De fixatie op efficiëntie en productiviteit, dát is de doodsteek voor vernieuwing en creativiteit

Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel

De samenleving schreeuwt om creativiteit en verbeeldingskracht. Daarover is Henri Swinkels het van harte eens met Koert van Mensvoort (Cultureel Kapitaal, 11 april 2019). Maar op een belangrijk punt verschillen ze van mening. Automatisering en techniek sluiten creativiteit niet per definitie uit, vindt Swinkels. Ze maken juist dingen mogelijk.

Laat er geen twijfel over bestaan. Ik onderschrijf van harte de oproep van Koert van Mensvoort: Ouders, laat je kind kunstenaar worden! Dat mag in alle denkbare of nog ondenkbare kunstdisciplines, maar zeker ook die van levenskunstenaar. En ja, ik meen ook dat de samenleving en daarmee de arbeidsmarkt schreeuwt om meer verbeeldingskracht, creativiteit en flexibiliteit. Er is dus zeker plaats voor de professionals die hierin grossieren: de kunstenaars. Niet voor niets probeer ik met de ‘Wet op behoud van creativiteit’ het creatieve potentieel in onze samenleving te (h)erkennen, te positioneren en te waarderen.

Zelfoverschatting van de mens

Maar die ene zin ‘zodra je creativiteit gaat automatiseren is er per definitie niet langer sprake van creativiteit.’ zit me niet helemaal lekker. Alsof creativiteit en automatisering elkaar uitsluiten? Mijn onderzoek wijst anders uit. Wij mensen – want niets menselijks is ons vreemd – overschatten doorgaans het menselijke in creativiteit. We ervaren dat al op het terrein van de huis-tuin-en-keuken creativiteit, dat wat de wetenschappers ‘kleine c’-creativiteit noemen en jij ‘een ingekleurde kleurplaat’. Je bent als het ware niet erg onder de indruk van het uiteindelijke resultaat, maar erkent dat er iets van creativiteit bij komt kijken. Dat op zichzelf spreekt eigenlijk al tegen dat automatisering en creativiteit elkaar uitsluiten. Op zijn minst kan automatisering dus een beetje creatief zijn.

Maar op het terrein van de ware creativiteit, creativiteit met een ‘grote C’, is onze zelfoverschatting hardnekkiger. Dan gaat het, zoals je schrijft, om creativiteit die dingen mogelijk maakt die nog niet mogelijk waren. Of om creativiteit die dingen laat bestaan waarvan men dacht dat ze niet konden bestaan. En daaraan voeg je ook nog toe om ‘datgene wat een machine niet kan doen, te doen.’ Die laatste is natuurlijk wel een erg flauwe cirkelredenering: als je stelt dat wat een machine kan doen, geen ware creativiteit is, is daarmee een machine per definitie niet creatief.

Iets meer bescheidenheid graag

Er blijkt evenwel voldoende reden om machines, techniek en automatisering niet zomaar terzijde te schuiven als het over creativiteit gaat. Is het niet juist aan de technische ontwikkelingen te danken dat we dingen mogelijk hebben gemaakt die we lang voor onmogelijk hielden? Hebben niet juist die automatisering en algoritmes werelden tot leven gebracht waarvan we dachten dat ze niet konden bestaan? Ik begrijp uit je artikel dat je dit allemaal interpreteert als variaties binnen een palet. De techniek opent weliswaar nieuwe en snellere mogelijkheden, maar blijft artistiek altijd binnen de, door de mecaniciens of programmeurs, aangereikte kaders. Met andere woorden – en dat is een heel gangbare opvatting – de ware vernieuwing vraagt menselijke creativiteit.

Zonder die menselijke creativiteit te kort te willen doen, toch even een reflectie hierop. In de evolutie van onze aarde zijn er twee momenten aan te wijzen waar we met recht kunnen spreken van ‘ware vernieuwing’. Nog afgezien van de vorming van onze planeet, is de eerste natuurlijk het ontstaan van leven. Als er toen iemand was geweest, had deze zich voor dat er zoiets als leven was, geen voorstelling kunnen maken van wat leven zou zijn? En kijk wat er voor onvoorstelbaars uit voortgekomen is!

En het tweede is, althans zoals ik het zie, het ontstaan van zelfbewustzijn. Pas daarmee kregen we immers het vermogen om ons überhaupt iets voor te kunnen stellen, iets te bedenken. En dankzij die radicale vernieuwing realiseren we ons nu dat deze beide revolutionaire vernieuwingen tot stand kwamen zonder dat er mensen aan te pas kwamen. Misschien zou dit ons tot iets meer bescheidenheid mogen aanzetten over onze eigen(zinnige) kijk op de menselijke rol in ware creativiteit.

Efficiëntie is de doodsteek voor creativiteit en vernieuwing

En toch snap ik die opmerking over creativiteit versus automatisering ergens ook weer wel. Letterlijk suggereert de term automatisering immers dat het een handeling betreft die, desgewenst tot in het oneindige, automatisch en identiek herhaald wordt. En een perfect herhaalde voorgeprogrammeerde handeling is misschien wel efficiënt, maar de doodsteek voor vernieuwing en creativiteit.

Er is voor creativiteit dan ook meer reden om te vrezen voor onze fixatie op efficiëntie en productiviteit, dan voor de ‘uitdijende machinerieën van de technologisering’. Want het is vooral de kunst om de technieken die we weten te ontwikkelen niet alleen in te zetten voor het eigen kortzichtige (financiële) gewin, maar voor ontwikkeling van de wereld als geheel. Dat is op zichzelf al een bijzondere uitdaging; waarin ik de belangrijkste rol zie van de kunstenaars die in onze kinderen schuilen: het indringend verbeelden van het verhaal dat wij de wereld heel hard nodig hebben, maar de wereld ons inmiddels kan missen als kiespijn.
Kortom: Ouders, laat je kind kunstenaar worden!

Foto Charlie Chaplin in Modern Times © Jim Forest, Flickr.com
Foto Henri Swinkels © Wim Roefs

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 4.5 / 5. totaal 2

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (0)
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel