Veelgestelde vragen over Cultuureducatie met Kwaliteit

Een team van LKCA-medewerkers ondersteunt de landelijke leergemeenschap met een aantal activiteiten, zoals de Kennis Delen Festivals. Ook ondersteunen wij de leergemeenschappen in de rol van moderator. Die rol is nodig om een leergemeenschap te helpen opstarten, begeleiden en ondersteunen met werkvormen. Een moderator stimuleert een lerende en onderzoekende manier van werken.
Met het subsidiegeld van Cultuureducatie met Kwaliteit profiteren kinderen op de basisschool van goed cultuuronderwijs. Kinderen leren met plezier belangrijke vaardigheden en kunnen zich – dankzij goed cultuuronderwijs – ontwikkelen tot creatieve en kritische mensen die klaar zijn voor de uitdagingen in deze 21e eeuw. Sinds 2013 zijn dankzij de subsidie in het hele land projecten gestart voor een periode van vier jaar. In deze projecten werkten scholen samen met culturele instellingen aan de ontwikkeling van doorlopende leerlijnen voor muziek, dans, tekenen, toneel en erfgoed. Ook zijn beoordelingsinstrumenten ontwikkeld, zorgden culturele instellingen voor aanbod dat gericht is op de vraag van de school en is de deskundigheid van leerkrachten vergroot. In 2017 startte een nieuwe periode van vier jaar Cultuureducatie met Kwaliteit. Een groot aantal projecten heeft opnieuw subsidie aangevraagd en worden dus voortgezet. Sommige projecten zijn gestopt en er zijn ook nieuwe scholen verwelkomt. In totaal zijn in deze tweede periode 46 projecten die met Cultuureducatie met Kwaliteit aan de slag gaan. Op de website van Cultuureducatie met Kwaliteit vind je alle informatie over het programma, de scholen die meedoen, de opbrengsten en praktijkverhalen.
Om de projecten verder te ondersteunen, heeft het ministerie van OCW extra geld voor aanvullende projecten en  beleid beschikbaar gesteld. Deze projecten werden uitgevoerd door culturele instellingen of pabo’s. Met dit geld zijn onder meer de kennisbasis kunstvakken op de pabo ontwikkeld en de post-hbo opleiding Cultuurbegeleider in het primair onderwijs.
Tijdens een serie Kennis Delen Festivals delen CmK-penvoerders hun kennis en ervaringen. Het zijn dagen waar collega’s in het netwerk van en met elkaar leren. Van iedere bijeenkomst verzamelen we inzichten, vragen, verhalen, analyses, beelden. Die verzameling vertalen we naar duurzame producten zoals online magazines, publicaties en verslagen.
In het magazine CmK leert samen vind je inspiratie over samen leren als leergemeenschap én over de rol van moderator. Met inzichten en vragen uit de eerste editie van het Kennis Delen Festival (februari 2019).
In de publicatie Niet bang zijn voor open deuren! lees je de elf projectoverstijgende succesfactoren die we uit gesprekken tijdens het tweede Kennis Delen Festival (juni 2019) met penvoerders hebben geformuleerd.

De term kwaliteit spreekt niet voor zichzelf. Het is een ambigu begrip. De betekenis ervan is nooit gegeven, maar wordt altijd bepaald door mensen. Iedereen vindt kwaliteit belangrijk, maar maatstaven kunnen verschillen. Kwaliteit vul je in al naar gelang je situatie, invalshoek, voorkeur, verantwoordelijkheid, handelingsperspectief of belangen. Het (waarde)oordeel over kwaliteit is kortom afhankelijk van wie het uitspreekt.

Kwaliteit is in iedere sector van belang, maar nog net iets meer in het onderwijs, omdat alle kinderen recht hebben op goed onderwijs. De rijksoverheid maakt daarom via basiseisen, in de vorm van kerndoelen, duidelijk wat zij verwacht. Bovendien stelt het ministerie van OCW aanvullende regels en verplichtingen op, zoals toetsen, een leerlingvolgsysteem, referentieniveaus en leerlijnen. Schoolbesturen zijn formeel verantwoordelijk voor onderwijskwaliteit. Zij sturen vooral op opbrengsten (Cito-scores).

Scholen hebben veel vrijheid om hun onderwijs naar eigen inzicht in te vullen. Die autonomie kan echter ingeperkt worden door mechanismen van verantwoording en toezicht. Besturen moeten leeropbrengsten verantwoorden aan het ministerie, individuele scholen aan hun bestuur. De Inspectie van het onderwijs beoordeelt scholen regelmatig (vierjaarlijks) op kwaliteit. Kwaliteit kan hierdoor gekwantificeerd raken; verworden tot een beleidstarget met meetbare prestatie indicatoren, met name gericht op effectiviteit.

De kans is groot dat er minder tijd en aandacht aan cultuuureducatie besteed wordt. Professionals zullen over het algemeen een veel bredere kwaliteitsopvatting hebben, die uitgaat van ontwikkeldoelen en van waarom ze in het onderwijs werken.

Uit een analyse van Frissen et al. (2015) van het discours over kwaliteit blijkt dat bestuurlijke partijen dominant zijn in het gesprek over onderwijskwaliteit. Het ministerie van OCW, de Inspectie van het onderwijs en de onderwijsbesturen verenigd in de PO-Raad voeren de boventoon, spelers in het primaire proces (schoolleiders en leraren) zijn ondervertegenwoordigd. Er is een brede dialoog tussen alle betrokkenen nodig om het kwaliteitsbegrip, ook van cultuureducatie, vanuit een variëteit aan perspectieven in te vullen.

Er is al veel kennis over de kwaliteit(en) van cultuureducatie. In de publicatie Elke school is uniek lees je welk effect de Regeling Versterking Cultuureducatie in het Primair Onderwijs heeft gehad op veertien scholen. Hoe basisscholen met kunst- en cultuureducatie werken aan 21e eeuwse vaardigheden, lees je in D:21 Kwalitatief Onderzoek. Dan zijn er de laatste jaren ook verschillende handreikingen en kwaliteitskaders gemaakt. Ook zijn er tal van onderzoeken gedaan en onderzoeksartikelen geschreven over hoe het ervoor staat met de kwaliteit van cultuureducatie en hoe je die kwaliteit kunt stimuleren. De studies en artikelen geven een mooie beschrijving van hoe divers scholen werken aan cultuureducatie. Ze laten zien wat er mogelijk is. In de bronnen vind je een veelvoud aan factoren die van invloed zijn op kwaliteit. Kwaliteit wordt echter vrijwel nooit normatief ingevuld. Tussen de regels door lees je wel meer impliciete opvattingen over wat goed zou zijn, maar dit wordt nauwelijks expliciet gemaakt.

De rode draad door de geraadpleegde literatuur over kwaliteit is ‘keuzes maken’. Welke keuze je ook maakt, het is cruciaal om hier bewust mee om te gaan. Op keuzes, en onderliggende criteria en waarden kun je reflecteren en met elkaar in gesprek gaan. Reflectie en dialoog zijn belangrijk, op uitvoerend én bestuurlijk niveau. Kwaliteit wordt volgens Hooge et al. (2015) namelijk bepaald in de zone waar samenwerking tussen mensen tot stand komt. Professionals zitten niet zonder meer op één lijn. Ze zijn verwikkeld in micropolitieke processen van overleg, gezamenlijk visie en plannen maken, afstemming, onderhandeling, uitruil en machtsstrijd. Van belang voor gedeeld begrip is de uitoefening van gedeeld en gespreid leiderschap, en gezamenlijke of participatieve besluitvorming.

Voor cultuureducatie wordt het sturen op kwaliteit in het algemeen overgelaten aan de schoolleider en de cultuurcoördinator, ieder vanuit een eigen logica. Bij veranderingen of vernieuwingen in de schoolorganisatie speelt de schoolleider altijd een cruciale rol. Een schoolteam dat wil werken aan de kwaliteit van cultuureducatie zal oog moeten hebben voor de diversiteit in perspectieven, voorkeuren, waarden en opvattingen die er leven in de groep, en daarover in gesprek gaan. Dat kwaliteit geen gegeven is geldt namelijk zeker voor cultuureducatie dat een grote verscheidenheid kent in inhouden, didactieken en toetsvormen. Niet iedere leerkracht voelt zich ook even bekwaam om les te geven in de diverse disciplines.
Voor cultuureducatie wordt het sturen op kwaliteit in het algemeen overgelaten aan de schoolleider en de cultuurcoördinator, ieder vanuit een eigen logica. Bij veranderingen of vernieuwingen in de schoolorganisatie speelt de schoolleider altijd een cruciale rol. Een schoolteam dat wil werken aan de kwaliteit van cultuureducatie zal oog moeten hebben voor de diversiteit in perspectieven, voorkeuren, waarden en opvattingen die er leven in de groep, en daarover in gesprek gaan. Dat kwaliteit geen gegeven is geldt namelijk zeker voor cultuureducatie dat een grote verscheidenheid kent in inhouden, didactieken en toetsvormen. Niet iedere leerkracht voelt zich ook even bekwaam om les te geven in de diverse disciplines. Op vijf basisscholen vroegen we aan de schoolleider en de cultuurcoördinator hoe zij goede cultuureducatie realiseren. In de brochure Cultuureducatie op de basisschool – ‘In je fantasie kan alles… In werkelijkheid kan er meer dan je denkt!’ lees je wat er volgens hen – ondanks de beperkingen in tijd, geld en deskundigheid die er altijd zijn – wél kan als je kunst en cultuur belangrijk vindt voor je leerlingen.
In de eerste ronde (2013-2016) verstrekte het Fonds voor Cultuurparticipatie aan 54 projecten subsidie voor Cultuureducatie met Kwaliteit. In de tweede ronde (2017-2020) werden 46 projecten gehonoreerd. Instellingen, scholen en overheden werken samen aan de uitvoering van de plannen. Op de website van Cultuureducatie met Kwaliteit staat een overzicht van alle culturele instellingen die betrokken zijn bij een gehonoreerd project.