LPKC: heldere kaders helpen bij inclusieve cultuureducatie

Verslag van de bijeenkomst van het Landelijk Platform Kenniscentra Cultuureducatie op 28 juni 2022
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Twee thema’s stonden centraal tijdens de bijeenkomst van het Landelijk Platform Kenniscentra Cultuureducatie (LPKC): de positie van de combinatiefunctionaris cultuur en werken aan inclusieve leerecosystemen.

Tekst: Bea Ros

De rijksoverheid gaat binnenkort de in 2008 ingestelde Brede Regeling Combinatiefuncties (BRC) herijken. Dit gebeurt mede op basis van het monitoringsonderzoek van het Mulier Instituut. Maar dit is vooral kwantitatief en geeft weinig zicht op de praktijk. Om deze ‘black box’ te openen deed LKCA een eigen kwalitatief onderzoek, Cultuurcoaches onder de loep. Casestudies in zes gemeentes, twintig interviews en twee focusgroepen werpen licht op hoe gemeentes cultuurcoaches inzetten en welke uitdagingen ze daarbij tegenkomen.

Krap bemeten

Een eerste conclusie is dat gemeentelijke cultuurnota’s behoorlijk algemeen blijven. Ze haken aan bij de landelijke doelstellingen van de regeling – leven lang cultuurparticipatie, lokale verbindingen en duurzame versterking van cultuuraanbieders – maar geven er niet echt een concrete lokale invulling aan.

De verschillen tussen gemeentes in beschikbare fte’s verschillen enorm: in kleine gemeentes moeten combinatiefunctionarissen cultuur het vaak doen met 0,4 fte, grote steden hebben soms wel tien functionarissen. Bovendien hebben velen een tijdelijke aanstelling, missen ze een activiteitenbudget en is het normbedrag voor het salaris (50.000 euro) krap bemeten.

‘Geen wonder dat er veel verloop is’, stelt Jan de Groot (specialist beleid, LKCA) in zijn presentatie van het onderzoek. Vrijwel alle betrokkenen noemen dit als probleem. ‘Combinatiefunctionarissen zijn echte verbinders en bouwen veel sociaal kapitaal op, maar dat zit vast aan hun persoon en niet aan de functie.’

Meer duidelijkheid

De onderzoekers bevelen OCW en VNG dan ook aan om bij de herijking meer cultuurgeld uit te trekken en een realistischer normbedrag te bepalen. Huiswerk voor de gemeentes is, naast meer geld, om scherpe lokale doelen te formuleren die passen bij de omvang van de functie. ‘Wees dus niet te ambitieus.’

De overheden mogen bovendien meer duidelijkheid scheppen. Want andere genoemde hobbels zijn onder meer de onduidelijke verhouding tussen diverse regelingen en een te brede en soms onduidelijke taakomschrijving. Terwijl, aldus betrokkenen, juist heldere afspraken en transparantie belangrijk zijn voor succes van de combinatiefunctionaris.

Vermijd ook belangenverstrengeling en zorg dat de functionaris onafhankelijk kan opereren. Dat laatste is het beste gewaarborgd als iemand in dienst van de gemeente is, en niet bij een culturele aanbieder. Daarmee voorkom je scheve ogen.

Ondersteuners ten slotte kunnen onder meer helpen met gerichte diensten en tools (bijvoorbeeld voor monitoring en evaluatie) en het verspreiden van goede praktijkvoorbeelden.

Inclusief werken

Meer duidelijkheid in wie wat doet, komt ook als advies naar voren uit een ander onderzoek van LKCA, dat naar leerecosystemen. Dit concept, legt Huub Braam (specialist onderzoek LKCA) uit, helpt om vanuit een systeemperspectief te werken aan gelijke kansen. In een inclusief leerecosysteem kan iedereen eigen talent ontdekken en verder ontwikkelen en nieuwe stappen zetten, met hulp van mensen en organisaties uit de omgeving.

Hoe ziet zo’n landschap waar iedereen gelijke kansen krijgt eruit en wat vraagt dat van mensen (micro), organisaties (meso) en beleid (macro)? Dat heeft LKCA uitgezocht met vier collectieve systeemanalyses (CSA), waaronder eentje met de LPKC-leden. Hieruit blijkt dat mensen vooral op mesoniveau haakjes zien om het systeem inclusiever te maken.

Ook op beleidsniveau liggen kansen, maar op individueel niveau (micro) noemde men minder kansen of barrières. ‘Dat is mogelijk een blinde vlek’, zegt Braam. De meeste deelnemers aan de analyses zijn immers afkomstig uit organisaties of beleid.

Uit de systeemanalyses destilleerden Braam en zijn collega’s vijf hoofdthema’s oftewel ‘actieterreinen’: Het eerste is ‘Duurzame facilitering en meer duidelijkheid over verantwoordelijkheid’. ‘Vrijblijvende afspraken zijn geen garantie voor de toekomst’, licht Braam toe.

De andere actieterreinen zijn: ‘Meer en betere samenwerking in een eerlijke markt’, ‘Actieve inzet voor gelijke kansen op culturele ontwikkeling’, ‘Kader voor afstemming voor kwaliteit’ en ‘Herwaardering voor kunst en cultuur als verbinder.

Gedeeld verhaal

Hoe zou het op macroniveau beter kunnen? Desgevraagd komen de LPKC-leden met diverse suggesties. Om duurzame cultuureducatie te bevorderen kun je bijvoorbeeld een deel van de lumpsum van scholen weer oormerken voor cultuur. En geef elke burger recht op culturele ontwikkeling van zeg duizend uur. Stop met korte regelingen en ga voor de lange termijn. En eentje die alles overkoepelt: ontwikkel cultuurwetgeving met duidelijke verantwoordelijkheden.

Inzet op gelijke kansen is eveneens gebaat bij duurzaamheid. ‘Dat wat daadwerkelijk nodig is voor culturele ontwikkeling overal borgen’, luidt een van de suggesties hier. En zorg dat je iedereen bereikt en betrekt. ‘Laat jongeren meedenken over het aanbod’, suggereert bijvoorbeeld Noëmi Mercks (Plein C).

Brede samenwerking is een sleutelwoord binnen een inclusief leerecosysteem. Concurrentie en eilandvorming willen die nog wel eens doorkruisen. Jan Sietse Haarsma (Keunstwurk) pleit voor een gedeeld verhaal. ‘Wij hebben samen één belang en dat is de culturele ontwikkeling van leerlingen. En dan is het lastig als mensen denken: kom niet aan mijn muziekles.’ 

Misschien helpen meerjarenconvenanten, denkt Ronald Kox (LKCA). ‘Daarin kun je afstemming over ieders rollen en verantwoordelijkheden goed regelen en hoef je niet bang te zijn voor onderlinge concurrentie.’ Nicolette Talboom (Hart) ziet daarin ook een risico: ‘Als je alles vastlegt, kun je ook partijen uitsluiten, en dat is in leerecosysteem nou net niet de bedoeling.’

Definitieve oplossingen mogen er nog niet liggen, de stip op de horizon is helder. LKCA zal hier de komende tijd, samen met onder meer de andere kenniscentra verder naartoe werken.

Peil kunstzinnige oriëntatie

Leerlingen zijn slechter gaan tekenen. Dat stelde de Inspectie van het Onderwijs in Peil.Kunstzinnige oriëntatie 2015-2016. LKCA tekende destijds protest aan tegen conclusie: leerlingen zijn vooral anders gaan tekenen. In 2025 start de volgende editie van dit peilingsonderzoek en LKCA mag meepraten over de opzet hiervan. Ronald Kox (LKCA) ziet nu al signalen voor een andere insteek. Niet het product (zoals een tekening) komt centraal te staan, maar het proces: wat doet kunstonderwijs met leerlingen en wat betekent het voor hun reflectie? Dat sluit dus beter aan bij de trends in cultuureducatie.

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 0 / 5. totaal 0

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Praat verder over dit onderwerp met deze expert(s):
Chantal de Bonth-Vromans (zij/haar/haar)
Chantal de Bonth-Vromans (zij/haar/haar)
Functie: Leidinggevende Cultuureducatie
Expertise: primair onderwijs
chantaldebonth@lkca.nl
030 711 51 64
Bekijk alle experts
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel