Toegegeven, ik ben een amateur. Ik ben niet dagelijks met kunst- en cultuureducatie bezig, en daarom niet altijd ‘up to date.’ Ik volg ontwikkelingen op afstand, krijg soms de kans me te verdiepen, maar zie soms alleen snel dingen langskomen. Ik verbaas me vaak wel, maar ben geneigd te denken dat het wel aan mij zal liggen en dat, als ik nauwkeuriger ga kijken, het wel mee zal vallen.
Ik ben ook amateurmusicus – ik speel piano en hobo, ik zing, ik componeer een beetje – en ken de muziek dus ‘van binnenuit.’ Ik had graag kunnen tekenen, maar heb dat talent niet kunnen aanboren. Als kleurenblinde is mijn verhouding met de wereld van de kleuren onzeker. Taal is misschien wel het medium waar ik me het meest in thuisvoel. Een paar van mijn studenten hebben mijn ogen geopend voor de beeldende kunsten. Ik ben ze dankbaar.
Ik ben amateur – ik heb lief. Het is me niet allemaal om het even; het gaat me aan het hart.
Alles draait om vaardigheden leren
Ter voorbereiding op het symposium Landelijk Cultuuronderwijsbeleid begin ik me te verdiepen. Ik lees het Dashboard Bestuursakkoord PO 2020 en schrik van de taal. ‘Er is oog voor individuele talenten van alle leerlingen,’ lees ik bijvoorbeeld. En ik denk ‘criminaliteit is ook een talent.’ ‘Met het oog op de brede vorming van de leerling verbeteren scholen de kwaliteit van cultuureducatie door uitvoering van het programma ‘Cultuureducatie met kwaliteit’,’ lees ik, en ik volg het spoor: www.cultuureducatiemetkwaliteit.nl
‘Kinderen laten profiteren van goed cultuuronderwijs’ – prima, maar wat maakt het goed? – ‘waarin ze plezier hebben’ – dat is mooi meegenomen, maar het leven is niet altijd plezierig – ‘en belangrijke vaardigheden leren’ – tja, er moet dus wel wat geleerd worden, en dan vooral vaardigheden, want die zijn handig overal inzetbaar. En inderdaad: het gaat erom ‘dat kinderen zich dankzij goed cultuuronderwijs ontwikkelen tot creatieve en kritische volwassenen die klaar zijn voor de uitdagingen van de 21e eeuw.’ Er is de obligate verwijzing naar ‘21e-eeuwse vaardigheden’ – Wie zaten er ook al weer aan tafel toen die werden geformuleerd?
Er is de ambitie dat leerlingen ‘tijdens hun hele basisschooltijd in aanraking komen met muziek, dans, tekenen, toneel en erfgoed,’ wat me echt fantastisch lijkt. Maar dan valt het al weer plat: ‘Waardoor zij leren om hun creatieve vaardigheden te gebruiken om problemen op te lossen en antwoorden te vinden.’
Is dat waar het om draait in het leven? Problemen oplossen en antwoorden vinden? Is dat waar het om draait in de kunsten? Denk- en maakstrategieën? Is dat waar het om draait in het onderwijs? Klaar zijn voor de uitdagingen van de 21e eeuw?
Het bijzondere van de kunsten
Wiens uitdagingen eigenlijk? Wiens problemen? Wie bepaalt wat een probleem is? Wie heeft het recht zijn of haar stem te verheffen? Wie heeft de plicht dat te doen? Waar halen we de moed vandaan? Hoe blijven we wakker en waakzaam? Hoe zorgen we ervoor dat we geraakt kunnen worden, niet afstompen, niet met alle winden meedraaien, nee kunnen zeggen en durven zeggen, problemen kunnen maken in plaats van problemen kunnen oplossen?
Ligt daar niet precies het bijzondere van de kunsten? Ligt daar niet precies wat kunstenaars drijft? Wat ze de onrust geeft om te blijven zoeken, te blijven twijfelen, lastige vragen te blijven stellen, het mooie, het moeilijke en het mysterieuze van het menselijk bestaan te blijven bekloppen, binnenste buiten te keren, om te vormen, anders vorm geven, zonder eindpunt en zonder oplossing? En ligt daar niet precies de unieke bijdrage van de kunsten aan het onderwijs? Zou het onderwijs dat niet met beide handen moeten aangrijpen?
Ik klik nog één keer door, naar www.meermuziekindeklas.nl, in de hoop dat ik daar ‘thuiskom’ – ik ken de muziek immers van binnenuit. Maar helaas. Ik lees: ‘Muziek draagt op een unieke manier bij aan de ontwikkeling van kinderen – wetenschappelijk onderzoek toont dat keer op keer aan. Het bevordert bijvoorbeeld de sociaal-emotionele ontwikkeling en de ontwikkeling van het brein. Daarom is muziekonderwijs op de basisschool zo belangrijk.’ En ik denk: het ligt vast aan mij.
Gert Biesta schreef deze column ter gelegenheid van het besloten symposium Landelijk Cultuuronderwijsbeleid op 5 februari 2021. Dit symposium werd georganiseerd door Boekmanstichting, Erasmus Universiteit Rotterdam en LKCA.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)