‘Je moet elkaar het succes gunnen. Dat is de kern.’

Zes jaar geleden ging de Brede School van start. Het doel was educatief plezier. Er werd bijvoorbeeld op school een theatervoorstelling aangeboden en na schooltijd een verdiepend programma over die voorstelling.
Om meer in de haarvaten van de school te komen, ging Ottenheim zich richten op burgerschapsvorming. Als kader gebruikte hij daarbij Cultuur in de Spiegel, met de cognitieve vaardigheden waarnemen, verbeelden, conceptualiseren en analyseren.
Ottenheim: ‘Ik ben begonnen met een anti-pestprogramma en dat sloeg heel erg aan. Nu draai ik het hele jaar door programma’s. We starten het schooljaar bijvoorbeeld met een intensief programma gericht op groepsvorming.’
De Brede School Veldhoven heeft nu 18 doelen geformuleerd, waaronder talent ontdekken en uitbouwen, gezond opgroeien en ontwikkeling van creativiteit. Ottenheim onderzoekt eerst welke vragen scholen hebben en ondersteunt hen vervolgens bij het ontwikkelen van programma’s: ‘We doen zowel eenmalige als structurele projecten. Als je begint met eenmalige, mooie ervaringen kun je het daarna structureler maken.’
‘Als je begint met eenmalige, mooie ervaringen kun je het daarna structureler maken.’
Samenwerking
Binnen De Brede School Veldhoven werken partners uit verschillende sectoren samen:
- Onderwijs
Alle basisscholen in Veldhoven, ook het speciaal onderwijs, doen mee. Officieel is het voortgezet onderwijs niet aangehaakt, maar Ottenheim laat zich niet tegenhouden om daar ‘wat gekke dingen uit te proberen’. The Noise en the World Peace Flame zijn daar voorbeelden van. - Cultuur
De productiefste samenwerkingspartner uit cultuur is Muziekschool ART4U. Ottenheim: ‘Samen hebben we een programma opgesteld met doorgaande leerlijnen. Resultaat is dat alle scholen nu de muziekimpuls hebben aangevraagd. De deelname van kinderen is giga.’ Andere culturele partners zijn Museum het Oude Slot, de bibliotheek, Theater de Schalm, een aantal dansscholen en allerlei zzp’ers. - Sport
De Brede School werkt samen met alle sportverenigingen. - Zorg & Welzijn
Als er bijvoorbeeld een moeilijke groep 8 is, komt welzijnsorganisatie Lumens langs met een project ‘Je persoonlijke ruimte bewaken’ of het jongerenwerk over ‘welke rol heb jij in de groep?’ of Bureau Halt over ‘Groepsdruk’. De GGZ en het centrum voor Jeugd en Gezin zijn ook partners. Vluchtelingenwerk, wijkbeheer, vrijwilligerswerk, mantelzorg en taalmaatjes zijn allemaal onderdeel van Cordaad – de werkgever van Ottenheim – dus ook met hen kan hij snel schakelen.
Projecten beginnen altijd met een pilot om het samenwerken uit te proberen. Die pilots zijn bedoeld om te experimenteren. Fouten maken mag, en moet zelfs. Daar leer je van. En eigenlijk komt het altijd goed, ondanks de verschillen. Ottenheim: ‘Je moet elkaar succes gunnen. Dat is de kern. Als je dat doet dan hoeft niemand zich de hele tijd voor z’n eigen toko te bewijzen.’
Cultureel leren
De programma’s van de Brede School stimuleren het cultureel zelfbewustzijn. Ottenheim beschreef ooit zelf de stadia van cultureel leren. Deze komen terug in de lessen:
Stadium 1: Opwarming, dagelijkse beslommeringen loslaten
Stadium 2: Drempel van durven, willen en kunnen
Stadium 3: Experimenteren en verzamelen
Stadium 4: Ordenen en vormgeven
Stadium 5: Uitvoeren, presenteren
Daarnaast gebruikt hij het RAND-participatiemodel over de culturele levensloop: iedereen start met zijn eigen kijk op cultuur (perceptueel); dan is er de kwaliteit van het cultuuraanbod op school (praktisch) en tot slot is er de persoonlijke beleving (ervaring).
Leerkrachten ervaren zelf ook wat cultureel leren is. De tijd dat de leerkracht bij een les van de kunstdocent huiswerk kon nakijken is voorbij. De leerkracht is hoofdverantwoordelijke en bepaalt waaraan gewerkt wordt. Leerkracht en gastdocent werken nauw samen bij het vormgeven, uitvoeren én evalueren van de lessen. Ook vraagt Ottenheim volledig commitment van de directie, zodat er een structurele samenwerkingsrelatie ontstaat.
Ottenheim: ‘Ik wil dat er enthousiasme ontstaat. In eerste instantie zijn leerkrachten vaak niet zo gemotiveerd, omdat ze het gevoel hebben dat er wéér iets bij komt. De kunst is om uit te gaan van hun vraag. We gaan geen nieuwe dingen doen, maar brengen samenhang in de dingen die ze al doen.’
Basisschool de Berckacker
Op basisschool de Berckacker gaat dit bijvoorbeeld zeer goed. Elke leerkracht geeft daar op een intakeformulier aan op welke van de 6 kernwaarden en doelstellingen uit het pedagogisch handboek zij/hij zich wil richten. De regisseur die verantwoordelijk is voor het pedagogisch leerklimaat coacht de leerkrachten. Als de leerkracht kiest voor ‘samen leren’ dan gaan ze samen onderzoeken hoe je dat eigenlijk doet.
Een beeldend kunstenaar ging hier bijvoorbeeld met de leerlingen in gesprek over wat voor groep ze willen zijn en hoe dat eruitziet. De groepen 6, 7 en 8 maakten mozaïeken op het schoolplein rond de vraag ‘wat wens ik een ander toe?’ Het resultaat is ‘Shapes of colour’, een vredestapijt van mozaïek.
Moreel kompas
Volgens Ottenheim moet je ervoor zorgen dat kinderen zich bewust worden van de invloed van hun gedrag op de omgeving. Dan ontwikkelen ze een moreel kompas; inlevingsvermogen, zelfrespect en zelfbewustzijn. En dat kan later veel schelen, ook financieel: ‘als wij problemen kunnen minimaliseren doordat wij overal dezelfde boodschap uitdragen – op school, maar ook bij clubs en verenigingen – scheelt dat enorm in zorgkosten.’
Nieuwe werkwijze
Naast de culturele ontwikkeling werkt de Brede School daarom aan de sociale ontwikkeling van leerlingen. In het Plan Preventie Jeugd staat hun werkwijze omschreven. Deze bestaat uit 5 fases:
Fase 1: de vraag ophalen
Fase 2: de vraag verscherpen (onderzoek/afspraken maken)
Fase 3: de pilot (positieve ervaring opdoen/kennismaken met de methodiek)
Fase 4: de verdiepingsslag (behapbare stappen)
Fase 5: de borging (inbedding in curriculum, cyclisch en structureel)
Tussendoor zijn er steeds momenten van evalueren en vieren.
Ottenheim heeft deze werkwijze overgedragen aan zijn collega-jongerenwerkers. Hij vindt het belangrijk dat er ook buiten school op deze manier wordt gewerkt, bijvoorbeeld bij verenigingen en andere plaatsen waar kinderen komen.
Structuur en ruimte om te experimenteren
Het gesprek met cultuurcoach Ot Ottenheim eindigt verrassend: hij blijkt de bedenker van het volmaakt magisch vierkant. Dan valt alles op zijn plaats: hoe hij heel gestructureerd werkt en hoe hij mensen zo ver krijgt dat zij dezelfde dingen net even anders gaan doen.
Door een veilige omgeving te creëren om te experimenteren helpt Ottenheim dromen in praktijk te brengen. Zijn eigen droom is dat er in de hele Veldhovense samenleving op dezelfde wijze wordt gewerkt met kinderen en jongeren. Dat dit even kan duren, beseft Ottenheim goed: ‘Ik trek er 5 jaar voor uit. Ik laat de jongerenwerkers pilots draaien om het te ervaren. Net zoals de leerlingen moeten zij ervaren dat er bij samenwerking dingen fout mogen gaan!’
Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)