Erfgoed als maatschappelijk middel

Inhoudelijke terugkoppeling LKCAtelier van 3 juni
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel
Erfgoed heeft vooral bestaansrecht als er mensen zijn die zich eraan verbinden en zich erin herkennen. Hoe kunnen we erfgoed betekenisvol maken voor de samenleving? Hoe draagt erfgoed bij aan gezondheid en welbevinden, en welke initiatieven nemen burgers op dit vlak? Een verkenning.

De Faro-aanpak, zo noemt de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) initiatieven die erfgoed verbinden aan sociaal-maatschappelijke doelen. Doelen als saamhorigheid, solidariteit en burgerparticipatie sluiten namelijk naadloos aan bij de doelen van het Verdrag van Faro. Nederland is van plan dit verdrag ook te tekenen en de RCE onderzoekt in opdracht van OCW wat de uitvoering ervan vraagt.

Professionalisering van de erfgoedsector

RCE-medewerker Michaëla Hanssen licht het in 2005 door de Raad van Europa opgestelde verdrag nader toe. ‘Het gaat om de vragen waarom we erfgoed hebben en voor wie. Open deuren wellicht, maar toch zijn er nog geen heldere antwoorden. Dat heeft onder meer te maken met de professionalisering van erfgoedsector. Er is steeds meer kennis, maar daardoor is er ook een kloof ontstaan tussen expert en burger.’

Erfgoed heeft zich losgezogen van de samenleving en het Faro-verdrag is bedoeld om die band weer te herstellen. Niet de expert, maar de mens (burger) die betekenis geeft aan erfgoed, staat centraal. Erfgoed is van iedereen en samen bepalen we wat het waard is om te bewaren en door te geven aan een volgende generatie. Zo kan erfgoed een middel tot een meer saamhorige en democratische samenleving zijn.

Cultureel burgerschap stimuleren

Wat is er nodig om erfgoed deze functie te laten vervullen en zo het cultureel burgerschap te stimuleren? Socioloog Frans Soeterbroek vroeg dat in opdracht van RCE aan twaalf sleutelfiguren en beschrijft hun inzichten in het essay Erfgoed als middel Hij geeft bij de vijf thema’s gezondheid, dagelijkse leefwereld, burgerinitiatief, kwetsbare groepen en versplinterde samenleving pragmatische en fundamentele aanbevelingen.

Als praktische voorbeelden noemt Soeterbroek onder meer verhalenprojecten, erfgoed als middel in de behandeling van mensen met dementie, monumentale gebouwen benutten voor maatschappelijke activiteiten en lesprogramma’s. Fundamentele vragen zijn bijvoorbeeld: Hoe draagt erfgoed bij aan gezondheid en welbevinden? Hoe fungeren buurtbewoners als curator voor de eigen leefomgeving? En hoe draagt erfgoed bij aan maatschappelijke veerkracht?

Houding van wederkerigheid

En natuurlijk de vraag wat dit voor de erfgoedprofessional betekent. ‘Die moet dienstverlenend zijn en naar buiten treden. Het vraagt een niet-paternalistische houding om juist in co-creatie met burgers op te trekken’, somt Soeterbroek op. ‘De houding van wederkerigheid is ongelooflijk belangrijk: het gaat er niet om mensen te betrekken bij jouw wereld, maar jezelf te betrekken bij hun wereld.’ Dat bijt niet met de ICOM-definitie van musea, vult Hanssen aan ‘Die is juist erg Faro-achtig.’ 

Trots op eigen verleden

Vier praktijkvoorbeelden passeren in de deelsessies. Gertrud van Leeuwen vertelt hoe burgers in 2018 het initiatief Ambacht Noordwolde opzetten. Hiermee hebben ze het rietvlechten, waar het Friese dorp ooit beroemd om was, weer teruggebracht in de gemeenschap. Nog steeds kunnen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt drie dagdelen per week aan de slag om het oude ambacht te leren. Er zijn twee leermeesters en een derde is in opleiding, allen geboren en getogen Noordwolders.

‘Het project is een bron van gedeelde trots’, vertelt Van Leeuwen. Dat in de jaren zeventig de rotanindustrie in Noordwolde ter ziele ging, was een mentale knauw voor het dorp. Door dit initiatief kunnen bewoners weer trots op het eigen verleden zijn. Inmiddels is de rietvlechtwerkplaats een erkend leerwerkbedrijf en re-integratiebedrijf waar onder meer rotan meubels worden gerestaureerd. Ook zijn er plannen voor een mbo-praktijkschool.

Die positieve zichtbaarheid is winst, maar Van Leeuwen meldt wel dat het lastig is om, buiten subsidie, inkomsten te verwerven. ‘Maak het breder en grootser’, adviseren enkele deelnemers. ‘Ambachten en maken is hot. Dit leent zich goed om ook een bredere publieksgroep buiten Noordwolde aan te spreken. En werk samen met jonge ontwerpers om samen nieuwe toepassingen van rotan te ontwikkelen’, denken anderen mee.

Dat wat mensen bindt

Trots is ook de noemer in het project Meet the Ancestors van Stichting Cultura (Ede). Hierbij onderzoeken jongeren met een migratieachtergrond (16-27 jaar) hun roots. Wie zijn hun culturele voorouders, wat waren de helden, de inspiratiebronnen en de kunstenaars in Marokko, Polen, Somalië of Eritrea? De jongeren volgen workshops in diverse kunstdisciplines, met als eindresultaat een voorstelling of kunstwerk voor de inwoners voor Ede. Dit project laat zien dat erfgoed niet per se om de hoek ligt. Tegelijkertijd zeiden jongeren ook: als je maar ver genoeg terug gaat, zijn we allemaal familie. En gaat het om werelderfgoed: dat wat ons bindt als mensen.

Verhalen over de buurt als bron

Hoe kun je zorgen dat álle verhalen een stem krijgen? Vanuit die vraag startte Amsterdam Museum het project Collecting the City. In aanloop naar het 750-jarig bestaan van de stad (in 2025) verzamelt het museum in verschillende buurten verhalen. Samen met een kunstenaar verwerken buurtbewoners hun verhaal in een kunstobject.

Gonca Yalçıner noemt de Jacob Geelbuurt als voorbeeld. Kunstenaar Fouad Lakbir reed hier op een bakfiets rond en hoorde van bewoners dat er flats afgebroken zouden worden in het kader van stadsvernieuwing. Dat werd aanleiding voor een kunstproject waarin negen buurtbewoners hun huiskamers inrichtten als een alternatieve museumzaal, met hun eigen verhalen over de buurt als bron. Tien dagen lang vormden ze samen het Jacob Geel Museum. Dit museum was vluchtig, maar de verhalen over de gentrificatie van Amsterdam Nieuw-West leven straks voort in kabinetten in Amsterdam Museum.

Het project is ook voor de buurt zelf van betekenis geweest. ‘De toekomst van de bewoners was onzeker. Ze wisten niet waar ze naar toe zouden gaan en of ze terug zouden kunnen komen. In het Jacob Geel Museum schreef één van de bewoners op zijn deur de vraag “heb jij ooit plaats moeten maken voor iemand anders zodat die zich thuis kon voelen?” Door het project voelden bewoners zich serieus genomen en het stadsdeel is opnieuw met hen in gesprek gegaan.’ Dankzij dit soort projecten is bovendien een samenwerking met het stadsdeel ontstaan. ‘We komen een keer per kwartaal bij elkaar om te bespreken wat er speelt en wat de rol van Amsterdam Museum daarin kan zijn.’

Naar de bewoners toe

Het kan ook andersom: dat het museum naar de bewoners toe komt. Dat gebeurt in het project Pakhuis on Tour in Ermelo. Museumvrijwilligers rijden met een mobiele museumkar langs bejaarden- en verzorgingshuizen. Via voorwerpen, geuren en beelden van vroeger maken ze contact met mensen met dementie. Het mooie is, zo vertelt museumdirecteur Germa Greving, dat vrijwilligers zich er zelf ook door verrijkt voelen. Door de reacties die ze terugkrijgen en doordat de scheiding tussen vrijwilliger en professional minder scherp wordt. Erfgoed als middel tot verbinding in optima forma.

Lees verder

Vond je dit artikel interessant?

Gemiddelde 4.8 / 5. totaal 8

Reageer (je reactie verschijnt na goedkeuring, vanwege spam)

Reacties (1)
Marianne Poorthuis 29-06-2021

Centra voor Kunst en Cultuur zouden als vanzelfsprekend ook aandacht moeten besteden aan erfgoed (educatie).

reageer
Praat verder over dit onderwerp met deze expert(s):
Joost Groeneboer
Joost Groeneboer
Functie: Specialist Cultuurparticipatie
Expertise: cultuur- en erfgoedinstellingen,diversiteit en inclusie
joostgroeneboer@lkca.nl
030 711 51 25
Bekijk alle experts
Bijgewerkt op:
Gepubliceerd:
Deel dit artikel