Kamerlid Mohammed Mohandis: structurele zekerheid voor cultuurbeoefening nodig
Iedereen in Nederland moet cultuur kunnen beoefenen en cultuur is ook inzetbaar voor maatschappelijke opgaven als welbevinden en het tegengaan van eenzaamheid. Die uitgangspunten staan centraal in de Bestuurlijke afspraken cultuurbeoefening 2025 – 2028 tussen de overheden. Om die ambitie te kunnen waarmaken hebben het Rijk, provincies en gemeenten afgesproken om te komen tot eenduidiger beleid met heldere rollen en verantwoordelijkheid en om samen structurele knelpunten aan te pakken.
Die eenduidigheid is hard nodig, stelt Kamerlid Mohammed Mohandis. Want hij ziet vooralsnog veel onzekerheden in de sector. ‘Het rijksbeleid voor cultuurbeoefening fluctueert te veel. Daar maak ik me zorgen over.’
Ravijnjaar
Mohandis hoopt dat het niet bij mooie afspraken alleen blijft. ‘Afspraken moet je ook invullen. Als bijvoorbeeld gemeenten zich terugtrekken, staat fair pay op de tocht.’ En dat is niet denkbeeldig, aangezien gemeenten in 2026, het beruchte ravijnjaar, aanzienlijk minder geld vanuit het Rijk krijgen.
Velen vrezen dat cultuur dan de dupe wordt. Er zijn alleen wettelijke bepalingen voor erfgoed en bibliotheken, maar verder is voor lokale culturele voorzieningen niets vastgelegd, weet Mohandis.
‘Het cultuurnetwerk van GroenLinks-PvdA heeft een uitvraag gedaan onder gemeenten en tientallen respondenten zeggen dat de lokale infrastructuur voor cultuur op het lijstje van mogelijke bezuinigingen staat. Er kunnen dus grote klappen vallen.’
Het onlangs bereikte voorjaarsakkoord, waarin staat dat gemeenten drie miljard euro extra krijgen, stemt hem nog niet per se optimistisch: ‘Er is nog veel onduidelijk.’
Mohandis vindt het tijd voor een ander financieringssysteem. ‘In het huidige systeem zijn te weinig waarborgen ingebouwd. Het heet dan wel BIS, basisinfrastructuur, maar die basis kan elke vier jaar weer instorten. Instellingen die zich al jaren bewezen hebben, vallen opeens buiten de boot. Dat soort concurrentie en elke vier jaar zo’n verantwoordingscircus doet de cultuursector geen goed.’
De Raad voor Cultuur adviseert daarom de subsidieperiode naar acht jaar te verlengen.
Wettelijke plicht
Samen met D66-Kamerlid Ilana Rooderkerk heeft Mohandis november 2024 een motie ingediend om het financieringsstelsel voor cultuur te herijken. Hierin schrijven ze onder meer dat ‘het Rijk verantwoordelijk is voor (…) de aanwezigheid van een adequate en complete infrastructuur, in heel het land’ en sluiten ze zich aan bij het advies van de Raad voor Cultuur om ‘de zorg van het Rijk, provincies en gemeenten voor cultuur te verankeren via een nieuwe kaderwet cultuur en een zorgplicht voor cultuur’.
Mohandis bepleit om het model van de Bibliotheekwet – elke gemeente is verplicht te zorgen voor een lokale bibliotheekvoorziening – uit te breiden naar alle culturele functies die we van belang vinden.
‘We moeten wettelijk vastleggen in welke culturele functies gemeenten minimaal moeten voorzien.’
In zijn ideale financieringsplaatje gaat het budget dat het Rijk nu uitgeeft aan de BIS en de cultuurfondsen dan grotendeels naar gemeenten met een duidelijk wettelijk kader, met als doel dat alle overheden de totale investeringen in cultuur als vaste geldstroom garanderen. ‘Ik probeer de discussie daarover aan te zwengelen. We geven nu miljarden uit, maar zonder dat we duidelijke functies hebben geformuleerd. Dat leidt tot willekeur en onduidelijkheid.’
Om welke functies het dan gaat? Mohandis wil dat niet bij voorbaat invullen. ‘Daar moet dus de discussie over gaan. Het gaat er niet om een museum als functie te benoemen, maar dat wat je met een museum of iets anders wilt bereiken, zoals: burgers de kans geven in contact te komen met kunst en cultuur.’
Geen franje
Eén ding staat voor Mohandis als een paal boven water: cultuureducatie en -beoefening zijn van ‘onbeschrijfelijke waarde’. ‘Culturele vorming geeft bezieling. Het helpt jongeren om emoties te verkennen en zichzelf beter te leren kennen. Kunst maakt het leven draaglijker.’
Hij ziet dan ook met lede ogen aan dat het demissionair kabinet-Schoof weer hamert op basisvaardigheden. ‘De trend is om het onderwijs zo min mogelijk te belasten. Maar cultuureducatie is geen franje, het is wezenlijk.’
Ook onderschrijft hij de ambitie binnen de bestuurlijke afspraken om de maatschappelijke waarde van kunst beter te benutten. ‘Ik zie in verzorgingshuizen bijvoorbeeld veel eenzaamheid. Met culturele activiteiten kun je dat tegengaan: als jij niet naar het theater kunt, komt het theater naar jou. Dat denken mag nog veel meer.’
Hoewel hij overtuigd is van de intrinsieke waarde van kunst, kan het bij criticasters zonder meer helpen te schermen met de economische waarde van cultuur. Hij noemt de voorgenomen btw-verhoging op cultuur en kranten als voorbeeld. ‘Het argument dat vooral aansloeg tijdens de Kamerdebatten betrof de gevolgen voor lokale ondernemers in de horeca en zo. Toen zag je echt dat coalitiepartners de strijd staakten om hun plannen te verdedigen. Heel interessant: wat ze eerst nog zagen als een btw-verhoging voor de elite, werd toen opeens: o wacht, de gewone man lijdt eronder.’
‘Cultuur levert meer op dan we erin investeren’, stelt Mohandis. Daarom wil hij zich sterk maken voor een stabiele financiering. ‘Het gejojo moet stoppen.’ Maar, zo voegt hij eraan toe: ‘Ik ben een realist en moet me verhouden tot de politieke realiteit. Bovendien kost het tijd om een systeem te kantelen. Maar ik ga ervoor!’

Mohammed Mohandis (1985) is sinds 2 juni 2022 lid van de Tweede Kamer, eerst voor de PvdA, nu voor GroenLinks-PvdA, met in zijn portefeuille Cultuur en bibliotheken en Sport en Media. Tussen september 2012 en maart 2017 was hij ook Kamerlid. Daarvoor (vanaf 2005) en ertussendoor was hij gemeenteraadslid in Gouda.
Dit is een artikel uit de Cultuurkrant, editie 34, juni 2025.
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)