Een jaar na de Bestuurlijke Afspraken Cultuurbeoefening: trends, nieuwe inzichten en de koers naar 2029 

Samen bouwen aan cultuurbeoefening
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Eind 2024 werden de Bestuurlijke Afspraken Cultuurbeoefening 2025-2028 ondertekend. Bijna een jaar later zien we nieuwe ontwikkelingen in het veld ontstaan. Sluiten deze ontwikkelingen ook aan op de ambities uit de bestuurlijke afspraken? Zien we knelpunten? En wat verwachten we van de komende jaren? 

Ambities uit de Bestuurlijke Afspraken 

In de Bestuurlijke Afspraken Cultuurbeoefening zijn drie ambities geformuleerd:  

– Ambitie 1 zet in op een sterk ecosysteem waarin iedereen de kans krijgt om een leven lang cultuur te beoefenen, met gezonde culturele organisaties, deskundige professionals en een goede ondersteuningsstructuur, ondersteund door beleid, financiering en cultuurcoaches. 

– Ambitie 2 plaatst de cultuurbeoefenaar centraal. Het doel is om drempels weg te nemen en beoefenaars te betrekken bij het ontwikkelen van beleid. 

– Ambitie 3 benadrukt de verbinding van cultuur met maatschappelijke opgaven, zoals welzijn, gezondheid en onderwijs. Cultuurbeoefening wordt ingezet om maatschappelijke doelen te bereiken en de resultaten daarvan (impact) worden gemeten.  

Opgaven en programmalijnen

De Bestuurlijke Afspraken Cultuurbeoefening (BAC) bevat veel afspraken, inspanningen en verkenningen om te werken aan de drie genoemde ambities. Veel van deze activiteiten leveren op korte termijn niet direct zichtbare resultaten op, maar zorgen wel voor meer inzicht, samenhang, samenwerking, en een gezamenlijke visie. Met deze activiteiten wordt er gewerkt aan een goede basis voor de nieuwe beleidsperiode na 2029. 

Welke concrete opgaven zijn er nu gestart of gepland?   

De onderstaande opgaven en activiteiten zijn onderdeel van het ‘Werkprogramma Bestuurlijke Afspraken Cultuurbeoefening 2025–2028’. Let op: onderstaande opgaven zijn nog in ontwikkeling en kunnen onderweg nog veranderen. Bijvoorbeeld aan de hand van nieuwe actualiteiten en inzichten uit het veld en uit onderzoek. Aan de opgaven wordt gefaseerd gewerkt.  

  • Opgave Cultuureducatie: samen met een denktank (bestaande uit verschillende betrokkenen uit het veld) wordt vanaf eind 2025 gewerkt aan de structurele borging van CmK vanaf 2029, en het versimpelen en meer samenhangend maken van het beleidsinstrumentarium rondom cultuureducatie.  
  • Opgave Talentontwikkeling: eind 2025 start een onderzoek naar de keten van toptalentontwikkeling in de disciplines muziek en dans. OCW, IPO en VNG nemen hiervoor plaats in de begeleidingscommissie. Parallel wordt er in deze opgave gewerkt aan een brede visie talentontwikkeling. 
  • Opgave Huisvesting: er wordt verkend wat de gewenste vorm van overheidsbetrokkenheid is (vanuit zowel rijk, provincies als gemeenten) bij goede en betaalbare huisvesting voor beoefenaars en aanbieders van (informele) cultuurbeoefening en erfgoedgemeenschappen.  
  • Opgave Stimuleringsmaatregelen: er wordt door middel van onderzoek gewerkt aan meer overzicht en inzicht in de knelpunten tussen de vele en diverse stimuleringsmaatregelen en instrumenten voor cultuurbeoefening binnen en tussen de overheden.  
  • Opgave Verdrag van Faro: de samenwerking tussen OCW, IPO en VNG met betrekking tot de uitvoering van het Verdrag van Faro wordt verder versterkt, met het oog op de aanstaande ratificatie van het Verdrag medio 2027. Dit gebeurt onder andere via gesprekken met betrokken partners uit het veld. 
  • Opgave Cultuur & Maatschappij: in deze opgave staat het stimuleren van verbinden van cultuur aan sociaal-maatschappelijke opgaven en diverse andere beleidsterreinen centraal. Hiervoor zullen onder andere beleidsateliers worden georganiseerd. Daarin gaan beleidsmakers en andere professionals in gesprek over de verbinding tussen cultuur en andere maatschappelijke domeinen. 
  • Beleidsonderzoek Landelijke ondersteuningsstructuur Cultuurbeoefening: in dit onderzoek worden knelpunten en verbetermogelijkheden van de landelijke ondersteuningsstructuur in kaart gebracht. Daarna wordt ook gekeken naar de ondersteuningsstructuur op provinciale/gemeentelijk niveau. 
  • Beleidsonderzoek Behoeften Cultuur- en erfgoedbeoefenaars: dit beleidsonderzoek richt zich op het verkrijgen van meer kennis en inzicht in de werkwijze en behoeften van (informele) groepen cultuurbeoefenaars, identificeren van leemtes, meer kennis over nieuwe vormen van cultuur, en over behoeften van verschillende groepen cultuurbeoefenaars.  

