Cultuureducatie speelt een belangrijke rol in dit Herdenkingsjaar Slavernijverleden

Vier experts aan het woord: Britt-Marie van der Drift, Lisandro Suriel, Nyanga Weder en Kitty Zijlmans
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Werk aan de winkel tijdens dit Herdenkingsjaar Slavernijverleden. De in te lopen kennisachterstand is enorm, binnen én buiten het onderwijs. Via diverse projecten en initiatieven kun je je kennis van deze zwarte pagina bijspijkeren.

Dit is een artikel uit de Cultuurkrant, editie 27, september 2023.

“Stop die drie miljoen van Uslu in de opleiding van docenten”

Britt-Marie van der Drift

Slavernij-educator bij NiNsee, docent erfgoed aan de Reinwardt Academie, teamlid van de Black Achievement Month, adviseur koloniaal en slavernijverleden van het Muiderslot en nog zo wat: het werkzame leven van Britt-Marie van der Drift is gewijd aan onderwijs en voorlichting over het koloniale en slavernijverleden. “Na mijn scriptie over de Marroncultuur van Jamaica ben ik steeds verder in het onderwerp gedoken. Het is zo interessant, er zijn zo veel haakjes. En hoe meer je weet, hoe meer dwarsverbanden je ziet.”

Juist die dwarsverbanden – tussen politiek, economie, kunst, religie enzovoort – ontbreken vaak in het onderwijs over het slavernijverleden, vindt ze. Slavernij wordt bijvoorbeeld nog vaak gepresenteerd als ‘iets van Suriname’ (de Cariben en Indonesië worden meestal vergeten), niet als gedeelde geschiedenis.
“Ik merk vaak dat docenten onzeker zijn”, zegt Van der Drift, die docentendagen organiseert. “Mijn advies is dan: begin desnoods klein, maar maak een begin. Er is veel materiaal online, goede documentaires. Je hoeft er geen dag mee kwijt te zijn.”

Het slavernijverleden zit niet standaard in het curriculum van pabo’s en lerarenopleidingen, maar hoe je dergelijke complexe onderwerpen op een integere, evenwichtige manier kunt behandelen zou volgens Van der Drift in het pakket moeten worden opgenomen.

“Cultuureducatie is juist zo’n mooi middel om het onderwerp extra verdieping te geven. Met tekenen, muziek, dans kun je makkelijker het gesprek aangaan en het zware onderwerp iets lichter maken. Wij hebben dit jaar bijvoorbeeld Keti Koti Junior georganiseerd, met een show waaraan kinderen meededen. Dat geeft trots, dat blijft hangen.”

Eigenlijk, denkt ze, kunnen de drie miljoen euro extra die staatssecretaris Uslu dit herdenkingsjaar voor cultuurparticipatie uittrekt, beter worden besteed aan de opleiding van docenten. “Want als je dit niet op een goede manier overbrengt, is dat een enorme gemiste kans.”

‘Ik merk vaak dat docenten onzeker zijn’

Hoe zagen Afrikaanse goden en geesten eruit?

Lisandro Suriel

Hoe zou een heilige eruit kunnen zien als zijn of haar identiteit en achtergrond beter is gerepresenteerd? Beeldend kunstenaar en fotograaf Lisandro Suriel vindt dit herdenkingsjaar een mooi moment om dit samen met de eilandgemeenschappen in het Caribisch gebied te onderzoeken. Want de katholieke heiligen vliegen je op de eilanden om de oren: Sint Maarten, Sint Eustatius, Saint Lucia, Saint Vincent. Maar al die ‘sinten’ waar de eilanden naar werden vernoemd, zijn welbeschouwd exoten; overblijfselen van het koloniale verleden.

“Als ik de mensen in mijn omgeving op Sint Maarten het beeld van de heilige zou tonen, zouden de meesten hem niet herkennen”, stelt Suriel. “De bedoeling van Carnival of Saints is dat we daar gezamenlijk over nadenken, in plaats van het zomaar te accepteren.”

De bewoners van de eilanden zijn veelal afstammelingen van tot slaaf gemaakten. Hun koloniale onderdrukkers verboden de uitoefening van Afrikaanse religies. Om toch hun eigen goden te kunnen vereren, ‘vermomden’ zij die als katholieke heiligen. De god van de oceaan had hierdoor bijvoorbeeld dezelfde kleuren als de Maagd Maria. In geloofssystemen als vodoo en santeria die zo in de Cariben zijn ontstaan, zie je hiervan de sporen.

“In dit project speel ik met die ‘synchronisatie’ om de Afrikaanse goden en geesten in ere te herstellen”, vertelt de kunstenaar en fotograaf. “Een presentatie van mijn foto’s dient in Carnival of Saints als uitgangspunt voor een interactieve dialoog over identiteit en naamgeving. Die krijgt vorm in lezingen, storytelling, interviews, mode- en kostuumontwerp. Deelnemers kunnen in discussie gaan over of een tekening maken van hún voorstelling van een toepasselijke eilandheilige. Het gaat om een open dialoog. Ik ben niet op antwoorden uit, maar op bewustwording.”

Rolmodellen voor empowerment

Nyanga Weder

Alleen als je je bewust bent van het verleden, kun je stappen maken naar de toekomst – dat is de filosofie van Sankofa – Ghanees voor ‘terughalen’. De term dekt precies de lading van het Sankofa School Project dat in september voor de tweede keer plaatsvond in Amsterdam-Zuidoost. Tot juli 2024 worden in dit stadsdeel deskundigen uitgenodigd om een presentatie te geven over deelaspecten van het slavernijverleden. Aan het woord komen rolmodellen als wintipriesteres Marian Markelo, Mitchell Esajas van Black Archives en Aminata Cairo, de veelgevraagde onderzoeker en inspirational speaker.
“Na de lezingen volgen groepsgesprekken die doorgaan tijdens de excursies naar bijvoorbeeld de Black Archives, het Tropenmuseum of het Slavernijmonument, wat weer extra input oplevert”, vertelt Nyanga Weder, die vanuit de culturele organisatie Untold in Amsterdam Zuidoost betrokken is bij dit project. “We sluiten de sessies af met muziek, theater of spoken word. We zetten kunst en cultuur in als middel om complexe thema’s te behandelen.”

Het bewustzijn van dat slavernijverleden en de doorwerking ervan is gegroeid onder de bewoners van Zuidoost. Toch blijft er behoefte aan méér; het is altijd onderwerp van gesprek. “De verhalen van de rolmodellen kunnen jongeren inspireren als zij te maken krijgen met racisme en uitsluiting. Sankofa gaat over empowerment.”

Altijd namen mensen hun eigen culturele bagage mee

Kitty Zijlmans

Eén kunstgeschiedenis, van de Grieken tot New York? Een achterhaald concept, laat Kitty Zijlmans zien in een cursuspakket voor voortgezet onderwijs.

Het cursuspakket Kunst in Mondiaal Perspectief (KiMP) is voortgekomen uit vragen uit het veld. Regelmatig stuiten kunstdocenten op de grenzen van hun kennis inzake hedendaagse en globale, lees: niet-westerse, kunst. De kunstwereld ontwikkelt zich de laatste jaren razendsnel, is diverser en inclusiever geworden. De kunstgeschiedenis echter zit nog stevig in het oude format.

“Het westerse paradigma”, zegt Kitty Zijlmans, emeritus hoogleraar World Art Studies, “sluit ontzettend veel uit en is ontoereikend in de hedendaagse, multilaterale kunstwereld. In de loop der tijd ben ik gaan inzien dat de kunstgeschiedenis uit de handboeken er maar één is, één draadje uit een complex weefsel van de ontwikkeling in de kunst wereldwijd.”

Zijlmans ontwikkelde in samenwerking met VONKC (Vereniging Onderwijs Kunst en Cultuur) een cursuspakket voor het voortgezet onderwijs met onder andere video-opnamen van colleges door Zijlmans, diapresentaties, kunstenaarsindexen en een literatuurlijst om docenten handvatten te bieden om kunstwerken in dat weefsel te plaatsen en te begrijpen. Het pakket is ook geschikt voor lerarenopleidingen en educatieve diensten van musea.

Diaspora

Bij Zijlmans viel het kwartje in de jaren tachtig. Linda Nochlins Why Have There Been No Great Women Artists? was een eye opener. “Zij wees op de ongelijke kansen voor vrouwen om kunstenaar te worden, en kunsthistorica als Griselda Pollock ontmaskerden de gangbare kunstgeschiedenis als een mannelijk, wit en westers discours. Alles wat daarvan afweek viel af, kwam niet in de handboeken en niet aan de museummuren. Maar kunst is overal ontstaan, niet alleen in Griekenland. Overal is uitwisseling geweest, op een dieper niveau is er verwevenheid. Dat wil ik terugzien in een kunstgeschiedschrijving die niet meer in die grote, lineaire lijnen is geschreven, want daardoor mis je de knooppunten en invloeden.”

