Veelgestelde vragen over CKV

Verkennen

De leerling verkent welke ervaringen hij heeft, welke kunst hij kent, wat hem aanspreekt en welke opvattingen hij heeft over kunst. Hij beziet hoe zijn opvattingen zijn gevormd en vergelijkt deze met die van klasgenoten, leeftijdsgenoten en anderen zoals experts en kunstenaars.

Verbreden

De leerling begeeft zich buiten de eigen vertrouwde kunstwereld en stelt zich open voor uiteenlopen kunstuitingen in ‘levensechte professionele contexten’, zoals theater, bioscoop, atelier. De leerling beschouwt deze uitingen vanuit verschillende dimensies. Voorbeelden van dimensies zijn: ambachtelijk en industrieel, traditie en innovatie, lokaal en globaal.

Verdiepen

De leerling verdiept zich in het creatief artistiek proces, door een of meer aspecten te onderzoeken. Zoals: de productie van een kunstwerk. De leerling past daarbij onderzoeksvaardigheden toe.

Verbinden

De leerling legt verbanden tussen de drie domeinen, reflecteert hierop en licht deze toe in een gesprek, presentatie of dossier.
‘Kunst actief meemaken’ is het doel van het vak. Kunst ervaren en beschouwen vraagt van leerlingen betrokkenheid, inzet, kennis en vaardigheden. En omdat de betekenis van kunst nooit vastligt, is een open en onderzoekende houding vereist. Het nieuwe examenprogramma van CKV (Culturele en Kunstzinnige Vorming) is sinds schooljaar 2017-2018 van kracht. SLO maakte een handreiking CKV om docenten meer houvast te geven bij de vormgeving van het vak.  
Er bestaat geen wettelijk verplicht aantal lesuren voor vakken in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs, dus ook niet voor CKV.
De studielast is 120 uur voor havo en 160 uur voor vwo. CKV wordt afgesloten met een schoolexamen. De leerling sluit het vak met een cijfer af. Dit cijfer telt mee in het combinatiecijfer. Andere verplichte onderdelen van het combinatiecijfer zijn maatschappijleer en het profielwerkstuk.
CKV is een schoolexamen, en daarom moet elke school een Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) opstellen. Het PTA is een formeel en wettelijk schooldocument waaraan door docenten en leerlingen rechten en plichten kunnen worden ontleend. Verplichte onderdelen zijn:
  • alle onderdelen van het examenprogramma;
  • de wijze van examinering (mondeling, schriftelijk, praktisch) van de verschillende onderdelen;
  • de mogelijkheden tot herkansing van de verschillende onderdelen;
  • de weging van de verschillende onderdelen.
Docenten en schoolleiders kunnen terecht bij het Examenloket met vragen over wet- en regelgeving voor examens in het voortgezet onderwijs. Het Examenloket is op werkdagen telefonisch bereikbaar van 9.00 uur tot 17.00 uur via 070 757 51 77 of per mail examenloket@duo.nl. Het Examenloket is een samenwerking van het ministerie van OCW, het College voor Toetsen en Examens (CvTE), de Inspectie van het Onderwijs en DUO.
Ouders en leerlingen kunnen terecht bij Ouders & Onderwijs, de landelijke organisatie voor alle ouders van schoolgaande kinderen. Telefoonnummer 0800 50 10 of vraag@oudersonderwijs.nl.
Kunstvakken inclusief CKV is een verplicht vak voor alle leerlingen in de bovenbouw van het vmbo. Leerlingen van de theoretische en gemengde leerweg kunnen ervoor kiezen examen te doen in een van de kunstvakken: dans, drama, muziek of beeldende vakken. Leerlingen in de kader- en beroepsgerichte leerweg kunnen wel een kunstvak volgen, maar hier geen examen in doen. Handreiking SE kunstvakken inclusief CKV
De essentie van het vak is dat leerlingen culturele en kunstzinnige activiteiten meemaken en eigen werk produceren en presenteren. De leerlingen reflecteren op deze activiteiten met een vormvrij kunstdossier.
Het examenprogramma bestaat uit vier domeinen:

Oriëntatie op leren en werken

De leerling kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van kunst en cultuur in de maatschappij.

Basisvaardigheden

De leerling kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerking en informatie verwerven en verwerken.

Culturele en kunstzinnige vorming en verdieping

De leerling kan zich een beeld vormen van het culturele en kunstzinnige veld door te kiezen voor en actief deel te nemen aan ten minste vier culturele en kunstzinnige activiteiten die gerelateerd zijn aan verschillende kunstvakken (zoals bijvoorbeeld beeldende vorming, muziek, dans en drama). Ten minste één kunstzinnige activiteit resulteert in de productie en presentatie van eigen werk.

Reflectie en kunstdossier

De leerling kan zijn culturele en kunstzinnige ontwikkeling inzichtelijk maken in een kunstdossier, waarvan de vorm door de school en de leerling tezamen bepaald wordt. Hij kan daarmee verslag doen van alle activiteiten die zijn ondernomen en hierop reflecteren.
Leerlingen sluiten het vak af met een schoolexamen, dat naar behoren moet worden afgerond. De school kan zelf beslissen of het in leerjaar drie of leerjaar vier wordt afgesloten, of verspreid over deze twee jaren.
Scholen krijgen het advies om minimaal 40 uur te besteden aan het vak.