Kunst en technologie – Henry Vorselman

In gesprek met Henry Vorselman, directeur-bestuurder van Digital Playground in Rotterdam.
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Henry Vorselman is directeur-bestuurder van Digital Playground in Rotterdam. In de twintig jaar dat Digital Playground bestaat, maakte de organisatie verschillende transformaties door. Vorselman: ‘De technologie verandert en wij veranderden mee.’
Henry Vorselman

Digital Playground begon in 1998 als een evenement dat zich richtte op jongeren. Vorselman: ‘We kregen subsidie van het ministerie. De evenementen zaten helemaal vol en we zochten naar een manier om het structureel te maken. In 2009 zijn we verzelfstandigd. En kozen we ervoor om in kleinere groepen – schoolklassen die ons bezoeken – het hele jaar door te werken. Ik vind het heel leuk te zien hoe je zo’n groep leerlingen enthousiast krijgt. Ik houd erg van nieuwe media, technologie en gadgets.’

Vorselman is begonnen als evenementenorganisator, maar door nieuwe kansen is zijn organisatie steeds aangepast. ‘De technologie verandert en wij veranderden mee. Vroeger begeleidden we vooral bij het bouwen van websites, bij film- en geluidbewerking en fotografie. Daarna kwam stop motion animatie. En nu hebben we een Virtual Reality platform ontwikkeld en bieden we ook gamedesign.’

Culturele instelling

Digital Playground is een culturele instelling, benadrukt Vorselman. ‘We bieden cultuureducatie met media. Ons doel is om jongeren en kinderen een kritische blik te laten ontwikkelen op media, het gebruik van media en tools te geven om zich uit te drukken met media.’

Vorselman ziet dat de toegankelijkheid van mediatechnologie voor de jongere doelgroepen vergroot is. ‘Kinderen van nu groeien al op met de dingen die volwassenen ook gebruiken. De leeftijd waarop kinderen voor het eerst met technologie bezig zijn en er vaardig in worden, wordt steeds lager. Steeds meer basisscholen vragen of we iets voor hen kunnen betekenen. Daar gaan we dus ook over nadenken. Aandacht voor mediawijsheid en beeldcultuur, dat blijft belangrijk. Dat je bewuster bezig bent met wat je online doet.’

Relatie met het onderwijs

Digital Playground richt zich op het voortgezet onderwijs. De workshops hebben altijd een culturele inhoud en zijn vaak in samenwerking met andere culturele instellingen ontwikkeld. Het kan gaan over erfgoed, zoals het project Docklands met het Maritiem Museum, waarbij op oude schepen en vuurtorens werd gefilmd. Soms is het meer maatschappelijk, zoals jongeren ondersteunen bij hun beroepskeuze door hen zichzelf in een VR omgeving te laten plaatsen. Er is voor de bezoekers van Digital Playground altijd een maakopdracht aan verbonden. Leerlingen krijgen de workshops op de locatie van Digital Playground, in kleine groepen van 10.

Vaak vraagt Digital Playground ook docenten om samen iets te bedenken. Zij kennen tenslotte de leeftijdsgroep goed. Zo was het maken van een ‘augmented reality portret’ en dat toepassen in een spel, een idee van docenten. Ondanks de relatie met het onderwijs benadrukt Vorselman dat hij niet te veel met onderwijs bezig wil zijn. ‘Wij zijn een culturele instelling en benaderen technologie vanuit de kunsten. Daarom werken we ook niet met certificaten of cijfers. Enthousiasme en persoonlijke ervaring die je opdoet, moeten voldoende zijn.’

Maken staat centraal

Het succes van Digital Playground zit volgens Vorselman vooral in learning by doing. ‘Niet te veel informatie vooraf, gewoon beginnen. We zorgen wel voor een aanpak op maat voor de doelgroep en sluiten aan bij leeftijd en het niveau van kinderen. Daar steken we veel tijd in. Zo hebben we ook aanbod voor het praktijkonderwijs. Juist in de wat lastiger doelgroepen zijn we goed.’

Een andere succesfactor volgens Vorselman: ‘Maken staat altijd centraal. Je moet altijd iets hebben gemaakt waar je trots op bent, een film moet getoond kunnen worden, een spel moet gespeeld kunnen worden. Het gaat om het proces, niet per se om de kwaliteit van het eind-product. Het gaat ons om de reis van de leerling.’

Dat scholen tevreden zijn, merkt Digital Playground aan hun vaste klanten, de scholen die terugkomen. ‘Wij vereenvoudigen mediatechnologie zodat leerlingen er mee kunnen werken. Zodat je er in korte tijd iets mee kan maken. Dat ze zien: daar kan ik iets mee. Trots is belangrijk. Jongeren zitten dan te joelen bij gamedesign.’

Vorselman vindt het belangrijk om flexibel te zijn. ‘We kunnen werken vanuit de vraag. We vragen een school: waar ben je bezig, wat kun je gebruiken? Als een school bijvoorbeeld iets met ruimtevaart wil doen, passen we onze workshops daarop aan.’

Meer betekenen voor de Rotterdammer

Ondanks de kennis en kwaliteit die Digital Playground al jaren in huis heeft, is financiering nooit vanzelfsprekend. Vorselman: ‘Sinds 2013 hebben we geen landelijk geld meer. We zijn toen de helft van ons budget kwijtgeraakt en er moesten aardig wat mensen uit. Nu krijgen we vooral lokaal geld van Rotterdam en sporadisch van andere gemeenten in de omgeving. Het liefst zou ik als Digital Playground ook open willen zijn in vakanties en weekenden. Een plek om gewoon binnen te lopen. Dat vergt zo’n andere organisatie, dat gaat met onze huidige subsidie niet lukken. Ik zou ook veel meer willen betekenen voor de gemiddelde Rotterdammer. Dat we bijvoorbeeld cursussen gaan geven aan ouderen. De bibliotheek heeft een functie richting toegang tot de digitale samenleving, maar daar hebben we nog geen serieuze samenwerking mee. Daar zouden we meer op in kunnen zetten.’

Vorselman is scherp op het relevant blijven: ‘Het wordt alleen maar relevanter wat we doen. Misschien komen we niet meer zo innovatief over. Je moet uitblinken in je samenwerkingen en de relatie met de stad. Inhoudelijk hoeven we ook niet steeds meer iets nieuws te bedenken. Er zijn steeds meer aanbieders, ook commercieel, op het vlak wat wij doen.’

Wat is er voor nodig om kunst te verbinden met technologie?

Vorselman: ‘Het toepassen van techniek is op alle vlakken de leukste manier om te leren. Heb daarom binnen CKV specifiek aandacht voor mediakunst, dan kom je vanzelf op technologie. Breng mensen die techniekonderwijs geven in contact met CKV-docenten. Laat continu zien wat best practices zijn en hoe je daarvan leert. Dat docenten samen de mogelijkheid krijgen om dat curriculum op te bouwen. De motivatie om iets te maken – creativiteit – geeft een enorme drive om te leren. Creativiteit is dé skill om te overleven in de 21e eeuw.’

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 3 / 5. totaal 3

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel