Kunstvakdocenten voor meer kwaliteit en minder werkdruk!

Reactie LKCA op advies Onderwijsraad (25 maart 2021)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Er liggen teveel verantwoordelijkheden op de schouders van individuele leerkrachten, zo constateert de Onderwijsraad. Het advies is om meer focus aan te brengen onder meer door óók te investeren in specialisatie en extra krachten op school. Wij onderschrijven dit advies en zetten ons om de positie van cultuuronderwijs te versterken.

Het advies Tijd voor focus verscheen afgelopen donderdag 25 maart en schreef de Onderwijsraad op verzoek van de Tweede Kamer. Aanleiding hiervoor is de werkdruk in het basisonderwijs. Leraren in het basisonderwijs komen niet of nauwelijks nog toe aan de kern van hun vak: het geven en ontwikkelen van onderwijs. Dat gaat ten koste van de kwaliteit van het onderwijs, de huidige werkverdeling laat te weinig tijd voor onderwijsontwikkeling. Het is belangrijk dat leraren lessen, lesmateriaal en toetsen ontwerpen en implementeren. En dat zij dit ook analyseren en evalueren als input voor hun verdere onderwijsontwikkeling.

Nationaal Programma Onderwijs

Het advies van de Onderwijsraad komt op een moment dat scholen per brief door OCW zijn geïnformeerd over de aanpak van het Nationaal Programma Onderwijs. Dit programma is bedoeld om achterstanden die leerlingen hebben opgelopen als gevolg van corona zo goed mogelijk op te vangen. De aandacht dient daarbij niet alleen uit te gaan naar kwalificatie, maar ook naar persoonsvorming en socialisatie. Scholen moeten daarbij kijken naar alle leergebieden, zoals Kunstzinnige Oriëntatie.

Het advies van de Onderwijsraad, gecombineerd met de extra gelden voor het Nationaal Programma Onderwijs, kan een mooie opmaat zijn naar een meer structurele plek voor (kunst)vakdocenten in het basisonderwijs. Door de extra gelden krijgen scholen de mogelijkheid om ervaring op te doen met de inzet van kunstvakdocenten en vakexperts op het gebied van kunst en cultuur en de meerwaarde voor hun leerlingen en hun scholen zelf te ervaren.

Het uitgangspunt in het basisonderwijs is al heel lang dat er in principe één leraar voor de groep staat. Dit is ontstaan vanuit de opvatting dat de leraar een constante factor kan en moet zijn voor de jonge leerlingen. Door de verbreding van het curriculum in de afgelopen decennia en de vraag naar meer verantwoording van de onderwijsopbrengsten, is de verantwoordelijkheid echter steeds diverser en zwaarder geworden met meer toetsen en meer oudercontact. Leraren zijn ook meer in deeltijd gaan werken waardoor er meer tijd nodig is voor overdracht en afstemming van een aanpak. De versterking van de doorlopende leerlijnen heeft ook de noodzaak om af te stemmen met collega’s van andere leerjaren versterkt. Al deze factoren spelen een rol in de groeiende werkdruk bij de leraren in het basisonderwijs.

Differentiatie en extra expertise

De Onderwijsraad adviseert daarom ook de opvatting los te laten dat één leraar in principe alle lessen in een groep verzorgt. En dus om meer gebruik te maken van vakdocenten. Deze zogenaamde functiedifferentiatie zien we de laatste jaren steeds meer voorkomen bij scholen. Aan de hand van de eigen visie en doelen kunnen scholen differentiatie aanbrengen in de verdeling van werkzaamheden. Bijvoorbeeld door de expertise te benutten van vakleerkrachten, onderwijsassistenten, intern begeleiders en andere specialisten.

De vrijgekomen tijd kunnen leraren besteden aan de ontwikkeling van hun onderwijs. Om dat mogelijk te maken, is het nodig dat leraren, schoolleiders en schoolbesturen samen in beeld brengen wat nodig is voor goed onderwijs. Hoeveel tijd kost het en wie neemt de uitvoering op zich? De Onderwijsraad benadrukt dat scholen voor specifieke vakken of projecten leraren kunnen inzetten die een andere lesbevoegdheid hebben.

Denk hierbij aan de kunstvakdocenten of docenten bewegingsonderwijs, natuur en techniek of Engels. Deze docenten kunnen zelfstandig les geven op hun vakgebied. Vakleerkrachten of vakexperts zonder bevoegdheid kunnen lesgeven onder toezicht van de groepsleraar, zoals ook gebeurt bij de inzet van onderwijsassistenten. Daardoor ontstaat er ruimte om leerlingen individuele ondersteuning te bieden, andere taken te doen en te leren van een ander.

We hopen onze suggesties, die we hebben gebundeld in de Handreiking Regeerakkoord 2021, terug te lezen in de plannen van de nieuw te vormen regering. Tegelijkertijd moeten scholen daar niet op wachten maar hun kansen grijpen. Breid je team uit met een of meer (kunst)vakdocenten voor meer differentiatie en meer onderwijskwaliteit!

Lees ook

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 3.8 / 5. totaal 16

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (2)
Ineke Lether 09-02-2023

Hoe ziet de rol van de cultuurbegeleider op school er uit naast de kunstvakdocent??

reageer
Ronald Kox 10-02-2023

De cultuurbegeleider heeft een meer coördinerende rol, terwijl de vakdocent de lessen dan verzorgt. Het hangt natuurlijk ook af van de achtergrond van de cultuurbegeleider: als deze een leerkracht is, kan deze juist zorgen voor een goede verbinding met andere leergebieden en de collega-leerkrachten. Als de cultuurbegeleider ook een kunstvakdocent is, zou een deel van de lessen ook door de cultuurbegeleider ingevuld kunnen worden, aangevuld met vakdocenten met andere achtergronden. De meerwaarde van de cultuurbegeleider zit hem altijd in de coördinerende en begeleidende rol naar collega's, directie, bestuur en natuurlijk de culturele omgeving.

reageer
pieta.hoekstra 23-05-2022

Nu in de praktijk bekijken hoe dit te realiseren is.

reageer
Praat verder over dit onderwerp met deze expert(s):
Ronald Kox (hij/hem/zijn)
Ronald Kox (hij/hem/zijn)
Functie: Specialist Cultuureducatie
Expertise: curriculumontwikkeling
ronaldkox@lkca.nl
030 711 51 42
Bekijk alle experts
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel