Interview met Bas Meijer

In deze serie interviews maak je kennis met de leden van de raad van toezicht van LKCA. Wie zijn de leden en wat drijft hen? Hoe blikken zij terug op de afgelopen periode en welke gedachten hebben zij over de toekomst?

“LKCA heeft het opgenomen voor het belang van cultuur en voor alle makers en instellingen die zich in de sector bewegen. Staan voor je advies, kennis, expertise en ervaring en daar met zelfverzekerdheid, authenticiteit en branie gewoon werk van te maken. Meer van dat.” Bas Meijer is vicevoorzitter en lid van de remuneratie- en financiële commissie.

Hoe maakte je kennis met amateurkunst?

Dat was op de middelbare school. Daar koos ik drama als vrijdagmiddagactiviteit. Eens in de twee jaar werd er ook een grote theatervoorstelling gegeven waar ik graag aan meedeed en zelfs een keer de hoofdrol speelde. Dan werd de hele aula verbouwd, alles was één groot decor. Ik heb nogal een enthousiast voorkomen en daar kon ik dat ongegeneerd de vrije loop laten.

Dat vind ik ook het mooie van amateurkunst, dat mensen daar die vrijheid voelen. Naarmate je ouder wordt voel je steeds meer belemmeringen. Kunstbeoefening helpt bij het wegnemen van die aangeleerde geremdheid. Het brengt authenticiteit in de mens naar boven, daar hebben we te weinig van.
Kunst verrijkt je, ook mensen onderling. Samen spelen of samen zingen doet ongelofelijk veel met hoe je als mens in het leven staat. Je bent voortdurend alert op non-verbale communicatie en je moet ook goed naar elkaar luisteren. Daarmee train je eigenschappen en sensoren die je helpen om verbinding aan te gaan.

Daar zit mijn drijfveer om me met cultuureducatie en amateurkunst te bemoeien.

Hoe ben je bij LKCA terechtgekomen?

Ik heb met Sanne Scholten, de directeur-bestuurder van LKCA, een gezamenlijke geschiedenis in de Utrechtse gemeentepolitiek. Zo zag ik dat Sanne op social media een vacature voor de raad van toezicht deelde. Ik heb een constructief bemoeizuchtige inborst, ik vind het leuk om met maatschappelijk relevante dingen bezig te zijn. Dat gaat bij mij echt alle kanten op, van toonkunst tot de dierenbescherming en de cliëntenraad van de wijkwelzijnsorganisatie, je kan het zo gek niet verzinnen.

Ik ben niet iemand die uit het culturele werkveld of uit het vak komt. Ik ben geen lobbyist, beleidsmaker of beoefenaar. Ik ben een financial en ik bemoei me op dit moment met zaken die gaan over veiligheidsregio’s en brandweer. Maar terwijl ik de sollicitatiebrief voor de raad van toezicht aan het schrijven was, kwam ik steeds meer achter mijn inhoudelijke motivatie om actief te worden bij LKCA: mijn enthousiasme voor cultuureducatie en amateurkunst zoals ik die daarnet uitte.

Alle 5 leden van de raad van toezicht op een rij in het LKCA-kantoor

Wat is jouw rol binnen de raad van toezicht?

Samen met Irene Ford vorm ik de financiële commissie. Sanne legt aan ons in het geheel, maar aan de financiële commissie in het bijzonder verantwoording af over bijvoorbeeld afwijkingen in de begroting. Een beetje de saaie bedrijfsvoering gerelateerde dingen. Dat klinkt meteen heel zwaar maar dat valt reuze mee. Zij houdt ons gewoon op de hoogte van alles wat er op dat moment speelt op het gebied van financiën en bedrijfsvoering. Gesprekken die wij als financiële commissie met haar hebben gaan dus ook over de dagelijkse gang van zaken. Daarnaast denk ik dat we als raad van toezicht allemaal een deel van het geweten zijn, ieder op z’n eigen manier.

Wat bedoel je met ‘het geweten’?

Je geweten vertelt je, gevraagd en ongevraagd, of iets een goed idee is. Zo ondersteun je Sanne in haar rol. Door mee te denken, advies te geven, op de rem te trappen of een bepaalde richting te geven. Je bent daarin, wat ze in mijn vakgebied dan noemen, ‘the third line of defence‘, je zorgt ervoor dat LKCA binnen de lijntjes kleurt.

Hoe vind je de samenwerking binnen de raad van toezicht?

We raken goed op elkaar ingespeeld en kennen elkaars drijfveren steeds beter. We waarderen elkaars expertise en inbreng. De vrolijkheid en het onderlinge verwantschap is terug te zien in de nieuwe foto’s die van het RvT gemaakt zijn.

In onze opvatting richting Sanne zijn wij wat taakvolwassener geworden. We voelen steeds minder de behoefte of noodzaak om Sanne op de vingers te kijken. Dat moet een noodgreep zijn, die verantwoordelijkheid heb je op het moment dat het mis gaat. Maar als er geen aanleiding toe is, gaan we op zoek naar de synergie: ‘hoe kan ik je als directeur-bestuurder versterken en hoe kan ik de organisatie verder brengen?’

Hoe vind je dat LKCA als organisatie is omgegaan met de belemmeringen tijdens de coronatijd?

Ik heb het vermoeden dat het bij LKCA naar omstandigheden heel goed is gegaan. Collega’s kijken vanzelf naar elkaar om. Veel organisaties waarvan de cultuur onvoldoende robuust was, zijn zichzelf enorm tegengekomen. Er zullen ook mensen zijn die het heel moeilijk hebben gevonden, maar in de kern zat het goed. Daar kan je dan vervolgens op terugvallen in dit soort lastige tijden.

En wat heeft LKCA volgens jou in coronatijd kunnen betekenen voor de sector?

LKCA heeft haar plek ingenomen in het maatschappelijk debat en is een belangrijke factor geweest om vanuit de regering steun te krijgen. LKCA is daarin gehoord als pleitbezorger van het belang van de sector. Volgens mij doe je het dan heel erg goed.

Wat vind je dat we de afgelopen jaren goed hebben aangepakt?

Ik ben ongelofelijk trots op wat er op het gebied van diversiteit is bereikt. Ik denk dat er enorm veel meters zijn gemaakt in het worden van een inclusieve sector door de Code Diversiteit en Inclusie. Er is wel nog heel veel werk te doen, willen we alle kunst van iedereen maken. Ik denk dat het belangrijk is om elkaar te inspireren en aan kruisbestuiving te doen. Tegelijkertijd denk ik dat bepaalde kunstvormen nou eenmaal een wat afgebakende doelgroep kennen, zo erg is dat niet. Volgens mij is het streven om elke cultuurvorm, elke doelgroep, genre, type, de ruimte te geven en te voorzien in hun specifieke behoefte.

Heb je ter afsluiting nog een tip?

Ik vind het heel stoer dat LKCA, toen door het advies van de Raad voor Cultuur de gegarandeerde financiering enigszins onder druk stond, is blijven staan voor wat ze zelf als haar opgave ziet. LKCA heeft het opgenomen voor het belang van cultuur en voor alle makers en instellingen die zich in de sector bewegen. Staan voor je advies, kennis, expertise en ervaring en daar met zelfverzekerdheid, authenticiteit en branie gewoon werk van te maken. Meer van dat. Ik ben altijd wel van de gedurfde aanpak. Dan sta je maar eens op iemands tenen, zo erg is dat niet.

Bas is sectormanager bedrijfsvoering bij de Veiligheidsregio/Brandweer Amsterdam-Amstelland. Zijn ervaring heeft hij opgedaan in diverse financiële beleids- en adviesfuncties, met name in de (semi-)publieke sector. Daarnaast is hij al jaren actief als vrijwilliger, bestuurder en toezichthouder bij maatschappelijke organisaties. Momenteel is hij actief als voorzitter van de stichting 4 en 5 mei Leidsche Rijn. Daarvoor was hij onder meer gemeenteraadslid in Utrecht, lid van de raad van toezicht van stichting Al Amal en voorzitter van de regionale Dierenbescherming. Sinds december 2018 is hij lid van de Raad van Toezicht van het LKCA.


Benieuwd naar de verhalen van andere RvT-leden?