overleg van de provincies), de G9 (de 9 grootste gemeenten) en de VNG (de Vereniging Nederlandse Gemeenten) ontwikkelt OCW momenteel het cultuurbeleid na 2020. Een grote verandering zijn de stedelijke en regionale profielen voor het cultuurbeleid. In de cultuurbrief ‘Cultuur in open samenleving’ nodigde de minister stedelijke regio’s uit om hun visie op kunst en cultuur te beschrijven in een profiel. Hier wordt rekening mee gehouden bij samenstelling van de BIS. De minister wil recht doen aan, en rekening kunnen houden met regionale verschillen. Algemeen kader interbestuurlijke verhoudingen cultuur (OCW, IPO, VNG, 2012) Brief Cultuur in een open samenleving (Minister Van Engelshoven, 2018) Lees meer over cultuurbeleid vanaf 2021 Lees meer over stedelijke en regionale profielen

Gemeenten en provincies spelen een belangrijke rol in de publieke financiering van cultuur. Er geldt voor hen geen wettelijke verplichting voor cultuureducatie en cultuurparticipatie, zoals de Wet op het specifiek cultuurbeleid. Zij maken eigen keuzes en afwegingen, waardoor de culturele infrastructuur per gemeente en provincie verschilt.

Door de vierjarige landelijke beleidscyclus, convenanten, beleidsprogramma’s en impulsen zijn decentrale overheden wel geneigd om hun beleid op het rijksbeleid af te stemmen; financiële matching maakt het mogelijk om gedeelde doelen te realiseren. Een voorbeeld is het landelijke beleidsprogramma Cultuureducatie met Kwaliteit. Hier geldt dat beleidsdoelen over kwaliteitsverbetering gedeeld worden door de overheden. De invulling van de aanpak verschilt per deelnemende gemeente en provincie, al naar gelang wat er lokaal of regionaal nodig is.

Afspraken maken met culturele instellingen kan op diverse manieren. Van belang is wat past bij beleidsdoelen. De overheid kan culturele instellingen financieren met meerjarige subsidies of door te investeren in functies of projecten met een opdracht en bijbehorend resultaat. Bij basisvoorzieningen is het gebruikelijk specifieke afspraken te maken over activiteiten. Met een prestatieafspraak wordt een maximaal bedrag voor een bepaalde periode toegekend. Prestatieafspraken zijn vaak meetbaar (SMART) geformuleerd, bijvoorbeeld:
  • Aantal jaarlijkse uitleningen van boeken (voor bibliotheek);
  • Bereik aan nieuwe deelnemers (project actieve cultuurparticipatie);
  • Aantal bereikte leerlingen (cultuureducatie project).
De vraag is of prestatieafspraken voldoende inzichtelijk maken, voor overheid en inwoners, welke waarde culturele instellingen toevoegen aan de maatschappij. Zowel culturele instellingen als een toenemend aantal gemeenten, hebben behoefte aan meer aandacht voor de maatschappelijke waarde van cultuur, met meer ruimte voor het kwaliteitsoordeel van stakeholders en samenwerkingspartners. Lees meer over het maken van prestatieafspraken: Niet tellen maar wegen – over de zin en onzin van prestatieafspraken in de culturele sector (te bestellen bij Boekman).

Cultuurcoach

De cultuurcoach stimuleert deelname aan cultuur en verbindt cultuur met andere sectoren in de gemeente. De cultuurcoach kan in dienst zijn bij de gemeente, maar bijvoorbeeld ook bij een culturele instelling. Het rijk en de gemeente financieren de cultuurcoach. Naast het primair onderwijs, kunnen cultuurcoaches vanaf 2019 ook aan de slag in andere sectoren zoals zorg, welzijn of het mbo.

Lees meer

Hoe zet je een cultuurcoach in als gemeente?
Vacatures voor cultuurcoaches kun je vinden op culturele-vacatures.nl. Iedere gemeente vult de functie anders in, dus je kunt daarnaast het beste contact opnemen met een beleidsmedewerker cultuur van je gemeente (of de gemeente waar je zou willen werken) om te vragen hoe de functie lokaal wordt ingezet, wie opdracht- of werkgever is en of er vacatures zijn. Op deze pagina vind je meer informatie over de achtergrond en inbedding van de regeling: Hoe zet je een cultuurcoach in als gemeente?

Onder de naam Curriculum.nu (voorheen #onderwijs2032) werken leraren, schoolleiders en schoolteams vanaf 2018 aan een vernieuwd curriculum verdeeld in negen leergebieden. Centraal staat de vraag wat leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs moeten kennen en kunnen. Met de opbrengst van het ontwikkelproces zullen kerndoelen worden geactualiseerd Doel van de herziening:
  • Samenhang in de onderwijsinhoud bevorderen;
  • Zorgen voor doorlopende leerlijnen: een soepele overgang van de voorschoolse periode naar het primair onderwijs, van primair naar voortgezet onderwijs en van voortgezet onderwijs naar vervolgonderwijs;
  • Overladenheid in het onderwijsprogramma terugdringen. De ontwikkelteams denken na over 70% van het curriculum om landelijk afspraken over te maken, zodat 30% overblijft voor eigen invulling van de scholen;
  • Duidelijkheid bieden aan scholen: wat moeten alle leerlingen leren en hoeveel ruimte is er over voor eigen invulling?
  • Een betere balans brengen in de hoofddoelen van het onderwijs.
Curriculum.nu is een gezamenlijk initiatief van de PO-raad, VO-raad, AVS, LAKS en Ouders & Onderwijs. In de uitvoering wordt samengewerkt met SLO. Lees meer over Curriculum.nu

Participatiewet en cultuur

Op 1 januari 2015 trad de Participatiewet in werking. Deze wet moet ervoor zorgen dat meer mensen werk vinden, ook mensen met een arbeidsbeperking. Gemeenten krijgen jaarlijks een vast budget om uitkeringen te betalen en zijn verantwoordelijk voor de correcte uitvoering van de wet. De Participatiewet is voor de cultuursector interessant, omdat steeds meer gemeenten de relatie tussen kunst en activering onderkennen. Actieve deelname aan culturele en kunstzinnige activiteiten kan mensen activeren.

Meer informatie

Ondernemen met de Participatiewet Meer over de Participatiewet (Rijksoverheid.nl)
Gemeenten verkennen nieuwe werkwijzen om specifieke groepen te bedienen. In geval van de Participatiewet moeten onderwijs, zorg en arbeidsmarkt goed op elkaar aansluiten. Gemeenten zoeken samenwerking met relevante partners in de regio. Ook onderkennen steeds meer gemeenten de relatie tussen kunst en activering. Aangezien gemeenten voorkeur hebben voor een integrale aanpak, kunnen initiatieven van kunstprofessionals op zichzelf interessant zijn of fungeren als aanvulling Kunst en cultuur vallen deels binnen het wettelijke kader en verantwoordelijkheden van gemeenten. Gemeenten kunnen kunst en cultuur ook inzetten bij de uitvoering van gemeentelijke beleidsprogramma’s. Gemeenteraden kunnen hierop aansturen in beleidskaders. Colleges kunnen kunst en cultuur meenemen in vastgesteld beleid.

Meer informatie

Ondernemen met de Participatiewet (LKCA.nl, 14 december 2017) Inspiratiegids voor Lokaal Beleid (LKCA, 2016)
Voor mensen die worden gerekend tot de ‘kwetsbare groepen’ in de samenleving, is het vaak eerst nodig om hun eigen kracht en kwaliteiten te versterken, voordat zij actief aan de samenleving deelnemen. Door projecten op te starten waarin actieve cultuurparticipatie een rol speelt, verbetert de algemene mentale veerkracht. Dit helpt mensen bij het ontwikkelen van competenties die ook op de arbeidsmarkt van pas komen. Je kunt bijvoorbeeld denken aan Theatertrainingen, bij uitstek geschikt om mensen te helpen hun presentatietechnieken te verbeteren (een vorm van sollicitatietraining). Bij theater wordt gewerkt aan zelfvertrouwen en samenwerking. En bij beeldende vorming ligt de nadruk op zelfstandig werken, plannen en zelfreflectie.

Meer voorbeelden

Ondernemen met de Participatiewet (LKCA.nl, 14 december 2017) Inspiratiegids voor Lokaal Beleid (LKCA, 2016)
In Zwolle werkt Social Enterprise Binthout samen met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In plaats van gekapte stadsbomen te versnipperen geeft Binthout ze een nieuw leven in design. De gemeente slaat een dubbele slag: Binthout geeft uiting aan het gemeentelijk duurzaamheidsbeleid en het creëert werkgelegenheid. Een ander designvoorbeeld is Design X Ambacht. Het is een initiatief van Siza, een zorgorganisatie die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt begeleidt (actief in verschillende gemeenten). Toonaangevende designers ontwikkelen samen met mensen in de werkplaatsen van Siza designproducten. In een leerwerkomgeving ontwikkelt men vaardigheden e technieken, een nieuw perspectief voor de eigen mogelijkheden en goede producten. Ook het project KunstWerk van Siza en Kunstbedrijf Arnhem zet kunst in als middel in om deelnemers naar werk te begeleiden.

Meer voorbeelden

Inspiratiegids voor Lokaal Beleid (LKCA, 2016)
Als cultuur wordt ingezet om bij te dragen aan maatschappelijke doelstellingen, kun je als gemeente denken aan bijvoorbeeld WMO-gelden. In de gemeente Brummen bepaalde de gemeenteraad bijvoorbeeld dat 5% van het WMO-budget beschikbaar is voor innovatie en vernieuwing. Kunst- en cultuurprojecten kunnen hierop ook een beroep doen.

Meer voorbeelden

Inspiratiegids voor Lokaal Beleid (LKCA, 2016)

Jeugdwet en cultuur

De Jeugdwet ondersteunt kinderen en ouders bij het opgroeien en opvoeden. Sinds 1 januari 2015 valt iedereen tot 18 jaar die tijdelijk of langer hulp nodig heeft, onder deze wet. Ook jeugdigen met psychische problemen, stoornissen of een lichte verstandelijke beperking.
Gemeenten vullen de gehele jeugdzorg lokaal in en hebben daarvoor partners nodig met goede initiatieven. Dat biedt kansen, ook voor de cultuursector. Interessante vragen voor gemeenten zijn  ‘hoe houd je jeugdigen vitaal en betrokken om zorgvragen te voorkomen of uit te stellen?’. Of ‘hoe versterk je de eigen kracht van de jeugdige, zijn gezin en de sociale omgeving?’ . De culturele sector kan bijdragen aan dergelijke vragen. Actieve deelname aan culturele en kunstzinnige activiteiten heeft een positief effect op mensen, waardoor ook culturele instellingen als partner kunnen optreden om de Jeugdwet uit te voeren. Actieve cultuurparticipatie werkt preventief: hoe beter de jongere zich voelt en ruimte krijgt en hoe meer hij/zij over een informeel (zorg)netwerk beschikt, hoe minder de vraag naar zorg zal zijn. De handreiking vanuit de kunst kan ook concreet zijn: dans is bijvoorbeeld beweging en daarmee een manier om jonge mensen te mobiliseren en overgewicht te voorkomen. Actieve cultuurparticipatie draagt bij aan een positief zelfbeeld, activeert deelnemers en kan een preventieve werking hebben vanwege de empowerment, beweging en de contacten die het oplevert. Dit sluit aan bij de belangrijkste aandachtspunten van de Jeugdwet: voorzieningen en hulpverleners moeten zich gaan richten op de versterking van de eigen kracht van jeugdigen en hun opvoeders.

Lees meer

Stut Theater in Utrecht en Stichting Formaat in Rotterdam maken theatervoorstellingen voor scholen en doen workshops met jongeren. Daarbij staan het eigen verhaal en de persoonlijke ervaringen van de jongeren centraal, en ‘repeteren’ de jongeren voor de werkelijkheid. Website Stut Theater Website Formaat Een andere manier om kinderen in de jeugdzorg en jonge vluchtelingen te inspireren biedt Kunstkameraden van stichting de Cultuurkantine in Breda. De Cultuurkantine maakt koppels van kunstenaars en kinderen. Door kunst te maken krijgen kinderen de ruimte om hun verhaal te vertellen en te laten zien wie ze zijn. (Uit: Inspiratiegids voor lokaal beleid. Preventie, zelfregie en participatie met kunst en cultuur in het sociaal domein, van LKCA) In 2017 startte RICK het project KunstWerk in Weert: een kleinschalig, maar uitdagend initiatief om WAJONGeren werkfit te maken. Door middel van kunst ontdekken WAJONGeren hun talenten en werven ze sociale skills die nodig zijn voor het zichzelf beter presenteren en handhaven in de arbeidsmarkt. RICK richt zich met name op het stimuleren van vaardigheden, zoals zelfverzekerder worden, het concentratievermogen vergroten, leren presenteren, feedback ontvangen en geven, en het beter formuleren van meningen. RICK – Sociaal-maatschappelijk Meer voorbeelden vind je in het onderzoek Buitengewoon, over de betekenis van kunst en cultuur voor veerkracht van jongeren.

Ouderen en cultuur

Door te investeren in cultuurparticipatie kunnen gemeenten bijdragen aan het welzijn en de gezondheid van ouderen. Hierdoor kan de zorgvraag afnemen. Cultuurparticipatie vermindert eenzaamheid en de kans op sociaal isolement of gezondheidsproblemen bij ouderen. Er zijn geen wettelijke kaders die gemeenten verplichten om de cultuurdeelname van ouderen te bevorderen. Er liggen wel veel kansen als het gaat om integrale beleidsvorming.
Drempels voor ouderen om mee te doen aan cultuur zijn vaak van financiële of geografische aard. Bekendheid met het aanbod speelt ook een rol. De gemeente kan hier een faciliterende rol in spelen.

Meer weten

Nooit te oud voor cultuur. Handreiking lokaal beleid ouderen en cultuur (LKCA, 2016)
Cultuurparticipatie kan een middel zijn om de doelstellingen van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet publieke gezondheid (Wpg) te realiseren. De Wmo vraagt van gemeenten om de maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid van hun burgers te stimuleren. Cultuurparticipatie hoort daarbij; als bezoeker, vrijwilliger of door actieve kunstbeoefening. Samen met relevante partners kunnen gemeenten ouderen met een fysieke, mentale, sociale of financiële beperking daarbij over een drempel helpen. Dat vermindert eenzaamheid en de kans op sociaal isolement of gezondheidsproblemen, wat weer aanknopingspunten biedt bij de Wpg.

Meer weten

Cultuur en ouderen op LKCA.nl Inspiratiegids voor Lokaal Beleid (LKCA, 2016)
Een Age Friendly City is letterlijk een leeftijdsvriendelijke stad. Vergrijzing is één van de grote maatschappelijke uitdagingen voor gemeenten. Cultuurparticipatie heeft een belangrijk positief effect op de vitaliteit, de gezondheid en het welzijn van ouderen. De steden Amsterdam, Den Haag, Eindhoven, Leeuwarden, Maastricht en het Fonds voor Cultuurparticipatie tekenden daarom in 2015 het convenant Lang Leve Kunst. Op weg naar Age Friendly Cities. Hiermee zetten ze zich in voor lokale verduurzaming van cultuurparticipatie door ouderen binnen zowel het cultuur- als Wmo-beleid. Met Cultuur+Ondernemen ontwikkelden ze strategieën voor een duurzame financiering om het draagvlak voor dit thema te vergroten. Niet alleen grote steden staan voor een opgave als het gaat om vergrijzing. Op het platteland speelt dit net zo goed.

Meer informatie en inspiratie

Handreiking Age friendly financiering (Cultuur+Ondernemen, 2016) Website Age-friendly Nederland Subsidies Age Friendly Cultural Cities (Fonds voor Cultuurparticipatie) Infographic opbrengsten 5 jaar Age Friendly Cultural Cities (Fonds voor Cultuurparticipatie)

Erfgoedbeleid

  • De gemeente is op grond van de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) het bevoegd gezag voor het verlenen van alle monumentenvergunningen voor gebouwd erfgoed (rijks-, provinciaal en gemeentelijk), beschermde historische buitenplaatsen en voor archeologisch erfgoed (voor zover niet rijksbeschermd). In de nieuwe omgevingswet worden de gemeenten ook het bevoegd gezag voor de beschermde archeologische rijksmonumenten.
  • De gemeente stelt op grond van de Monumentenwet een deskundige adviescommissie voor erfgoed in.
  • De gemeente stelt op grond van de Monumentenwet voor haar van rijkswege aangewezen beschermde stads- en dorpsgezichten een beschermend bestemmingsplan in.
  • De gemeente maakt op grond van het Besluit ruimtelijke ordening bij al haar ruimtelijke planvorming een analyse van het aanwezige erfgoed en een bestemmingsplan. Een degelijke cultuurhistorische paragraaf is daarbij een goede basis.
  • Herbestemming van vrijkomend monumentaal erfgoed.
UNESCO legt de verantwoordelijkheid voor immaterieel erfgoed bij de individuen of groepen die het beoefenen. De overheid bepaalt niet hoe het immaterieel erfgoed eruit moet zien. Lokaal immaterieel erfgoed is vaak sterk geworteld in een gemeenschap en plaats. Daar liggen kansen. Immaterieel erfgoed verbindt mensen en draagt bij aan de versterking van de sociale cohesie. Ook kan immaterieel erfgoed bijdragen aan een grotere leefbaarheid. Voor gemeenten en provincies is er veel te winnen met immaterieel erfgoed. Lees enkele burgemeesters over de kansen van immaterieel erfgoed (Website Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland)
Erfgoed kan een rol spelen in de sociale cohesie en burgerschapsvorming. Erfgoed biedt de mogelijkheid collectieve herinneringen te organiseren en daarmee een identiteit te verschaffen. Er is een veelvoud van projecten waarin culturele organisaties inwoners betrekken bij erfgoedprojecten. Een veel gebruikte opzet is dat historische (lokale) gebeurtenissen, worden aangevuld en verrijkt met persoonlijke verhalen van inwoners. Bijvoorbeeld: Project Leven in de Liemers in Gelderland Project Wat je zegt ben je zelf! in Brabant

Samenwerking sport en cultuur

  • De lokale praktijk vraagt erom: de situatie bij sport- en cultuurverenigingen qua ledenaantallen, vrijwilligersbeleid, accommodatiegebruik e.d, komt grotendeels overeen;
  • Sport en cultuur dragen beide bij aan identiteit, gezondheid, talentontdekking en –ontwikkeling en zingeving;
  • Sport en cultuur dragen beide bij aan maatschappelijke vraagstukken: participatieverhoging, de vitaliteit van krimpgebieden en de leefbaarheid in stadswijken.

Lees meer

Sport en Cultuur op LKCA.nl
In diverse gemeenten werken combinatiefunctionarissen (sport- en cultuurcoaches) aan het leggen van verbindingen tussen sport- en cultuuractiviteiten: In de gemeente Borne kunnen bewoners kiezen uit een flink pakket aan sportieve, sociaal-culturele en culturele activiteiten. De gemeente is regisseur en verwacht van de sport- en cultuurcoaches dat zij de activiteiten afstemmen met de burgers. Binnen het team van coaches is één adviseur verantwoordelijk voor zowel de sport als de culturele activiteiten. De gemeente Nederweert is de sturende kracht achter de samenwerking tussen sport en cultuur. Zij weet dat dit alleen werkt als de verenigingen (zowel sport- als de culturele verenigingen en -aanbieders) de handen ineen willen slaan. Daarom werd op 3 maart 2015 voor heel Nederweert eerst een symposium georganiseerd en samen een plan opgesteld. In juni 2015 bijvoorbeeld, werd de finale van het plaatselijke beachvolleybal toernooi gecombineerd met het culturele event ‘Hart voor je wijk’.
In het project ‘Fit for Life’ werken het Carmel College Salland, Landstede Raalte, gemeente Raalte, Salland Wonen en een groot aantal Raalter sportverenigingen en culturele instellingen intensief met elkaar samen. Door middel van eigentijdse sport- en cultuuractiviteiten worden Sallandse jongeren voorbereid op zelfstandig functioneren in de maatschappij en de eisen die het bedrijfsleven aan hen stelt. Zo raken ze op een gezonde manier klaar voor het leven, oftewel ‘Fit for Life’. Onderzoek naar sport, cultuur en sociale competenties (Sportknowhowxl.nl,13 juli 2010) In Schiedam zien we een mooi voorbeeld van samenwerking tussen sport en cultuur met de wijksportverenigingen en de wijkcultuurklassen in de wijk Nieuwland. Een bewezen concept waarin gemeente, basisscholen en lokale sportverenigingen en culturele organisaties samenwerken. Kinderen in deze (achterstands)wijk kunnen kennismaken en meedoen aan verschillende sportactiviteiten en cultuurlessen. Deze activiteiten vinden na schooltijd en zoveel mogelijk op één van de scholen plaats. Holland Dance en ADO Den Haag in de Maatschappij zetten in het project Geraakt! hun kernkwaliteiten dans en voetbal in om een brede groep kinderen in beweging te krijgen én te houden. Ook krijgen jonge talenten de mogelijkheid zich verder te ontwikkelen. Beweging zien ADO Den Haag en Holland Dance als een sleutel tot positieve verandering. Het bevordert de gezondheid, draagt bij aan participatie en fungeert als een kansrijk educatief middel voor kinderen en jongeren. geRAAKt! (The Art of Impact)

Interactief cultuurbeleid

  • Door interactieve beleidsvorming geef je inwoners meer directe invloed. Een mogelijk effect daarvan is het creëren van draagvlak en betrokkenheid.
  • De kennis, informatie, deskundigheid en ervaring van burgers zet je in en kan leiden tot een vergroting van het probleemoplossend vermogen.
Lees meer: ‘Is interactief beleid nu een instrument of is het democratisch?’, Laurens de Graaf, in Bestuurswetenschappen, 2009
De betrokkenheid kan variëren:
  • standpunten en inzichten ophalen bij verschillende doelgroepen uit de samenleving
  • co-creatie
  • inspraakavonden
  • volledige beslissingsbevoegdheid, waarbij de gemeenteraad gebonden is aan de uitkomsten van het interactieve beleidsproces.
Meer info in het onderzoek Lokaal cultuurbeleid: een zaak van de overheid, de cultuursector en burgers van J. Tabak en K. Vuyk

Community arts

De term ‘community arts’ staat voor kunstzinnige projecten in de wijk of gemeenschap, waarin burgers actief participeren, met als doel meestal de leefbaarheid of sociale cohesie. De projecten kunnen ontstaan op initiatief van de betrokken kunstenaar(s), van de burgers en/of van externe opdrachtgevers zoals gemeenten. Vorm en inhoud kunnen sterk uiteenlopen. Vlaanderen gebruikt meestal de term sociaal-artistieke projecten. Tegenwoordig wordt vaak ‘participatieve kunstpraktijken’ gebruikt. Community arts ontstond in de jaren ’60 in Engeland en is in de jaren ’70 in Nederland geïntroduceerd door een aantal geëngageerde kunstenaars. Met de oprichting van CAL-XL in 2010 kreeg de netwerkvorming en uitwisseling van ervaring tussen Nederlandse organisaties en projecten een flinke stimulans.

Meer lezen

Website CAL-XL Website Demos (Vlaanderen) Kunst in transitie. Manifest voor participatieve kunstpraktijken (Sandra Trienekens & Wouter Hillaert, 2015)
Community arts kan een bijdrage leveren aan sociale integratie op buurtniveau, aan de leefbaarheid in de wijk of buurt, maar bijvoorbeeld ook aan de bestrijding van eenzaamheid onder ouderen. Sommige gemeenten hebben een subsidieregeling met als doel sociale verrijking, waarbij kunst ingezet kan worden als middel.
Een voorbeeld is de Transvaalbuurt in Amsterdam-Oost, die wordt gezien als een multiprobleemwijk. Via tweejaarlijkse grote participatieve kunstproducties, onder de naam HEIM, werkt Moving Arts Project (MAP) in de wijk aan samenlevingsopbouw. De HEIM-locatietheaterproducties refereren aan literatuur- of theaterklassiekers en worden midden in de wijk uitgevoerd, waarbij de brede gemeenschap bij alle lagen van de productie betrokken is. Beroepsacteurs vormen samen met bewoners, die vaak voor het eerst op het podium staan, een bijzondere mix op het toneel. Er wordt langdurig in de openbare ruimte gewerkt en de gemeenschap is betrokken via workshops en buurtevenementen. Het gaat niet alleen over de aantrekkelijkheid van de evenementen en het plezier van de deelnemers. HEIM gaat over het bespreekbaar maken van maatschappelijke thema’s met bewoners in een kunstproject. Zo zijn er nog onnoembaar veel andere mooie projecten. Dat bij deze projecten de kwaliteit en betekenis worden ontleend én teruggegeven aan de lokale gemeenschap waarin ze worden gemaakt, maakt het lastig om ‘algemeen geldende’ inspirerende voorbeelden te geven.

Meer voorbeelden

Inspiratiegids voor Lokaal Beleid (LKCA, 2016) Projecten Community Art Brabant Projectenweb CAL-XL
Community arts projecten worden regelmatig gefinancierd door private fondsen zoals Stichting DOEN of het Oranjefonds. Of door landelijke programma’s waarin verschillende fondsen de krachten bundelen. Gemeenten cofinancieren regelmatig in publiek/private samenwerkingen en vinden dikwijls geld uit de WMO-budgetten, als het cultuurbudget niet voldoende blijkt te zijn.

Voorbeelden

Platform Community Art Brabant Buurtcultuurfonds Zwolle
De cultuurcoach legt de verbinding tussen binnen- en buitenschoolse activiteiten en kan kinderen in de eigen wijk laten kennismaken met verschillende cultuurprojecten en kunstdisciplines. Verschillende steden hebben buurtcultuurfondsen (soms in samenwerking met een woningcorporatie), om de sociale cohesie te vergroten. Vanuit de wijken (een bewoner, een straat, een wijk of anders) wordt dan een verzoek gedaan om in de eigen wijk een project te realiseren. Docenten en/of externe kunstenaars kunnen worden ingezet om hun expertise te leveren bij deze projecten.

Voorbeeld

Cultuurfonds Noord-Brabant
Veelvoorkomende laagdrempelige ontmoetingsplekken zijn de bibliotheek, het kulturhus en buurtcultuurhuizen. Bibliotheken lenen zich bij uitstek als culturele ontmoetingsplek, als podium voor lokale maatschappelijke en culturele organisaties. Ook kan de bibliotheek mensen uitnodigen en stimuleren om zich te mengen in het lokale debat over lokale besluitvorming en gemeenschapskwesties. Een kulturhus of cultuurhuis is een combinatie van verschillende voorzieningen in één of meerdere gebouwen, waarin samenwerking de sleutel is. Vaak worden zowel niet-commerciële als commerciële voorzieningen onder één dak geplaatst, zoals een peuterspeelzaal, kinderopvang, fysiotherapeut, bibliotheek en ontmoetingsplekken. De bibliotheek is hierbij in veel gevallen de vertegenwoordiger van de brede dienstverlening op het terrein van cultuur en educatie. Het kulturhusconcept is in Scandinavië ontstaan en is in uiteenlopende vormen en omvang ingevoerd in Nederland. Bijvoorbeeld in de provincie Utrecht: De kracht van cultuurhuizen (Provincie Utrecht, 2018)