Sociaal-artistiek heeft de toekomst

Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
In het oosten van ons land is een bijzondere samenwerking bezig tussen twee hogescholen. Docenten van HAN/sociale studies en ArtEZ/kunstacademie hebben elkaar gevonden om de handen ineen en de vleugels samen uit te slaan. Althans dat is de ambitie – in de praktijk zijn er natuurlijk allerlei obstakels te overwinnen. Maar dat maakt het werk niet minder leuk en zeker niet minder van betekenis.

Het Reisgezelschap Kunst & Maatschappelijke Inclusie is een groeiend netwerk van sociaal-artistiek betrokken studenten, docenten onderzoekers, ervaringsdeskundigen en (zelfstandige) professionals uit zowel het sociale als het artistieke werkveld. Zij vinden elkaar in de wens om de verbindingen tussen kunst/cultuur en zorg/welzijn te versterken en te verduurzamen. Daarbij worden actief nieuwe manieren van samenwerken, leren en waardecreatie ingezet en onderzocht. Zowel binnen de schoolmuren als in de praktijk. Docenten van HAN/sociale studies en ArtEZ/kunstacademie organiseren ontmoetingen met elkaar en voor hun studenten.  

Experimenteren met ontmoeting

Een voorbeeld van uitwisseling tussen opleidingen is de openbare (facultatieve) les die twee bevlogen docenten van HAN en ArtEZ organiseerden. Zij betrokken studenten uit beide studierichtingen en zorgden voor een programma met kennismaking en ontmoeting. Het werd een succes. In een broeierig, krap lokaaltje kwamen ruim veertig studenten opdagen om elkaar te ‘proeven’, te bevragen en van elkaar te leren over toepassingsmogelijkheden en de betekenis van kunst met speciale doelgroepen. Docent Ronja White (ArtEZ/BA Docent Dans): ‘De uitwisseling riep vragen op als: wat is kunst? Wat is therapie? Wat zijn raakvlakken en waar liggen verschillen? Voor onze studenten is discussie hierover heel relevant – en het vinden van antwoorden even wezenlijk als persoonlijk.’ 

De interactieve les werd deels door de zelf studenten geleid. Studenten presenteerden in subgroepjes projecten die ze hadden gedaan met speciale doelgroepen zoals vluchtelingen, ouderen en kinderen in het speciaal onderwijs. En ArtEZ-studente Leticia nam zonder moeite haar leeftijdsgenoten van beide opleidingen mee in een ritmische bewegings-’dans’. Met z’n veertigen zwetend op elkaar geplakt, stonden studenten vol enthousiasme op Caribische deuntjes te draaien, te stappen, te springen en te schudden met tachtig billen. Docent Gemma Koolen (HAN/sociale studies): ‘Als je studenten een deel van de les laat verzorgen, komen ze los uit de student-docentenergie. Er ontstaat commitment, respect voor elkaar en openheid om te ontvangen. Dat is een prachtige basishouding om te leren.’

Ronja hoopt dat studenten hun kijk op ‘dans’ en ‘kunst’ leren verruimen. De uitwisseling met studenten van sociale studies is daarbij heel ondersteunend. Ronja: ‘Als je ervan uitgaat dat er in iedereen een goede danser zit, welke doelgroep dan ook, dan kijk je heel anders naar dans. In iedereen zit creativiteit. Iedereen kan invulling geven aan dans en beweging. Als een docent door middel van improvisatie op zoek gaat naar de eigen bewegingstaal van de mensen en die ondersteunt, dan is dat een heel andere werkwijze.’ Gemma: ‘Dans werkt in het maken van contact – ook in de ontmoeting tussen studenten. Tijdens de openbare les zorgde de beweging voor een ervaring met elkaar, er ontstond een vrijplaats. Op zo’n moment gebeurt er iets. Een klik.’  

Samen leren, samen doen

In de sociaal-artistieke praktijk van alle dag lopen initiatiefnemers en betrokkenen aan tegen verschillen in beleid, faciliteiten en denkkaders tussen het sociale en het artistieke werkveld. Zelfs wanneer culturele organisaties en zorg/welzijnspartijen het eens zijn over de basisidee dat kunst en cultuur van betekenis zijn voor de kwaliteit van leven van mensen met een ondersteuningsbehoefte, dan nog is de praktijk, waarin projecten handen en voeten moeten krijgen, weerbarstig. Er wordt wel gezegd dat de professionals uit zorg/welzijn en die uit kunst/cultuur een ‘andere taal’ spreken. Het elkaar leren kennen en ‘verstaan’ is vaak een tijdrovende, maar noodzakelijke eerste stap voor samenwerking. 

Door de kennismaking tussen studenten uit het sociale en het artistieke veld ontstaat een basis waarop later kan worden voortgebouwd. De interesse voor elkaars werkterrein wordt aangewakkerd en er komen nieuwe ideeën tot stand over de toepassing van kunst in het sociale domein. Zo programmeert HAN regelmatig theater binnen de schoolmuren: voorstellingen die zijn gemaakt door studenten of alumni van ArtEZ, met als onderwerp een sociaal relevant thema zoals verslaving. Zo’n voorstelling werkt als hefboom voor een dialoog over het thema en maakt invoelbaar dat kunst een krachtig middel is om gevoelige onderwerpen bloot te leggen en te bespreken. Dat is voor veel HAN-studenten een enorme eyeopener; terwijl hun oprechte nieuwsgierigheid en vaak ongezouten vragen heel leerzaam zijn voor de kunstvakstudenten.

Weg met de hokjes

Studenten hebben er baat bij om verder te kijken dan de neus van hun traditionele sector lang is.  Het zogenaamde cross-sectoraal werken is in de context van sociaal-artistiek werk eigenlijk een penibel begrip. Het stamt uit de tijd dat het nog nieuw en bijzonder was om je als kunstenaar te verbinden aan Jan met de Pet, en de tijd dat je je als welzijnswerkers nog niet zo snel inliet met werkwijzen die vertrekken vanuit iemands kracht en talent. Dat is al lang niet meer zo. Talloze kunstenaars hebben de schoonheid van het ‘humane engagement’ ontdekt en brengen creativiteit en verbeeldingskracht letterlijk onder de mensen. En in de zorg- en welzijnswereld blaast het begrip ‘positieve gezondheid’ de conventionele definities van welzijn omver, om ruimte te maken voor een benadering waarin mensen meer zijn dan ‘ziek’ of ‘niet ziek’. 
Gelukkig maar. Mensen passen niet in hokjes. En vooral mensen met een zorg- of ondersteuningsbehoefte lopen chronisch het risico om in allerlei hokjes terecht te komen die hun mogelijkheden (nog verder) beperken. 

Wil de huidige generatie sociale en artistieke studenten zich goed voorbereid weten op een werkomgeving die niet langer wordt bepaald door de grenzen van sectoren, maar door de noden en behoeftes van de samenleving en de mensen die haar vormen, dan is het noodzakelijk dat ze elkaar weten te vinden. Dat ze leren wat ze aan elkaar kunnen hebben, waar ze elkaar aanvullen, inspireren, uitdagen en verrijken – in het licht van de mensen voor wie ze van betekenis zijn. 
In die zin heeft sociaal-artistiek werk de toekomst. Omdat het uitsluitend kan bestaan op het snijvlak van sociaal en artistiek, creëert het nieuwe ruimtes juist daar waar eerder grenzen de dienst uitmaakten.

Ruimte maken in het curriculum

Alle goede bedoelingen ten spijt, is het een uitdaging om de uitwisseling tussen studenten een vaste plek te bieden in het studieprogramma. De opleidingsinstituten die onze volgende generatie zorg- en creërende professionals moeten afleveren zijn log en gebonden aan talloze regels waardoor ze vaak achterlopen op de praktijk. Vruchtbare ontmoetingen zoals die onder de vlag van Het Reisgezelschap worden georganiseerd hangen nu nog af van de bevlogenheid en motivatie van enkele pionierende docenten – die het vaak grotendeels in eigen tijd organiseren. Het curriculum zit bomvol en biedt weinig ruimte aan experiment. 

Maar bij HAN en ArtEZ zit er beweging in. Niet in de laatste plaats omdat de opleidingshoofden het belang inzien van ontschotting. Zij ondersteunen de docenten die zijn aangesloten bij het Reisgezelschap waar mogelijk met extra uren – en in ieder geval met morele support. Zo is Ronja White inmiddels betrokken bij de curriculum-overleggen binnen ArtEZ. Op die manier kan ze samen met andere docenten het gesprek voeren over mogelijke competenties waaronder de uitwisseling met de HAN geschaard kan worden. Ronja: ‘De zoektocht is om te kijken wat we kunnen toevoegen aan het bestaande studieprogramma. Hoe kunnen we dat wat we al doen, verrijken met een specifiek accent op uitwisseling?’ Ook Gemma Koolen onderstreept het belang van een serieuze aanpak: ‘Inbedding in het onderwijs is belangrijk. Het nieuwe moet met het oude worden verbonden zodat we niet steeds opnieuw het wiel uitvinden en er een duurzame verbinding met de praktijk ontstaat waar iedereen wat aan heeft.’   

Toekomstmuziek

Sinds september van dit jaar is bij de HAN de nieuwe opleiding Social Work gestart. Deze profileert zich nadrukkelijk op creatief denkende en handelende studenten en zet in op een stevige verbinding met de praktijk. Dat biedt veel kansen voor samenwerking met het artistieke werkveld – ook binnen het curriculum. Zo is er onlangs een pilot gestart waarbij studenten van Social Work en van de opleiding BA Docent Theater Arnhem samen werken en leren. Drie sociaal-artistieke initiatieven, Theater Klare Taal, Het Wilde Westen en Theater AanZ, hebben leer-werkplekken beschikbaar gesteld. Bij elke plek staat een concrete vraag uit de betreffende praktijk centraal waarmee de studenten vanuit hun verschillende invalshoeken aan de slag gaan. Bij de begeleiding van de studenten zijn ook alumni en ouderejaars van beide opleidingen betrokken. Zo ontstaat een praktijksituatie waarin studenten complementair, interprofessioneel en peer-to-peer samenwerken vanuit de opleidingen. Met de voeten in de klei, met elkaar, en met professionals en deelnemers uit het sociaal-artistieke veld.  

Meer informatie
Meer informatie over Het Reisgezelschap en lid worden van de beweging via MeetUp Het Reisgezelschap 

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 5 / 5. totaal 1

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Praat verder over dit onderwerp met deze expert(s):
Finn Minke
Finn Minke
Functie: Specialist Cultuurparticipatie
Expertise: zorg en welzijn
finnminke@lkca.nl
030 - 711 51 39
Bekijk alle experts
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel