Nieuwe directeuren bij Kunstloc en Kunstgebouw

Ontschotting van gemeentebudgetten in belang van kunst en cultuur
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Kunstloc en Kunstgebouw, de provinciale culturele ondersteuningsinstellingen van respectievelijk Brabant en Zuid-Holland, hebben allebei sinds maart een nieuwe directeur. Tijd voor een kleine kennismaking.

Behalve dat Mireille de Groot en Reinier Gerritsen op vrijwel hetzelfde moment de spreekwoordelijke ‘nieuwe uitdaging’ aangingen, volgden beiden dezelfde studie: Algemene Cultuurwetenschappen. Zij in Maastricht, hij in Rotterdam. En allebei maakten ze in maart de stap van gemeentelijke advies- en bestuurslichamen naar een provinciale instelling, zij vanuit Moerdijk, hij vanuit Rotterdam.

Droombaan

Die bredere focus was voor beiden ook het aantrekkelijke van de nieuwe baan. ‘Ik was in Rotterdam, waar ik diverse leidinggevende en adviesfuncties had op het gebied van cultuur, het cultuuraanbod van een grote stad gewend’, zegt Reinier Gerritsen. Hij is de opvolger van Aukje Bolle bij Kunstgebouw in Zuid-Holland. ‘Vanuit de provincie hebben wij de opdracht zorg te dragen voor de basis, cultuureducatie en -participatie voor iedereen. Maar de provincie is een enorm groot en divers werkveld, met verschillende doelgroepen, het platteland, de Bible Belt. Er zijn zoveel verschillende stakeholders, zoveel verschillende vragen. Ik ben heel erg enthousiast geworden van die uitdaging.’

Verbinding met gemeenten en andere domeinen

Mireille de Groot nam stokje over van Henri Swinkels bij Kunstloc Brabant. Zij noemt haar nieuwe werkkring zelfs een droombaan. ‘Hier heb ik altijd willen zijn. Bij Kunstloc waren ze op zoek naar iemand die de taal van gemeenten spreekt, de lijnen tussen provincie en gemeenten kent, kennis van bedrijfsvoering heeft en een hart voor cultuur. ‘Dat ben ik!’, dacht ik meteen.’

Kunstloc, stelt zij, is de grootste en breedste van de provinciale ondersteuningsinstellingen en loopt voorop met onderzoek. ‘Naast cultuureducatie en -participatie werken wij ook aan het versterken van de professionele kunsten en houden we ons bezig met talentontwikkeling, impactmeting en het verbinden van kunst aan andere domeinen.’

De Groot wil kunstenaars en creatieven laten zien hoe zij een plaats in het gemeentebeleid kunnen veroveren door ook naar andere domeinen te kijken. ‘Gemeenten hebben de verplichting een beleidsvisie sociale basis te formuleren. Dat gaat over hoe we willen dat het leven in de gemeente eruitziet, waar en hoe we elkaar ontmoeten. Daarbinnen heeft cultuur een plaats, als verbinder, maar – en dat lees je steeds vaker – als partij die ook op andere domeinen een rol kan spelen. In gemeentelijke begrotingen zit veel geld voor bijvoorbeeld zorg. Dat wordt vooral aan de achterkant besteed, curatief. Maar de aandacht voor preventief werken voor welzijnsbevordering groeit. Daar liggen kansen.’

Onderspit

‘Ontschotting van budgetten’, zo noemt Reinier Gerritsen dat. Daarvan is hij een groot voorstander. Zeker met het oog op het naderende ‘ravijnjaar’, waarin Nederlandse gemeenten weer zullen worden geconfronteerd met bezuinigingen, terwijl de taken en de problemen (energietransitie, woningbouw, (mentale) zorg) niet minder worden. En er wordt al jaren relatief steeds minder geld uitgegeven aan cultuureducatie, becijferde onderzoeker LKCA-onderzoeker Arno Neele in de vorige editie van deze krant. “Bij bezuinigingen delft de cultuurbegroting meestal het onderspit”, beaamt Gerritsen, “ook al omdat cultuur sec geen wettelijke verplichting is. Maar als je de muur tussen budgetten weghaalt en ze openstelt voor integrale doelen, creëer je mogelijkheden. Dat verhaal kunnen wij als tweedelijnsinstelling goed duidelijk maken.”

Bestuurlijke afspraken als vertrekpunt

De Bestuurlijke afspraken over cultuurbeoefening, kortweg BAC, die tussen gemeenten (VNG), provincies (IPO) en Rijksoverheid (OCW) zijn gemaakt, kunnen hierbij mooi als vertrekpunt fungeren. In januari verscheen in de Staatscourant het officiële bericht dat de drie partijen afspraken gaan maken over het hele domein van cultuurbeoefening – een primeur. En belangrijk om versnippering van beleid tegen te gaan, aldus De Groot. Gerritsen: ‘Ik ben blij met de BAC. Eindelijk een dekkende afspraak tussen overheidslagen over cultuurbeoefening. Nu nog die wettelijke verplichting erdoor krijgen natuurlijk. Maar we kunnen beginnen met de BAC handen en voeten te geven.’

Strijdlustig

Daar zal de Raad van Twaalf ongetwijfeld een belangrijke rol bij spelen. Het overlegorgaan van twaalf provinciale culturele ondersteuningsinstellingen richt zich afhankelijk van de opdracht per provincie op informatievoorziening, advisering, ondersteuning, bemiddeling, deskundigheidsbevordering en netwerkvorming. Blinde vlekken worden in beeld gebracht, knelpunten gesignaleerd en waar mogelijk wordt gewerkt aan een landelijke methodiek. ‘Een sterk voorbeeld van de samenwerking als Raad van Twaalf vind ik de gezamenlijke aanvraag voor amateurkunstondersteuning die wij bij het Fonds voor Cultuurparticipatie in voorbereiding hebben. Dat is ook nieuw en daar zit veel energie op’, aldus Gerritsen.

Zowel Kunstloc als Kunstgebouw hebben, net als hun collega-instellingen, de blik ook al gericht op de gemeenteraadsverkiezingen die in maart 2026 zullen plaatsvinden. De belangrijkste opdracht is misschien wel samen met de sector kunst en cultuur(educatie) in de gemeentelijke coalitieakkoorden te laten opnemen. Gerritsen, strijdlustig: ‘In Zuid-Holland betekent dat dus maal vijftig. Dat wordt nog een opgave.’

Beeld: Marcel Otterspeer

Dit is een artikel uit de Cultuurkrant, editie 34, juni 2025.

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 1 / 5. totaal 1

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel