
Bijna veertig procent van de Nederlandse bevolking zet zich actief in voor erfgoed, blijkt uit de nieuwe Monitor Erfgoedbeoefening van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland. De eerste resultaten werden eind vorig jaar gepubliceerd in de Erfgoedmonitor, het online dashboard over erfgoed.

Waarom zet deze grote groep zich in voor het lokale museum, de molen, het kasteel? Welke betekenis heeft het voor hen? Ook dat werd gevraagd en de antwoorden lopen uiteen maar zijn toch behoorlijk eenduidig: plezier en ontspanning werden het meest genoemd. Door maar liefst 81 procent van de erfgoedbeoefenaars.
Dit klinkt bekend in de oren. Want bij vragenlijstonderzoek naar kunstbeoefening staat ook steevast plezier en ontspanning bovenaan, zo blijkt uit de Monitor Amateurkunst van LKCA. En plezier staat ook bovenin als het gaat om de motivatie om te sporten en bewegen, aldus onderzoek van het Mulier Instituut.
Dit verbaast me niets, want waarom zou je het anders doen? Het is toch niet verplicht? Mensen ondernemen in hun vrije tijd activiteiten die ze over het algemeen leuk en plezierig vinden. Uit de Monitor Amateurkunst blijkt bijvoorbeeld dat mensen die in hun vrije tijd niet aan kunst doen hier meestal ook niet veel persoonlijke interesse of belangstelling voor hebben.
Kanaries houden
Allemaal heel logisch dus, maar het zet wel aan tot nadenken. Zeker in een tijd waarin de sectoren cultuur, sport en erfgoed soms over elkaar heen duikelen om hun eigen waarde en betekenis voor mens en samenleving aan te tonen. Denk aan de aandacht voor ‘impactmeting’ of voor ‘Social Return on Investment’. Of voor de bijdrage die men levert aan ‘positieve gezondheid’.
Maar maatschappelijk gezien maakt het misschien niet uit wat mensen precies doen in hun vrije tijd. Misschien gaat het er vooral om dat ze iets actiefs doen. Dat ze ‘participeren’, ongeacht wat en op welke manier. Daarom zien we om de haverklap hoogleraar Neuropsychologie Erik Scherder opduiken in de media en op conferenties. De ene dag om op een sportcongres het belang van bewegen aan te prijzen voor het welzijn, om de dag erna in een praatprogramma met evenveel overtuiging te beargumenteren dat muziek maken gezonder maakt. Blijkbaar maakt het niet zoveel uit wat je doet, als je maar iets doet.
Verschillende voorkeuren en passies
Eerder onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau naar de relatie van amateurkunstbeoefening met geluk en welbevinden liet ook al zien dat amateurkunstbeoefening inwisselbaar is voor andere hobby’s. Niet zozeer de specifieke activiteit of passie doet ter zake, maar het genoegen en het sociaal contact dat sporters, kunstbeoefenaars of erfgoedvrijwilligers eraan ontlenen. Dat betekent dat de verschillende sectoren elkaar niet moeten proberen te beconcurreren richting politici en beleidsmakers. Intensief samenwerken is een betere optie. Er is nu eenmaal een grote verscheidenheid aan interesses, voorkeuren en passies. Sommigen haten sport, anderen vinden zingen vreselijk.
Als beleidsmaker kun je beter zorgen dat op lokaal niveau de mogelijkheden om te participeren zo groot en divers mogelijk zijn, zodat zoveel mogelijk mensen mee gaan doen, en dus lekkerder in hun vel gaan zitten. Waarbij het niet uitmaakt of je korfbalt, vioolspeelt, je inzet voor de lokale molen of kanaries houdt. Dat lijkt me voor beleidsmakers een mooi streven.
En dan Erik Scherder als ambassadeur.
Bronnen:
- De Erfgoedmonitor: Erfgoedbeoefening (RCE & KIEN, 2024)
- Monitor Amateurkunst 2023 (LKCA, 2023)
- Factsheet Starten en stoppen met een sportactiviteit (Mulier Instituut, 2020, I. Pulles & R. van den Dool)
- Try this at home. Individuele en sociale aspecten van amateurkunstbeoefening, Cultuur+Educatie 53 (2019, A. van den Broek)
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)