Al sinds groepen mensen zich over de aardbol bewegen, vertoont kunst vormen van vermenging. “Soms geleidelijk, soms ongewild, zoals in het koloniale tijdperk, namen mensen hun eigen culturele bagage, objecten en tradities mee”, aldus Zijlmans. “Kijk naar de Nederlandse koloniale geschiedenis: wat is hierheen gekomen, wat hebben we daar gebracht? Zo kun je interculturele verbindingen zien als een weefsel van knooppunten, zonder hiërarchische rangschikking. Dat is tegengesteld aan het heersende causale denken. Maar er zijn vele tijdlijnen, parallel en verwikkeld.”

Ter illustratie noemt zij de mixed media installatie The Soul of Salt van de Surinaams-Nederlandse Patricia Kaersenhout: een kegelvormige berg zout, gecombineerd met een film. Maar er zijn veel meer draden te spannen dan enkel de stilistische. Het kunstwerk onderzoekt de Afrikaanse diaspora als gevolg van slavernij en slavenhandel en verwijst naar een legende uit de Caribische cultuur.

Het zout is afkomstig van Bonaire, waar Nederland een hard koloniaal bewind voerde en koloniale machtsverhoudingen nog steeds voelbaar zijn. De mythe gaat dat tot slaaf gemaakte Afrikanen geen zout meer aten omdat ze zo lichter hoopten te worden en te kunnen terugvliegen naar Afrika. Het kunstwerk symboliseert hun verdriet en verlangen naar vrijheid. Daarmee ligt het op een knooppunt van koloniale geschiedenis, wereldwijde handel, politiek, identiteit enzovoort.

Mappings

Waar begin je een dergelijk complex ‘weefsel’ te ontwarren? In de video-opnamen van Zijlmans’ colleges belicht zij diverse thema’s, waaronder ‘Affect en Agency’, ‘Engagement’, ‘Band met traditie’ en ‘Wereldbeelden’. Haar belangrijkste aanbeveling: “Begin vanuit het werk zelf, begin in het heden. Kijk naar de materialiteit, de kunstenaar, hoe die zichzelf positioneert, hoe het werk zich verhoudt tot werken die gelijktijdig zijn gemaakt, de verwantschappen. Hoe staat het werk in een andere culturele traditie, is er sprake van interculturele vermenging?”

Tijdens de colleges maakt Zijlmans mappings van de besproken kunstwerken; een soort ‘familie-opstellingen’ waarin ze vanuit een centraal cirkeltje (het kunstwerk) lijnen trekt naar andere kunstenaars, het koloniale verleden, religie, handel enzovoort. Onderling kunnen die omringende cirkeltjes ook weer verbonden zijn. “Zo ga je verder kijken en ontstaat een weefsel met het kunstwerk als knooppunt.”

Voor dat complexe weefsel volstaat één kunstgeschiedenis niet. Zijlmans realiseert zich dat het voor docenten moeilijk is die los te laten, ook al voelen ze de noodzaak. “De lespakketten zijn op de canon ingericht, want daar toetst het eindexamen op.” De verandering moet dus van bovenaf komen; curriculum en eindexamenformat moeten rigoureus worden aangepakt. “Zo niet, dan sluit het onderwijs straks totaal niet meer aan op de ontwikkelingen.”

Het cursuspakket is te bestellen via Vonkc.

‘Curriculum en eindexamenformat moeten rigoureus worden aangepakt’

Verder lezen

  • Carnival of Saints en het Sankofa School Project zijn enkele van de projecten die in het Herdenkingsjaar Slavernijverleden worden ondersteund via een speciale subsidieregeling van het Fonds voor Cultuurparticipatie. De focus ligt op activiteiten waarbij de deelnemers actief betrokken zijn.
  • Lees ook ‘Het slavernijverleden is van iedereen’ (LKCA). Over de sporen van het slavernijverleden in kleinere gemeenten, en hoe je daarbij stil kunt staan.
Foto Nyanga Weder: Les Adu | Foto Kitty Zijlemans: Eefje Colmjon | Foto in tegel: Ponum Egungun: Lisandro Suriel

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 5 / 5. totaal 2

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel