‘Scherpere keuzes in wat we wel en niet doen’

2 september 2019 – Alweer drie jaar is Sanne Scholten directeur van het LKCA. Met de zomervakantie achter de rug vragen we haar: Hoe gaat het nu bij het LKCA? Wat kunnen we de komende tijd verwachten? Kortom, hoe was jouw zomer na je derde jaar?

Hoe hebben jullie het advies voor de Raad voor Cultuur ontvangen?en je in aanraking gekomen met kunst, cultuur?

‘Dat kwam deels toch als een verrassing. Het advies van de Raad om onderzoek bij een andere organisatie dan het LKCA te beleggen, zagen we bijvoorbeeld niet aankomen. We hebben ons onderzoeksprogramma de afgelopen jaren doorontwikkeld en krijgen uit het veld heel positieve reacties daarover. Ook herkenden we de suggestie niet dat we meer met de regio moeten samenwerken, omdat we juist daar in de afgelopen jaren met succes veel in hebben geïnvesteerd.

We zijn heel blij dat de minister de adviezen van de Raad niet heeft overgenomen en zijn hard aan de slag om de bezuinigingen zo goed en slim mogelijk in te vullen. Het betekent natuurlijk wel dat we scherpere keuzes moeten maken in wat we wel en niet doen. En dat is natuurlijk hoe dan ook een waardevol proces: we moeten steeds goed kijken of we voldoende toegevoegde waarde leveren. En we realiseren ons door deze periode dat we nog beter moeten worden in het zichtbaar maken van onze impact. En dat is een uitdaging, want het effect van wat je bereikt is vaak lastig te bepalen. Maar goed, mijn zomer dus: het was heel fijn om even rust te hebben en ik heb heel veel energie om weer aan de slag te gaan!’

Eén van de dingen op jouw lijstje is neem ik aan jullie beleidsplan 2021-2024?

‘Zeker! Het voordeel van onze heroriëntatie van de afgelopen jaren, is dat we al heel veel inzichten voor de komende beleidsperiode hebben opgedaan. In de zomer hebben we op basis daarvan ons plan op hoofdlijnen al op papier gezet. De komende weken sluiten we bij allerlei netwerken aan om onze ideeën te toetsen en verder uit te werken. Van directeuren van de Raad van 12, tot provinciale erfgoedconsulenten en amateurkoepels en partners in het sociale domein. Die gesprekken zijn natuurlijk heel waardevol als input, maar bovendien heel erg leuk om te doen. Dus daar heb ik veel zin in.’

In de nieuwe beleidsperiode staat onder andere inclusie centraal. Is dat voor jullie een thema?

‘Absoluut. Al jaren, hoor. Cultuureducatie en -participatie zijn in hun aard al behoorlijk toegankelijk. Iedereen maakt cultuur. Maar niet alle vormen van cultuur zijn even zichtbaar. We dragen graag bij aan een breder cultuurbegrip en een bredere benadering van het cultuurbeleid.

We werken er natuurlijk ook aan onze eigen organisatie inclusiever te maken en zetten mooie stappen. Ons personeelsbestand wordt steeds diverser en de medewerkers beoordelen onze werkcultuur als heel inclusief.

We zijn er heel trots op dat we het penvoerderschap van het Actieplan cultuur en creatief inclusief op hun verzoek overnemen van de Federatie Cultuur, want we weten zelf dat werken aan inclusie een kwestie van vallen en opstaan is. Het is mooi dat er, met steun van OCW, de rijksfondsen en het VSB-fonds, een herziene code beschikbaar komt en bijbehorende tools om als organisatie zelf aan de slag te gaan. Dat is hard nodig.’

Enne, je schijnt piano te spelen en te zingen. Lukt dat nog wel eens?

‘Haha. Te weinig natuurlijk. Maar af en toe kruip ik achter de piano. En ik heb zelfs ook al een paar keer op het werk gezongen, één keer voor een hele volle conferentiezaal. Dat was wel een overwinning, hoor. Maar ik wil er ook mee laten zien: je mag trots zijn op je amateurkunst. Dat gevoel ontbreekt in de cultuursector nog wel eens.’

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)