Aankondiging denktanksessies cultuureducatie

Het ministerie van OCW verkent samen met Bureau &MAES hoe de infrastructuur voor cultuureducatie, inclusief Cultuureducatie met Kwaliteit (CmK), vanaf 2029 duurzaam en toekomstbestendig kan worden ingericht. De aanleiding hiervoor ligt in de periodieke rapportage cultuureducatie 2013–2022 en de beleidsreactie van de minister van 2025. Daarin wordt benadrukt dat de vele tijdelijke stimuleringsmaatregelen, hoe waardevol ook, niet altijd voldoende borging bieden.

CmK heeft de afgelopen twaalf jaar geleid tot een stevige infrastructuur van samenwerking tussen scholen, culturele instellingen, gemeenten en provincies. Het ministerie van OCW vindt het belangrijk om ook de komende periode te blijven investeren in cultuureducatie en de infrastructuur die is opgebouwd. De opgave nu is om dit fundament structureel te verankeren en tegelijkertijd meer eenvoud en samenhang te brengen in het geheel van regelingen en beleidsinstrumenten.

Om dit te verkennen is gekozen voor een reeks kleinschalige denktanksessies waarin op uitnodiging deskundigen uit de cultuursector, het onderwijs en de overheid met elkaar in gesprek gaan. De sessies dienen om OCW te voeden met inzichten, knelpunten en dilemma’s. Het advies wordt uiteindelijk opgesteld door OCW. De samenstelling van de sessies verschilt per keer, zodat steeds de juiste expertise aan tafel zit. De gesprekken zijn inhoudelijk en verkennend van aard, niet bedoeld als formeel overleg of besluitvorming. De opbrengsten zullen als input dienen voor een advies aan de minister voor de duurzame borging van de infrastructuur van cultuureducatie vanaf 2029.

De toekomst: cultuur in de landelijke en lokale politiek 

Cultuur in de verkiezingsprogramma’s

Nu de Tweede Kamerverkiezing van woensdag 29 oktober 2025 nadert, hebben de politieke partijen hun partijprogramma’s gepubliceerd. In bijna alle partijprogramma’s komt cultuurbeoefening in meer of mindere mate terug.

Vooral de onderwerpen uit ambitie 1 uit de BAC zijn terug te lezen in de partijprogramma’s. Veel partijen willen de uitvoeringslast verlagen (bijvoorbeeld door het verlengen van de subsidieperiodes naar acht jaar). Ook regionale spreiding wordt veel genoemd. Enkele keren wordt hierbij expliciet gerefereerd aan de rol van provincies en/of gemeenten naast het Rijk (bijvoorbeeld bij GL/PvdA).

Met name partijen zoals PVV, JA21 en FvD leggen de nadruk op traditie, erfgoed en behoudende cultuurwaarden. Zij beperken vaak subsidie of willen daarvoor strenge(re) criteria. De meeste partijen staan daarnaast stil bij het belang van cultuureducatie.

Bij ambitie 2 valt vooral bij de progressievere partijen (D66, GL/PvdA, PvdD, Volt) op dat zij aandacht besteden aan fair pay, diversiteit, inclusie en toegankelijkheid. Informele cultuurbeoefening wordt daarentegen niet of nauwelijks benoemd, ondanks de groeiende aandacht ervoor in het veld. 

Aansluitend op ambitie 3 benoemen met name de progressieve partijen de verbinding tussen cultuur en maatschappelijke opgaven. Sommige partijen benoemen hierbij actief thema’s zoals klimaat, sociale (on)gelijkheid en democratisering. Er zijn ook partijen (JA21, FvD, PVV) die hier niet of nauwelijks bij stilstaan, terwijl het thema wel vaak op provinciaal en gemeentelijk beleidsniveau aandacht heeft. 

Leestips voor een meer uitgebreide analyse van cultuurbeoefening in de partijprogramma’s: 

Op koers? 

Met de Bestuurlijke Afspraken Cultuurbeoefening is een goede basis gelegd om nu door te pakken en samen te bouwen aan een stevig(er) cultuurbestel per 2029.  Tegelijkertijd hebben we te maken met de grilligheid en onvoorspelbaarheid van zowel de landelijke als de lokale politiek.  

Een gezamenlijke toekomstvisie van de drie overheden is nodig om de impact van de bestuurlijke afspraken op lange termijn te waarborgen. Bovendien zijn de Gemeenteraadsverkiezingen in maart 2026 een minstens zo belangrijk moment. Gemeenten zijn namelijk verantwoordelijk voor zo’n 60% van alle overheidsuitgaven voor cultuur en hebben een belangrijke rol in het faciliteren van cultuurbeoefening. Tegelijkertijd staan zij onder toenemende financiële druk en maakt het niet-wettelijke karakter van cultuurbeoefening dit domein sneller vatbaar voor bezuinigen.

De komende jaren zal blijken of het fundament dat met de Bestuurlijke Afspraken Cultuurbeoefening is gelegd, sterk genoeg is om deze politieke uitdagingen te overwinnen. 

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 0 / 5. totaal 0

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Praat verder over dit onderwerp met deze expert(s):
Merit de Valk
Merit de Valk
Functie: Specialist Beleid
Expertise: overheidsbeleid
meritdevalk@lkca.nl
06 26 21 22 44
Luud Goossens
Luud Goossens
Functie: Specialist Onderzoek
Expertise: onderzoek,overheidsbeleid
luudgoossens@lkca.nl
030 711 51 27
Bekijk alle experts
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel